Leestafel.

1. DE SPIEGEL. Weekillustratie voor het Christelijk gezin. Uitgave van W. KIRCHNER, Bloemgracht 133, Telephoon 4449, Amsterdam.

Dit weekblad begon in deze maand jsijn vierden jaarloop. De ijverige uitgever, de heer KIRCHNER, mag zeker met voldoening op zijn driejarigen arbeid terug zien. Het eerste No. van den nieuwen jaargang ligt hier voor mij en wekt reeds mijn belangstelling door het welgeslaagd portret, dat het van mijn overleden vriend GISPEN brengt. Maar ook, als ik vroegere Nos. weer voor den dag haal, dan blijkt, dat KIRCHNER zijn taak om ons christelijk publiek een weekillustratie te bezorgen nog niet zoo slecht verstaat. Wat er voor ons belangrijks gebeurt in het volksleven, in ons christelijk volksleven, in ons werelddeel en in andere deelen der wereld, weet hij optevangen in zijn SPIEGEL.

En hij doet dat met keur en takt.

En hij doet dat met keur en takt. Het Spiegelbeeld is, naar den aard van een geïllustreerd tijdschrift, altijd hoofdzaak, het Spiegelwoord vervult hier maar een dienende rol.

EQ metterdaad ving deze Spiegel goed de beelden op. Nu eens beelden van nabij, als van hefeestvierend Nederland bij de geboorte van Prinses JULIANA, dan weer van verre als van kathedralen uit verre landen. Nu eens beelden van beelden uit den jongsten tijd, als toen hij de eerste foto's van H. K. H. Prinses JULIANA bracht, door H. M. de Koningin zelve vervaardigd, dan weer beelden van beelden uit lang vervlogen dagen, als toen hij oude schilderijen bracht van den doop van prinsen en prinsessen uit het Huis van Oranje. Nu eens beelden van vreugde als bij den feestdag der Nederlandsche jongelingen, dan beelden van droefheid als bij de onthulling van de gedenkteekens op de graven van Nederlands verdienstelijke mannen. En niet alleen van groote dooden, maar ook van wie in toewijding en trouw aan hun taak groot zijn onder de levenden, brengt hij bet beeld.

Zoo kreeg het beeld van Koningin EMMA op haar 5 isten geboortedag; van Ds. H. PIERSON. President-Directeur der Heldringsgestichten te ZEÏXEN, op zijn 7ssten verjaardag, in de SPIEGEL een plaats.

Het beeld, zei ik zoo even, is uiteraard in dezen Spiegel hoofdzaak, het woord speelt maar een dienende rol. Toch doet het ook wel meer dan dat. Niet het woord bij het beeld, maar het woord uit het grooter of kleiner verhaal, waarbij de keuze vaak zeldzaam gelukkig was.

De SPIEGEL heeft, dank zij de zorg die de uitgever er aan besteedt; dank zij den takt waar­ mee hij zijn beelden opvangt, een plaats in tal van onze christelijke gezmnen gekregen. De eerste drie jaren, die nu achter ons liggen, zijn niet ongelukkig geweest.

De SPIEGEL is er.

Men zorge echter ook, dat het blad blijven kan.

De abonnementsprijs is zoo gering. Maar 75 cent per kwartaal.

2. DR. H. BAVINCK, Hoogleeraar te Amsterdam. Magnalia Dei. Onderwijzing in de Christelijke Religie, naar Gereformeerde Belijdenis. Kampen — J. H. KOK — 1909.

Op dit werk heb ik hier reeds vroeger de aandacht gevestigd en het toen vrij uitvoerig aangekondigd.

Nadat de heer SCHENK BRILL overleden was is de uitgave voortgezet door den heer KOK. Het verschijnt in Afleveringen, waarvan nn reeds de 20ste het licht zag. ^

Ik ontving gelijktijdig Afl. 16—20.

