GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Scheurer’s Hospitaal.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Scheurer’s Hospitaal.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 28 Oct. 1904.

Het achtste jaarverslag van de vereeniging, die voor de instandhouding van ons zendingshospitaal zorgt, ligt reeds eenigen tijd op onze redactietafel en wacht op een viroord van aanbeveling.

We meenen niet beter aan dit verlangen te kunnen voldoen dan door de knipschaar te gebruiken en uit den brief van Mej. J. C. Rutgers enkele gedeelten hier over te nemen.

Vooreerst over den arbeid in het hospitaal zelf:

In het ziekenhuis is het in de laatste maanden weer drukker geworden. Door een gift van 50 ijzeren bedden voor het personeel en de zie ken is het aantal plaatsen in het ziekenhuis tot 125 geklommen. Met een beetje schikken en passen konden wij op elke zaal nog wel 5 bedden meer plaatsen. En zoodra stonden ze er niet, of ze waren bezet ook. De aanvrage om opname overtreft nog steeds het aantal beschikbare plaatsen. En hoewel nog steeds meer dan de helft der patiënten lijders aan wonden van allerlei aard zijn, toch komen ook hoe langer hoe meer ernstige zieken zich onder behandeling stellen; wat een veel grooter bewijs van vertrouwen is. Er wordt dan ook heel wat in zoo'n jaar doorgemaakt in het ziekenhuis. Van zelf is verreweg 't meeste van te intiemen aard om medegedeeld te worden in 't jaarverslag. En hier kom ik aan de moeilijkheid, waarvoor we elk jaar, als er weer voor 't verslag moet worden geschreven, komen te staan. Natuurlijk willen de lezers graag bijzonderheden hebben over patiënten, détails over 't evangelisatiewerk, over •gesprekken enz. En juist dat is zoo moeilijk te geven. Wat in de ziekenkamer gesproken wordt, het vertrouwen dat de patiënten in ons stellen, omstandigheden en moeilijkheden die we in dagen van ziekte, door het meer in de gezinnen komen, leeren kennen, dat alles moet ons heilig zijn. In Holland is 't nauwelijks noodig, zoo iets aan de verpleegsters te herinneren; hier is er gevaar om het te vergeten, omdat het zoo gemakkelijk en verleidelijk is, het verslag met dergelijke verhalen te vullen.

Zorg en vreugde hebben elkaar ook dit jaar afgewisseld. Eukele Christenen hebben we door den dood verloren; drie, die we heel lang als patiënten gehad hebben. Twee er van stierven in het ziekenhuis; ééne, de vrouw van een van de helpers hier, werd thuis verpleegd. Om beurten gingen onze verpleegsters haar helpen; haar man, die ook verpleger geweest is (nu evangeliseert hij op de ziekenzalen), deed met de familie het overige. Maanden is zij ziek geweest; toen we zagen, dat het hopeloos was, hielden we haar niet langer in 't ziekenhuis: 't was zoo begrijpelijk, dat zij graag nog zoo lang mogelijk bij haar man en dochtertje was. Ze waren pas drie jaar getrouwd, en 't was zulk een gelukkig gezin: zij leefde zoo geheel mee in 't werk van haar man: tot 't laatste toe was zij van allerlei détails op de hoogte.

In ’t ziekenhuis stierf een helper van Ds. Bakker. Hij was vroeger als patiënt (opiumschuiver) uit Solo bij ons gekomen, en zijn verblijf in 't ziekenhuis heeft hem niet alleen van deze gewoonte afgeholpen, maar is hem ook tot zegen geweest voor zijne ziel. Hij wenschte tot 't Christendom over te gaan; wat vooral zijn broeder, die al Christen was, een oorzaak van vreugde was. Na zijn herstel bleef hij in 't ziekenhuis helpen, maar op den duur was deze werkkring te zwaar voor hem, en waren we heel blij, toen er bij Ds. Bakker een plaats voor hem open kwam. Daar moest iemand zijn, die onder toezicht van Ds. Bakker medicijnen kon uitdeelen en wonden verbinden, en dit was juist iets voor Slamêt. Te Keboemen werd hij ook gedoopt. En niet zoo heel lang daarna kregen wij hem in 't ziekenhuis terug met een ernstige ziekte, waaraan hij na tien dagen stierf. Zijn lijden was verschrikkelijk, doch hij heeft het geduldig gedragen, al verlangde hij naar 't oogenblik, dat de Heere hem tot zich zou roepen.

