GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het Frksche Kerkblad wordt de vraag behandeld, of de gelden, voor ons kerkelijk saamleven noodig, vrijwillig of gedwongen moeten worden bijeengebracht.

De redactie behandelt deze vraag eerst met het oog op de uitgaven der plaatselijke Kerk:

Meer en meer komt de vraag naar boven : is het wel goed, de dekking van de onkosten van al wat de Kerken doen over te laten aan den goeden wil van die Kerken ?

Ter Particuliere Synode van Zuid-Friesland is een poging gedaan, om de onkosten der Zending om te slaan over de Classes, en ter Generale Synode was een voorstel, om de kosten der Theologische School om te slaan over al de Kerken. De vraag naar de wijze, waarop de noodige gelden voor den kerkelijken arbeid worden saamgebracht, kan men dus aan de orde rekenen.

Vele vragen zitten in deze eene vraag opgesloten, waarop wij thans niet willen ingaan. Wij willen slechts over deze kwestie iets zeggen, of die gelden vrijwillig krachtens zedelijken drang zuilen opgebracht worden, dan wel of de meerdere vergaderingen zullen bepalen wat de plaatselijke Kerken hebben op te brengen. Deze kwestie formuleeren wij eenvoudig met de woorden: vrijwillig of gedwongen.

Beginnen wij met de plaatselijke Kerk en de wijze, waarop in de stoffelijke behoeften der Kerk wordt voorzien. In de plaatselijke Kerk zal wel ten aanzien van de aangeraakte kwestie de regel te zoeken zijn.

Duidelijk is het, dat de plaatselijke Kerk geld noodig heeft tot vervulling harer roeping, tot de richtige uitoefening harer ambten. Noch de dienst des Woords en der Sacramenten, noch de dienst der Barmhartigheid kan geschieden zonder geld. Wij gaan uit van de stelling, die wij vóórig jaar aldus geformuleerd vonden door een der uitneaendste dienaren in onze Kerken:

»dat de Kerk in hare stoffelijke behoeften niet moet worden onderhouden uit de Staatskas, maar uit de kas van de leden der Kerk.< s.

Tot uitvoering van deze zaak, is, naar onze meening, het Ouderlingenambt geroepen voor zoover het den Dienst des Woords en de publieke openbaring der Kerk betreft, en het Diakenambt voor zoover het den dienst der Barmhartigheid aangaat.

De vraag, die ons nu bezighoudt, op de plaatselijke Kerk toegepast, komt zeer concreet hierop neer : moeten de Ouderlingen, wat zij jaarlijks noodig hebben, omslaan over de leden en hun daarvan kennis geven, — of moeten de Ouderlingen, na aan de gemeente bekend gemaakt te hebben wat er noodig is, het aan de leden der Kerk overlaten, hoeveel zij zullen bijdragen ?

Er zijn ("of waren tot vóór korten tijd) Gereformeerde Kerken in ons Vaderland, waar de Ouderlingen ééns per jaar in hunne vergadering de leden wegen, naar hun bsste weten taxeeren, en daarnaar, zoo rechtvaardig als zij kunnen, bepalen wat. ieder in de kerkelijke lasten dragen moet. De leden krijgen dan een belastingbiljet thuis, en moeten naar dat biljet betalen. Wie niet zijn aanslag voldoet wordt vermaand; bij onvermogen wordt hij verschoond, maar bij onwil getuchtigd. Voor vrijwillige oiTérs blijft de gelegenheid steeds open in de collecte, die ondanks den «kerkelijken omslagn toch ook nog gehouden wordt.

Wij vragen nu; is zoo'n wijze van doen in de laatselijke Kerk goed te keuren? Ons antwoord aarop is beslist ontkennend.

Dat de bijdrage der leden vastgesteld wordt, en iet afhankelijk zij van de wisselende opbrengst an kerkcollecten, vinden wij uitnemend. Doch dit aststellen geschiede door de leden, en niet voor e leden.

De leden van de Kerk des Heeren onder het ude Testament waren kinderen. Voor hen werd astgesteld, hoeveel zij den Heere in de pndercheidene gevallen moesten brengen. Vrijwillige ffers waren er ook wel, maar het grootste deel er offers was bij de Wet bepaald. De inkomsten an den tempel, van de priesters en van den oogepriester konden in den regel wel berekend orden. Mnar onder den dag des Nieuwen Testaents is het leven onder en uit het genadeverbond

te dezen aanzien veranderd. Het kind is mondig creworden, en bepaalt zelf wat het geven zal aan den Heere. Niet, dat de Nieuw-Testamentische reloovige naar wükkeur geven of niet geven kan wat dit aangaat zijn wij het weer geheel eens inet boven reeds aafflgelMd? n Dienaar des Woords, die op de boven-vewnelde stelljng het volgen als 2e, 3e en 4e stelling:

»dat zij dit moeten doen als degenen, die zelve uit de Kerk, uit het genadeverbond leven, en die de kerkegoederen onder hun beheer hebben ))dat een ieder, die zich hierin onttrekt, de Kerk onthoudt, wat de Heei: e voor haar gaf, en zich dus besteelt aan het genadeverbond;

ïdat de grootheid der gaven niet van eigen willekeur afhangt, xasAt\3.ndenivildesHeerem.

Wij vinden dan ook in het Nieuwe Testament, in de Handelingen noch in de Brieven der Apostelen niet de minste aanwijzing, die recht zou kunnen geven tot een maatregel als van den »hoot delijken omslag».