Daarin: § 17. Het werk van Chrietus in zijn vernedering. § 18. Het werk van Christus in zijn verhooging. § 19. Be gave des Heiligen Geestes. § 20. De Roeping.

Dit werk is naar men weet een populaire dogmatiek.

Ik acht het uitnemend geschikt om reeds bestaande kennis van de Christelijke Geloofswaarheid te verhelderen en te verrijken; maar ook om kennis aangaande die waarheid bij te brengen.

Geschikt alzoo voor geloovigen, maar ook voor hen die nog van verre staan en van de Christelijke Geloofswaarheid heel geen kennis hebben.

En die zijn in onze dagen, ook onder onze landgenooten, zeer talrijk.

Men vroeg mij onlangs: weet ge ook een boek over de Christelijke religie dat ik geven kan aan iemand, die het christendom niet kent maar wel lust heeft er kennis van te nemen? Ik heb dien vrager toen verwezen naar de Magnalia.

BAVINCK preekt hier niet alleen voor de bekeerden.

3. J. POSTMUS. EEN EENZAAM STRIJDER. Prins Willem III. Amsterdam. - H. A. VAN BOTTENBURG - 1909.

In zijn krasse eigenaardigheid, bij al zijn eenzijdigheid zelfs, is hij een man voor dézen, onzen tijd. Een veelszins zwakke, en die een held was boven duizenden, — tienduizenden. Eik tusschen de vaderlandsche knotwilligen aan de ondiepe sloot in 't vlakke polderland, met verbazing — naar onzezedevan-ouds, van heden nog, — met onwil meest aangestaard.

Dus onze belletrist en historicus J. POSTMUS in het Voorbericht.

En het is in dit artistieke zinnetje dat hij aandacht vraagt voor dezen waarlijk toch zoo groote, maar onder ons nog zoo weinig gewaardeerde, voor Willem den III, den Koning-Sadhouder, wiens levensbeeld hij in de volgende bladzijden tracht te teekenen.

De inhoud van dit boek is resultaat van grondige studie, ook van bronnenstudie. De Brieven van Jan de Witt, bewerkt door ROBERT FRUIN, uitgegeven door DR. G. W. KERNKAMP, en het eerste deel der derde serie van de Archives ou Correspondence inédite de la Maison d' Orange-Nassau uitgegeven door PROF. DR. KRSMER, zijn door den schrijver voor zijn monographie geraadpleegd.

Hier is serieus werk geleverd.

In vijf hoofdstukken verhaalt POSTMUS U Van I. het Kindt van Oranje; II. Kindt van Staet; IIL Stadthouder van Holland, etc; IV, Conic ck van Engelandt; Willem III en Onze Tijd.

In het Aanhangsel liet hij nog eens afdrukken den brief van TBIGLAND aan den Prins, toen deze den 4en Juli 1672 tot de waardigheden zijner voorvaders was verheven, een stuk dat SCHOTEL het eerst publiceerde in de Godg. Bijdragen van 1868.

Na blijkbaar zeer ernstigen vóórarbeid heeft Postmus ondernomen ons een levensbeeld van dezen Oracjevorst te teekenen.

De groote kunst van REMBRANDT is eens gedefinieerd, als de kunst van veel weglaten en alles samentrekken op de kern van het gegeven.

Hieraan dacht ik bij de lezing van POSTMUS' jongste werk. Daarin is iets van die groote kunst, en het resultaat is dan ook dat dit levensbeeld „leeft”.

De wetenschap der historie en de belletrische kunst zijn hier in harmonie.

4. Bij de ürma JAN HAAN te Groningen zal binnenkort de eerste aflevering verschijnen van HET GELOOF DER VADEREN, een practische verklaring van de 37 artikelen des geloofs, voor catechisatie en eigen onderricht, bewerkt door Ds. N. IJ. VAN GOOR te Groningen. Het geheele werk zal ongeveer 18 a 20 ail. beslaan.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen