Officieele Berichten.

Samenkomst met Ds. de Bruin.

Van wege de Classis Zwolle zal D.V. op Donderdag 24 Maart des voormiddags te 10 ure en des namiddags te 2 ure eene huiselijke bijeenkom-.t worden gehouden in de Plantagekerk te Z volle, waarbij D; , de Bruin, uit Soemba, eenige mededeelingen hoopt te doen en ook Ds. Wielenga, die eerlang daarheen hoopt te vertrekken, een woord wanscht te spreken.

Ieder belangstellende wordt uitgenoodigd.

^e Commissie ad. hoc.

Zwolle, J. BOSCH, O. Z. scriba.

Garnizeen-Amersfoort ,

Kerkeraden en ouders worden dringend uitgenoodigd, de namen en adressen van jongelingen die alhier in garnizoen komen, zoo spoedig mogelijk te willen opzenden aan het adres van Ds. H. Teerink te Amersfoort.

DUISBURG..

In dank ontvangen van Br. A. van Namen te Zwijndrecht:

Jaarlijksche bijdrage voor Du'sburg en Essen / 2 50. Toezegging eener jaariijksche contributie der keik van Wildeivank voor het pred. trakt. te Duisburg ƒ 2.50.

Nu ook de Alg. Syn. der Ned. Herv. kerk een arbeider heeft benoemd onder de Hollanders in Duisburg, enz. laat ons niet achterblijven ! A. VAN DER SLUIJS.

Renhun, 15 Maart 1904.

ZENDING ONDER DE JODEN.

LICHTPUNTEN.

Hebben we zoo menigmaal droeve klachten moeten aanheffen over de weinige belangstelling, die sinds '92 omtrent de „Beminden om der Vaderen wil" werd betoond; het strekt ons tot groote_ vreugde, dat er in de laatste weken een kentering ten goede heeft plaats gevonden.

Wie toch de opgaven in De Bazuin sinds Nieuwjaar heeft gadegeslagen, zal met ons hebben gemerkt, dat de giften vrijwat milder hebben gevloeid dan te voren.

Inzonderheid is het zeer verblijdend, dat er op het laatstgevierde Kerstfeest liefdeofifers zijn gebracht zooals in geen jaren te voren. Niet alleen werden er hier en daar Kerstgaven in de collecten gevonden, maar wat veel meer zegt, er werden ook in enkele getneenten, n.l. te Marrtim, Duurswoiide en Rijswijk aparte collecten op het Kerstfeest gehouden, terwijl we althans van een dezer gemeenten weten, dat door den Kerkeraad is besloten, om dit telken jare te herhalen.

Dit verheugt ons zeer, wijl daarmee erkend wordt, dat de opwekking om toch ook eens een collecte voor de Joden te houden, in goede aarde is gevallen.

Zie ook De Bazuin No. 5, daar vindt ge onder elkaar vier giften vermeld, die te Assen, te Nijver dal, te Leiden en te Andijk in de collecte zijn gevonden; op laatst; \, enoemde plaats tot een bedrag van ƒ 14 89,

En tegelijk met die Bazuin ontvingen we uit Breda, ƒ 10.10 als de opbrengst eener collecte voor de Zending onder de Joden, die j.l. Zondag aldaar is gehouden. De geachte leeraar, Dr. J. C. de Moor, deelde tevens meê, dat op Z.Ews. voorstel de Kerkeraad besloten had jaarlijks voor genoemd doel een bijzondere collecte te houden.

Voor dat bewijs van belangstelling, zeggen we dien jeugdigen broeder, almede geheel den Kerkeraad, hartelijk dank; in de hoop dat dit goede voorbeeld algemeen navolging moge vinden.

In Amerika is men ons reeds lang vooruit. Daar worden sinds vele jaren in de Holl. Chr. Geief. Kerken regelmatig collecten voor de Zending onder de Joden gehouden, waarvan gedurig voor den arbeid alhier iets wordt over gezonden, zooals menigmaal is gebleken en pok nu weer pas/ 121.95 kon worden verantwoord

In Amerika heeft men geen eigen Jodenzending en men collecteert er luel voor; is het nu niet een snijdend contrast, dat de Ger. Kerken in Nederland wel onder de Joden laten arbeiden en er niet voor zullen collecteeren?

