INGEZONDEN STUKKEN.
(Buiten verantwoordelijkheid van de Redactie).
Hooggeachte Redactie!
Wil s. V. p. een plaatsje in uw blad afstaan voor het opperen van eenige bezwaren tegen het art. „Vrouwelijke studenten.”
De bespreking van de kwestie, cf eene vrouw advocaat mag zijn enz., blijft natuurlijk uitge sloten, daar ook het artikel er over zwijgt.
Er zijn echter 3 punten, waartegen mijne bezwaren jijn en waarvan de inhoud door mij telkens is vooraan geplaatst.
1. Het karakter eener Universiteit belet niet, dames toe te laten als student.
Naar mijne bescheiden meening is dat nog eene niet uitgemaakte zaak. Zoo Gods Woord nu eens de vrouw het optreden op wetenschap pelijk gebied verbood (en dat dient eerst uitgemaakt), moet toch ook het karakter eener Universiteit daarmede niet in strijd zijn.
2. Eene Universiteit bevordert niet tot advocaat enz., maar leidt wetenschappelijk op. Hiertegen zal niemand voorzeker bezwaar hebben j maar is deze stelling nu wel een geschikt wapen ter verdediging van de toelating van vr. stu.i. ?
Wanneer het bijv. bij nauwkeurig onderzoek bleek, dat eene vrouw volgens Gods Woord niet mag optreden als predikant, advocaat enz. en eene studente der Vrije Univ. liet zich na volbrenging ha^er studiën toch als zoodanig beroepen, inschrijven enz., dan overtrad zij des Heeren gebod. Zou in dat geval de Vrije Univr vrij uitgaan? Mijns inziens zou Gods Woord over haar het schuldig uitspreken. Is het „medeschuldig kunnen zijn aan eens anders mis daden" in het bekende artikel niet wat teveel op den achtergrond geraakt?
3. Gods Woord verbiedt de wetenschappelijke opleiding der vrouw niet. Zeer wel mogelijk. Waar staat echter, dat Gods Woord het gebiedt of toelaat ? Is alles wat Gods Woord niet rechtstreeks verbiedt, geoorloofd? Moet het geoorloofd of verboden zijn, niet veel meer uit de in den Bijbel beschreven roeping der vrouw afgeleid worden? Wordt ook ia onze kringen niet te veel Genesis II vergeten? 't Wil mij dan ook voorkomen, dat de Rector wel wat had kunnen wachten met zijn besluit.
Ook de verdediging in de Heraut heeft mij weer versterkt in de meening, dat vrouwelijke studenten veel meer misplaatst zijn dan goed geplaatst op de Vrije. Inmiddels mijn oordeel gaarne voor beter gevende.
Hoogachtend en bij voorbaat dankend,
Uw getrouwe lezer en vriend der Vrije,
Ternaizen, 8 11 '05
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 26 november 1905
De Heraut | 4 Pagina's