En dan over den goeden invloed, die van het hospitaal ook op de omgeving uitgaat:

Met de Javaansche woningen staat het meestal nog treurig hier. Dat is ook een terrein, waarop het ziekenhuis tot zegen voor de omgeving kan worden: het verspreiden van betere begrippen omtrent hygiëne en vooral omtrent woninghygiène. In 't ziekenhuis moeten we zoo dikwijls de gevolgen bestrijden van 't ongezonde wonen: typhus, malaria, rheumatiek enz., en dan kunnen we tevens de menschen er op wijzen, dat er enkele regels zijn, waarvaa men niet kan afwijken, zonder de gezondheid te benadeelen. Over 't algemeen zijn hier de huizen donker en vochtig, en hebben zij een aarden vloer. Te klein zijn zij dikwijls niet; wanneer vloer en vensters goed waren, zou er in de meeste gevallen al heel wat gewonnen zijn. In de lagere streken, vooral waar veel sawah's zijn, is in den regentijd een. huis zonder cementen vloer zeer vochtig. Evenmin als in Holland dergelijke woningen gezond zouden zijn, zijn ze dat op Java. In den laatsten tijd zijn er al Christep-Javanen in onze buurt geweest (en volstrekt niet van de rijksten), die, toen ze moesten bouwen, den vloer goed verzorgd hebben. Zij hebben nu droge huizen, en door goede vensters ook behoorlijk licht en lucht. Dat is al een stap op den goeden weg; wanneer zulke menschen midden tusschen hun landgenooten een goed huis zetten, is dat een goed voorbeeld. Ook de huisjes, die Dr. Scheurer op ons erf voor 't personeel van het ziekenhuis gezet heeft, zijn in dit opzicht voorbeelden.

Sedert Januari hebbeu wij, Mej. Knijper en ik, ook een handwerkschooltje voor Javaansche meisjes geppend. We hadden daar al lang plan op gehad, maar hadden geen geschikte onderwijzeres. De eenige, die er voor in aanmerking kon komen, was nog te jong, en wij waren bang dat zij geen orde zou kunnen houden. In December is zij echter getrouwd, en nu wordt de school in haar huis gehouden. Haar man is verpleger, en zij wonen op 't erf van 't ziekenhuis, zoodat het voor ons heel gemakkelijk is om nu en dan eens te gaan kijken. Zij is volkomen in staat om de les alleen te geven: geen Hollandsch meisje zou 't haar verbeteren. Zij kan keurig naaien, merken, haken, en zelfs een beetje borduren, Vóór haar trouwen was zij ongeveer een jaar te Keboemen bij Mevr. Bakker, die heel veel werk van de handwerklessen van haar Javaansche meisjes maakt. — Eerst rekenden wij niet op zoo heel veel leerlingen, maar reeds den eersten keer waren er 22. Sinds dien tijd hebben wij ze in twee klassen moeten splitsen; elke klasse krijgt nu twee uur per week les. De meisjes komen heel graag: zij zijn over 't algemeen veel geduldiger en handiger in haar werk dan HoUandsche kmderen, en hebben ook niet zoo'n antipathie tegen de handwerklessen als veel HoUandsche meisjes.

Ten slotte zij nog meegedeeld, dat de vereeniging ook dit jaar in ledental won; het aantal contribution ƒ 8173.25 bedroeg en dat der extra-giften ƒ 829.96, zoodat meer dan / 9.000 werd saamgebracht.

Het jaarverslag bevat ditmaal de verschillende regelingen en instructies door de Generale Synode, Amsterdam's kerkeraad en den geneesheer-directeur voor het Hospitaal vastgesteld, waardoor dit verslag blijvende waarde heeft.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 30 oktober 1904

De Heraut | 4 Pagina's

Scheurer’s Hospitaal.

Bekijk de hele uitgave van zondag 30 oktober 1904

De Heraut | 4 Pagina's