Deze somslag» toch \M1 wet zijn. Daarmede wordt gezegd aan de onderscheiden personen: zooveel moet gij geven. In den somslag» zit meer dan het beginsel van dwang. Dat is het verkeerde. Christus alleen kan zeggen, hoeveel zijne leden geven moeten, maar Hij doet het niet in den geest van een hoofdelijken omslag. Den vrijwUligen gever heeft Hij lief. Als nu Christus het niet doet, moeten menschen het ook niet doen.

Iemand, die zich op wettisch standpunt plaatst, heeft heel wat in te brengen tégen deze Evangell sche vrijheid. Enkele bedenkingen willen wij bespreken.

Met dat vrijwilligheidsstelsel hangt alles in de lucht zoo zegt men. Welke zekerheid is er voor de traktementen der predikanten? Welke waarborg voor hun of hunner weduwen pensioen? Deze bedenking krijgt eerst dan beteekenis, als men rekent buiten Christus en Zijne beloften aan Zijne Kerk; als men acht, dat de rechtvaardige niet uit zijn geloof leven kan; als men de Kerk niet in vollen ernst houdt voor de zaak des Heeren; als men geen waarde hecht aan de werkingen des Heiligen Geestes om te geven bereidheid en gewilligheid.

Met dat vrijwilligheidsstelsel loopen de gierigaards vrij en betalen de goeden voor de slechten, zoo gaat men voort, in te werpen. Dat de gierigaards vrij loopen van betalen in dezen tijd, is mogelijk; maar vrij loopen in het oordeel, zullen zij niet. Zondt gij achten, dat gierigaards door een kerkelijk belastingbiljet van hunne gierigheid zouden genezen worden, en in het oordeel vrij zouden uitgaan? Dat gelooft toch niemand! Maar dat de gewilligen ook voor de gierigaards betalen, is waar. Doch is dit zoo erg ? Als de gierigaards niet betalen, wie moet het dan lijden? Christus en Zijne zaak? Of is het n, die deze tegenwerping maakt, ook nog niet recht meenens met 's Heeren Kerk ? Offert gij nog niet uit liefde tot uwen Heiland ? Indien wel, wat zucht gij dan, dat gij voor onwil ligen betalen moet? Zoudt gij niet, als het moet, alles willen bekostigen ? Bedenkt, dat de Heere dien gierigaard vlak naast u plaatst, om u te meer vrijwillig te maken, 't Is immers een genade te mogen medèarbeiden in het werk des Heeren?

Mogen wij nu ook eens zeggen, welke bezwaren wij tegen het omslag-of dwangstelsel hebben, behalve het reeds genoemde beginselbezwaar?

Het farizeïsme. Als gij uw aanslagbiljet betaald hebt, hebt ge uw plicht gedaan, en heeft niemand wat op u te zeggen. Gij loopt dan gevaar, te denken, dat gij tegenover God den Heere ook klaar zijt, en gij zoudt moeten hooren: tiwanneer gij zult gedaan hebben al hetgeen u bevolen is, zoo zegt: wij zijn onnutte dienstknechten want •mij hebben maar gedaan hetgeen wij schuldig waren te doen.”

Het geeft aanleiding tot onbillijkheden. Zij, die den aanslag vast stellen, kunnen dat niet doen naar strikt recht. Al zouden zij uwe inkomsten juist weten, wat volstrekt niet altijd het geval is; hoe kunnen zij al de verplichtingen weten, welke de Heere u opgelegd heeft. Met den besten wil kunnen de Ouderlingen onbillijkheden plegen. Dit prikkelt tot verzet, dat-niet royaal en openlijk kan gevoerd worden. Zoodoende gaat er een worm knagen aan het leven der Kerk, de stichting wordt onmogelijk, en de Naam des Heeren wordt aangetast.

Het dooft de liefde tot de zaak des Heeren. Geven op bevel en zooveel als bevolen wordt, wordt regel. In zoo'n wettische atmosfeer kan de liefde het niet uithouden. Daarin kwijnt zij. En sterft de liefde, dan is 't uit met de gezondheid van het kerkelijk leven.

Het verzwakt, om niet meer te noemen, het besef van verantwoordelijkheid voor des Heeren zaak. Immers, wie zijn aanslag niet voldoet, kan niet tot betalen gedwongen worden. De Kerkeraad moge zoo'n onwillige met de kerkelijke tucht bezoeken (terecht of ten onrechte : wij beslissen niet^ ; maar het geld kan de Kerkeraad den onwillige niet laten betalen door dwang. En komt het geld der onwilligen niet binnen, krijgt dan de dominé minder traktement dan hem beloofd is? Immers neen. Anderen moeten toch voor den onwillige betalen, en de zaak des Heeren gaat voort door de bijdragen der willigen. Moet nu zulk een onwillige niet denken, dat men het best buiten zijn geld redt?

In de plaatselijke Kerk gelde de regel, door den reeds meer bedoelden Dienaar gegeven in de 8ste zijner stellingen:

dat, daar de Heere bij de week, bij de maand, enz. aan ieder zijn inkomen schenkt, de inkomsten der Kerk naar denzelfden regel bij de week, bij de maand, enz. door ieder lid der Kerk aan haar behooren te worden overgedragen; waartoe ieder, die een geregeld inkomen heeft, zich zelven behoort te verbinden, daar ook de Kerk haar vast inkomen'behoort te hebben.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 18 oktober 1908

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 18 oktober 1908

De Heraut | 4 Pagina's