Is het ook niet ongerijmd, dat wanneer er iets gevonden wordt in de collecte met bijschrift „voor de Zending" men dat eenvoudig voorde Heidenen bestemt? Is de Heidenzending dan de Zending; maakt de arbeid onder hel oude volk van God daar ook niet een deel van uit; en - ware het dan niet billijk, dat men van dat gecollecteerde voor de Zending ook een deel aan de Joden afstond?

Is het ook niet bedroevend, dat als een spreker voor de Zending optreedt, dan aan de Joden schier in het geheel niet gedacht wordt, en dat de Zendingsvereenigicgen, die jaarlijks honderden voor de Zending ontvangen, weinig of niets aan de Missie onder de Joden doen toekomen?

Maar ik zou over „lichtpunten" schrijven? Zeker; maar spreekt het niet van zelf, dat naarmate men meer lichtpunten ontdekt, de nog aanwezige duisternis des te smartelijker aandoet ? Daarom hopen we van ganscher harte, dat we weldra op nog veel meer bemoedigende verschijnselen mogen wijzen, dan we nu hebben gedaan.

Omdat we echter niet gaarne in de duisternis willen eindigen, wijzen we nog op één lichtpunt vrn groote beteekenis.

Bij bespreking van den arbeid van onzen col porteur, broeder Smit, in Den Haag, hebben we wel eens meegedeeld, dat, in navolging van Rotterdam, ook in de hofstad, aan Joodsche meisjes les in handwerken wordt gegeven, om ze zoodoende met den Messias bekend te maken, en langs dezen weg ook den ouders te bereiken.

Het comité, dat dezen arbeid ter hand heeft genomen, nodigde ons uit om een Kerstfeest viering dier kinderen bij te wonen.

Natuurlijk gaven we aan die vriendelijke uitnoodiging gaarne gehoor; en was het ons reeds een genot, die 40 a 50 Joodsche meisjes voor een Christelijke feestviering samen te zien. Maar week werd ons hart toen we die kinderen o. a. den Lofzang van Zacharias, „Er ruischt langs de wolken, " en andere Christelijke liederen en psalmen hoorden opzeggen en zingen met een nadruk en met een eenstemmigheid, die onze bewondering gaande maakte. En toen die kin deren, die pas 14 maanden onderwijs hadden ontvangen, de vragen — ook die van het Nieuwe Verbond — beantwoordden met eene juistheid en beslistheid, die deed vragen, hoe het mogelijk is, dat dit alles in zóó korten tijd is geleerd, was er geen geest meer in ons. Neen, zoo iets hadden we nog nooit bijgewoond, en nooit kunm n denken.

Vooral was het ons een onuitsprekelijk genot, dat onder; cheidene kinderen op de vraag of zij geloofden dat de Heere Jezus de v/are Messias is, een beslist bevestig-rnd antwoord gaven. D. zusiers, die in overleg met sommige broeders, aan dezen arbeid zich wijden, getuigden dan ook, dat er enkele kinderen onder waren van wie een goede verwachting mocht worden gekoesterd.

Is dit nu niet een groot lichtpunt; moet zoo iets ons niet aansporen om aan het heil der Joden te arbeiden, en voor hen te bidden?

O, laten we dit dan voortdurend doen, en niet alleen den arbeid in Den Haag, maar ook te Rotterdam en Amsterdam, ja alom in onze biddende belangstelling doen deelén.

Vergeten we vooral onzen colporteur, broeder Smit, niet, die door de genade des Heeren, ook wel op lichtpunten kan wijzen; maar wiens weg toch, gelijk men licht zal bevroeden, van vele duisternissen is omringd.

Hoewel we meestal te vergeefs den Kerkbodes om overname van onze stukken hebben verzocht, herhalen we bij dezen nogmaals ons verzoek; in de hoop, dat ook van die zijde meer licht worde ontstoken.

Dat Israels God over de vleeschelijke nakomelingschap van Abraham zich hoe langer hoe meer toone te ontfermen, en de belangstellirg van de Kerk des Heeren zich ook in dezen krachtig openbare, is onze hartelijke wensch en bede.

Rijswijk, Maart 1904.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen