GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Engeland Eene vereeniging van ou derlingen tegen de Ariaansche doolleer.

Eenige ouderlingen van Presbyteriaansche kerken te Londen hebben hunne stem verhe ven tegen de zoogenaamde hoogere critiek en het loochenen van de godheid van Christus. Zij hebben opgemerkt, dat sommige gevierde predikers de godheid van Christus gingen be strijden en, ten gevolge daarvan, ook aan de autoriteit van het Oude Testament tornden. Zij riepen daarom hunne medeouderlingen in de Presbyteriaansche kerken op, eene vereeniging van ouderlingen te vormen, om tegen afval van het geloof te strijden.

Nu wordt er wel door sommigen naar aanleiding hiervan smadelijk gesproken van ketterjagerij, doch wij verwachten, dat daardoor de Presbyteriaansche ouderhngen niet zullen afgeschrikt worden. The Christian wil, dat er een groote Unie zal gevormd worden tegen de nieuw opkomende leer van Arius. Doch wij vragen, waarom zou men zich dan ook niet keeren tegen de Arminiaansche dwalingen, welke door een legio predikers en leden der Engelsche vrije kerken gekoesterd worden?

Is het niet zeer te betreuren, dat deze ouderlingen zich geroepen achten, om tegen de op komende dwaUngen eene vereeniging te stichten ? Blijkt hieruit niet, dat zij geen kans zien, de dwaling op hunne kerkelijke vergaderingen te wederstaan?

Mocht de opwekking te Wales en daarbuiten I werken, dat men in Engeland, in de leer en in de regeering der kerk, wederkeerde tot de Geeformeerde beginselen!

Duifschland. De zaak van Dr. Fischer in de Kreissynode.

In de Kreissynode III te Berlijn, wij zouden zeggen in de 3de classis van de stad Berlijn, is in de vergadering van 18 Mei 1.1. de zaak van Dr. Fischer besproken. Twee resolutiën werden voorgesteld. Van rechtzinnige zijde wilde men uitspreken, dat de gemeente des Heeren zich in den laatsten tijd geschokt ge voelde door de aanvallen die er gedaan werden op het geloof der kerk; dat zij vasthield aan den Bijbel als den eenigen regel voor geloof en leven, en aan Jezus Christus, den Eenig geboren Zoon Gods, en dat men vertrouwde dat de geloovige kringen der gemeente getrouw zouden blijven bidden en arbeiden voor de Evangelische landskerk.

Aan de provinciale synode zou dan daarbij de uitnoodiging gedaan worden, om, bij alle toegeeflijkheid tegenover dwalende gemeenteleden, krachtiger dan te voren ten opzichte van de predikanten er op aan te dringen, dat aan de Bijbelsche leer, gelijk die in de belijdenisschriften der Evangelische kerk neergelegd is, volgens de belofte bij het indiensttreden afgelegd, krachtiger dan te voren de hand gehouden worde.

De liberale leden der synode stelden daartegenover een resolutie voor, waarin leedwezen wordt uitgesproken, dat de kerkbesturen .bij hunne uitspraken omtrent Dr. Fischer geen rekening gehouden hebben met het feit, dat een groot deel leden der EvangeUsche kerk tot de liberale richting behoort. Zij eischen dat deze leden dezelfde rechten zullen hebben als de rechtzinnigen. Voorts prak deze resolutie met afkeuring over het optreden van rechtzinnige predikanten, die niet alleen een ambtsbroeder met heftigheid aanvielen, maar zelfs oorzaak werden dat om de oprecht vrome uitdrukkingen van een Evangelisch predikant op een volksvergadering gelachen werd. Zij meenen ook, dat het niet aangaat om de predikanten te wijzen op hunne belofte bij de aanvaarding van hun ambt gedaan, om zich te houden aan de XII art. des geloofs, daar zij alleen maar verplicht zijn om vast te houden aan den religieusen inhoud dier artikelen.

Het is wel te denken, dat er in deze kerkelijke vergadering over deze resolutiën menig woord werd gewisseld. Toen een lid der synode zeide, dat de zaak van Dr. Fischer niet tot haar eind gebracht was, maar dat als er tegen den herfst geen klaarheid in gekomen was, „men gaan zou naar de hoogste plaats" (de spreker bedoelde zeker, dat men dan een beroep doen zou op den Keizer van Duitschland, als oppersten bisschop der EvangeUsche landskerk), werd er van de overzijde geroepen: „recht zoo."

Het rechtzinnige deel der vergadering werd pijnlijk aangedaan door de mededeeling van den modernen predikant Habicht, die beweerde dat toen hij door Dr. Dryander zou bevestigd worden en hij in zijn geweten gerust gesteld werd door diens verklaring, dat niet aan de letter, maar aan de substantie of den godsdienstigen inhoud der belijdenis gebonden was.

„En toen was ik vrij, " voegde Ds. Habicht er aan toe. Wij zetten hier echter een vraagteeken. Veronderstel eens dat Dr. Dryander werkelijk zoo gesproken heeft, is dan daarmede de kerk van haar belijdenis beroofd ? Heeft een leeraar, hoe geacht en bemind ook, het recht om de belijdenis zijner kerk met een enkel woord op zijde te zetten ? Niemand zal die vraag bevestigend durven beantwoorden. Als Dr. Dryander gesproken heeft gelijk hem werd toegedicht, dan is daardoor alleen bewezen, dat een leeraar die rechtzinnig genoemd wordt, zich wel op een onrechtzinnige manier kan uitlaten, en dat onrechtzinnigen dan uit zulk een woord zoeken munt te slaan. Maar overigens is er aan zulk een woord geen gewicht te hechten.

Ten slotte werd de resolutie der rechtzinnigen met groote meerderheid aangenomen.

De rechtzinningen schijnen veel te verwachten van het ingrijpen des Keizers, wanneer de kerkbesturen hun niet ter wille zouden zijn. Doch onze verwachtingen zijn niet zoo hoog gespannen. Immers het de Keizer, bij gelegenheid van den strijd over Bijbel en Babel, uitgelokt door prof. Delitzsch, zich op een manier uit, die doet vreezen dat de rechtzinnigheid in hem geen beschermer heeft te verwachten. Door rechtzinnigen in Duitschland is dit keizerlijk woord toen wel hoog verheven, maar ons Gereformeerden bevredigde het niet.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 4 juni 1905

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 4 juni 1905

De Heraut | 4 Pagina's