GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„Gij antwoordt mij niet.”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Gij antwoordt mij niet.”

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ik schreie tot U, maar Gij antwoordc mij niet; ik sta, maar Gij acht niet op mij. Job 30 : 20.

Een wezenlijk gebed roept om een antwoord, om een antwoord vaji Boven, een antwoord van Gods zij.

Lang niet alk bidsel; wat hier opzettelijk met du woord der laagschatting wordt uitgedtakt, om het machtig onderscheid tusschen een puur vormelijk prevelen en .een innig smeeken uit het, diepst der ziel scherpgekant - op den voorgrond te plaatsen.

Ge faalt en feilt, zoo ge aan het vormelijk •prevelen alk waarde ontzegt. Ook in het vormelijk bidden schuilt een gebed-onderhoudende kracht. En dat toeft dan maar, tot er plotseling In dat doode bidden de vonk van boven schiet, en op eens vlamt het echte bidden weer uit het doode bidden op.

Maar-al is het door en door onwaar, te zeggen, dat wie bloot vormelijk bidt, beter deed met dan maar niet te bidden, toch dient even beslist uitgesproken, dat een dood gebed een besmet gebed is, waarover de vurige bidder straks de verzoening inroept.

Als ge in het wezen van het gebed wilt indringen, moet daarom alle begin zijn, dat ge het vormelijke gebed er afschuift, en nu alleen uw aandacht richt op wat wezenlijk smeeken, smeeken van de ziel is; en van al zulk smeeken nu geldt de vaststaande regel, dat wie bidt wacht op een antwoord; zooals oudtijds in een openbaring, door een uitspraak in de ziel, door een gezicht, of door een engelverschijning; of ook gelijk nu, door een verhooring van ons gebed, door een verrassende ontmoeting, of door een gewaarwording in de ziel, die de Heilige Geest in ons werkt.

Maar altoos wacht wie godzaliglijk bidt een

Een antwoord, niet alleen als hij in zijn gebed iets vraagt, maar ook als hij in zijn gebed aanbidt, looft of dankzegt. Immers ook wie aanbidt, looft en prijst, bedoelt volstrekt niet alleen, dat hij die woorden ter verheerlijking van Gods Naam en Majesteit zal uitspreken, maar wel terdege dat zijn God, tot.Wien hij bidt, dien lof en die dankzegging van zijn lippen en uit zijn ziel zal aannemen. Ook die lof, die prijs, die aanbid ding der dankende ziel heet in de Schrift een offerande. Zelfs noemt de Schrift dit „de varren der lippen" of de „vrucht der lippen", om de duidelijke beteekenis van een offerande, die in ïulk aanbidden ligt, te doen uitkomen. En nu zegt de historie van den eersten broedermoord ons reeds, dat er een offerande is die God aanneemt, maar ook een offerande die hij verwerpt; en nooit duidelijker dan in Kaïns woede en toom komt uit, hoe het menschelijk hart ook bi^ elke offerande wacht op een antwoord Gods.

Maar dat antwoord komt niet altoos. Soms blijft het uit. En te midden van den weedom des harten en het verdriet der ziel is niets zoo pijnlijk noch zoo grievend smartelijk, als dat uitblijven van een antwoord des Heeren.

Hoor het aan Job toen hij uitriep: „Ik schreie tot u, maar Gij antwoordt mij niet; ik sta, maar gij acht niet op mij". En nog sterker komt dit uit, als de Messias zelf in Psalm 22 klaagt! „Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten! Mijn God, ik roep des daags, maar Gij antwoordt niet, en des nachts en ik heb geen stilte". Of ook als het bij Micha heet: „De zieners zullen beschaamd worden, luant er zal geen antwoord Gods zijn'.

Dat nietantwoorden ligt dus volstrekt niet altoos aan schuld van den bidder. Bij Messias althan^ is dit geheel ondenkbaar. Ook weet ieder uit zijn eigen gebedsleven wel, dat hij soms antwoord kreeg, als zijn ziel hem beschul digde, en dat omgekeerd het antwoord van zijn God niet zelden uitbleef juist dan, als zijn gebed innig en waarachtig was geweest.

Zeker, talloos zijn dè gevallen, waarin het antwoord Gods uitblijft, omdat ons gebed zonde op onze lippen was. Het nietantwoorden van Gods zijde vindt zeer stellig zijn oorzaak en aanleiüing bij tal van personen en in tal van oogenblikken zijn grond in de zondige gesteldheid van het hart onder het bidden.

Maar het is niet waar, dat de zonde van een bidder de eenige oorzaak zou zijn, waarom God zijn antwoord op het gebed inhoudt.

De beste bidders onder Israël klagen er tel kens en gedurig over, dat ook op hun gebed bet antwoord van hun God uitbleef, en steeds was dat hun een oorzaak van diepe smart; en juist in dit smartgevoel kwam uit, dat het gebed innig aan de ziel ontweld en ernstig en oprecht gemeend was.

Het Lama Sahachtani op het kruis toont ons het hoogste toppunt, waartoe die weedom van de mensehelijke ziel klimmen kan, en sterker dan ooit anders bleek op Golgotha, hoe dit niet-antwoorden van Gods zijde opzettelijk kan zijn.

Op Karmel ging de strijd ook om een antwoord van Boven.

Elia en de Baaipriesters, ze erkenden het beide, fet aki God leeft, en de mensch tot Hem bidt, er een teeken van leven van Gods zijde moet komen; een antwoord op zijn roepen. d o

Dat antwoord zochten de priesters bij hun Baal, en Elia zocht het bij Jehovah. En al den dag werd het één roepen uit duizend monden: „Baal, antwoord ons, antwoord ons!' en ze sneden zich met messen en priemen, omdat er geen antwoord kwam. Toen bad ook Elia en God antwoordde door vuur.

Hier gold het den strijd, of de God dien men aanriep, antwoorden kon. Een God die er niet was en niet leefde, kon niet antwoorden. Jehovah die leefde in heerlijkheid, kon antwoorden, en het ontzettend antwoord daalde in vuur van den hemel.

Maar dit kunnen antwoorden is niet genoeg. God moet ook willen antwoorden; en het Sabach tani is juist de hoogste uitdrukking van de ontzettende waarheid, dat God dit soms opzettelijk niet wil, en dan niet bij toeval of vergissing, maar naar zijn raad en bestel zijn antwoord inhoudt

Inhoudt ook als zijn kind blijft roepen, inhoudt Ojk als de beste bidder zijn ziel voor Hem uitstort, inhoudt dan zelfs, als zijn eigen lieve Zoon tot hem schreit van het Kruis.

Juist daarom ligt er in dat roepen aan het Kruis vertroosting; vertroosting voor alle ziel die roept en geen antwoord krijgt. Anders toch zou het zwijgen Gods licht de wanhoop in de ziel storten. Maar als nu blijkt, dat zelfs het gebed van Gods eigen Zoon zonder antwoord bleef, wat zou de zondige bidder dan klagen of in wanhoop overslaan, als ook hij met den Zoon van God gerekend wordt?

Is dit nietantwoorden dan wilkfeur van Gods zijde?

Dat zij verre. Geheel zulk denkbeeld is in God ondenkbaar. Ook dit nietantwoorden Gods op ons gebed is uitvloeisel van het liefdeleven, waarmee God de ziel van zijn kind omwikkel.

Het gevaar ligt voor de hand, dat we in ons gebedsleven de gave Gods en niet God zelven zoeken. Ons bidden is bijna altoos het inroepen van Gods hulpe, van zijn bijstand, van zijn uitreddende en zegenende macht; en zoo zelden komt ons gebed er toe, om, geheel afziende van ons zelven, van ons eigen belang en van onzen eigen noodstand, in de eerste plaats God zelve te bedoelen.

Het Onze Vader onderwijst ons dit wel. Het leert ons eerst bidden om de heiliging van Gods naam, om de komst van zijn Koninkrijk, om het volbrengen van zijn wil, en gaat eerst daarna over tot de bede om ons brood, om de vergeving van onze zenden en om onze verlossing van den booze.

Doch juist dit is onze zielsellende, dat we zoo zelden, zelfs in ons bidden, op die heilige hoogte van het Onze Vader staan.

Dit nu deert het teedere liefdeleven tusschen God en onze ziel.

Bidden om voorziening in eigeh nood is wel natuurlijk, maar komt toch altoos uit de liefde voor ons zelven op. Het is dan onze God, die ons helpen, ons bijstaan, ons redden moet, en zoo wordt het soms of God er alleen was en bestond om onzentwille, ons ten behoeve, om ons uit nood te redden.

Liefde nu is anders.

Liefde voor God in het gebed is, dat we het eerst en het meest vervuld zijn met wat Gods naam, Gods eer, Gods mogendheid verheerlijkt.

Staat het nu vast, dat juist alleen de liefde rijk maakt en de ziel verheft, zoo is het genade en niets dan zoekende genade, zoo God de Heere ons door het tijdelijk niet-antwoorden op ons gebed, ons dieper in het liefdeleven inleidt, ons egoïsme in het gebed terugdringt, en de liefde ook in ons gebedsleven komt opwekken.

En daarom, verflauwt niet in uw ziele, als het antwoord op uw gebed uitblijft. Daargelaten dat dit antwoord niet aanstonds behoeft te komen, en dat u zoo dikwijls van achteren bleek, hoe God te zijner tijd u toch zijn antwoord schonk, er is geen enkele reden voor u, om als God u niet antwoordt, te vertsagen.

Waarom zou wat aan de heiligen Gods in ouden nieuw Verbond is overkomen, ja, hetgeen uw Heiland in zijn bange stervensure aan het Kruis doorworstelde, u moeten gespaard blijven?

Juist dat niet-antwoorden van uw God, als uw ziel tot Hem schreit, kan een teeken zijn, dat uw God uw ziel liever heeft dan gij die zelve hebt. Een teeken dat Hij uw zielsleven en uw gebedsleven tot hooger standpunt wil opheffen, u wil inleiden in de diepere wegen der liefde, en u, juist door u, niet te antwoorden, een heerlijker toekomst voorbereidt, waarin ge beter bidden, zaliger smeeken, en dan veel heerlijker antwoord ontvangen zult.

Zelfs onder menschen ziet ge herhaaldelijk, hoe een tijdelijk zich terugtrekken van wie u liefheeft, middel is om inniger liefde op te wekken.

En hoeveel te meer geldt dit dan niet bij Hem die zelf de Liefde is, en juist door een wolk tusschen u en zijn Majesteit te doen trekken, u tot hooger en rijker liefdesgenieting opvoert.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 december 1903

De Heraut | 4 Pagina's

„Gij antwoordt mij niet.”

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 december 1903

De Heraut | 4 Pagina's