Infra en supralapsarisme.
Onze kantteekening op hetgeen Ds. Littooy in het Zeeuwsche Kerkblad over het infra en supralapsarisme schreef, heeft metterdaad tot meerdere helderheid geleid.
Vooreerst heeft Ds. Littooy verklaard, dat hij met „onze belijdenisschriften" niet bedoelt de Gereformeerde belijdenisschriften in het algemeen, maar bepaaldelijk die onzer Nederlandsche Kerken. Dat sommige Gereformeerde Kerken, zooals de Hongaarsche en de Engelsche Kerk op de Westminster Synode, de supralapsarische voorstelling meer in 't gevlij kwamen, stemt hij toe. Over dit punt is dus geen geschil.
In de tweede plaats merkt hij op, dat hij reeds vóór de Utrechtsche Synode er op gewezen had, „dat Dr. A. Kuyper Sr. de belijdenis, dus ook de infralapsarische voorstelling ónderteekend heeft en daarmede toonde, dat Z. H. G., al verdedigde hij óók de supralapsarische voorstelling, de infralapsarische niet buitensloot, d. w. z. daarmede niet in strijd achtte."
Metterdaad was dit vroegere persartikel ons ontgaan. Na deze rectificatie is ons bezwaar ook op dit punt geheel opgeheven.
En wat eindelijk ons laatste bezwaar betreft tegen de uitdrukking van Ds. Littooy, dat het infralapsarisme door onze kerken t gehuldigd en beleden is, verklaart Ds. Littooy, dat hij daarmede niet anders bedoelde dan wat ook de Utrechtschc Synode uitsprak nl. dat de Synode van Dordt bij het belijden der uitverkiezing Gods de infralapsarische voorstelling koos. In geen geval wilde hij daarmede zeggen, dat de supralapsarische voorstelling door onze Kerken verboden of uitgesloten is. Al zouden wij voor ons de voorkeur geven aan de uitdrukking der Utrechtsche Synode, we willen niet over woorden strijden en wanneer de zaak zelf over e.n weer maar vaststaat, is er geen reden voor polemiek.
Met belangstelling zien we voorts tegemoet wat Ds. Littooy uit den schat der historie verder meededen zal. Wat op de Synode te Dordt over het infra-en supralapsarisme achter de schermen gehandeld is, is nog altoos een vrij duister punt en het eischt een zeer geoefenden blik om hier de waarheid te zien. Met name de gansch eenzijdige en scheeve voorstellingen, die Maresius van dit punt gaf en die Ds. Westerhuis van Groningen onlangs weer opwarmde, raken kant noch wal. Wat Maresius, die niet eens de Dordtsche Synode bijwoonde, hierover bazelde, is door de meest gezaghebbende leden der Synode pertinent en beslist weersproken. Ds. Littooy zal daarom wel doen met deze voorstelling van Ds. Westerhuis aan een bedachtzame critiek te onderwerpen.
Het zou. zeker de moeite loonen, wanneer een ernstig historicus eens onpartijdig en onbevooroordeeld deze quaestie wilde onderzoeken. Maar natuurlijk dient men dan niet af te gaan op getuigenissen van mannen, die niet eens op de Synode te Dordrecht geweest zijn, maar hen te hooren, die daar den toon hebben aangegeven.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 24 juni 1906
De Heraut | 4 Pagina's