GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Leestafel.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leestafel.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

DR. J. H. GUNNING J. HZ., predikant te Utrecht, Ltvtn en Arbetd van H, f. Budding. Tweede, veel vermeerderde druk. RHENEN. W. J. VAN NAS, 1909.

De honderdste geboortedag van BUDDING nadert,

Den 19 en Januari 1810 toch werd HUIBERT JACOBUS BUDDING te Rhenen geboren.

Wie ten onzent, buiten ZEELAND, met het kerkelijk en godsdienstig leven der vorige eeuw niet al te onbekend is, heeft wel eens van bem gehoord, en in ZEELAND zelf, waar hij, met nams in GOES, een kring van volgelingen om zich bad verzameld, die, als Christelijke Evangelische Gemeente, nog bestaat, ia hij de alom bekende. BUDDING is den loen November 1870 ie Goss gestorven, maar het beeld van dezen machtigen prediker, van dezen in zijn ouderwetsche kleeding zoo zonderlinge, in nog andere zondetlingheden vaak afstootende, maar door zijn innige godsvrucht en teer gebedsleven toch ook weer altijd aantrekkelijke, — staat wèl omlijnd, nog in het bewustzijn van wie hem, vooral in Zeeland, hebben gekend.

Noem, vooral daar, den naam van BUDDING en ge krijgt, al naar dat het valt, waardeeiingsoordeelen te hooren van schier afgodische vereering of ook van, aan verguizing grenzende, veroordeeiing. Komt daarbij dan zijn latere „verandering", ter sprake, dan was deze, volgens den een, 'n komen tot het ware licht, volgeus den ander niet minder dan een afval. Praat ge over hem door, dan komen de treffende verhalen van zijn gebedsverhooringen; van, hoe zijn gtvoel dat er bij de menschen iets niet in den haak was, aan het ongelooflijke grensde en ze dan bang maakte om met hem te zijn, wijl hij op deze wijze zelfs langvergeten zonden tot herinnering en bekentenis bracht; anecdoten - maar, zooals nu uit GUNNING'S boek blijkt, daaronder welgestaafde. De eerste dier anecdoten die ik al vóór jaren over hem hoorde, was die van de arme weduwe, welke van baar maar twee koeien, de beste dood in den stal had vinden liggen en van den rijken boer, die zoovele beste koeien op zijn stal bad.

Ds. BUDDING, aan wie zij haar ongeval had geklaagd was naar hem gegaan, met den beer VAN 'T LINDÏNHOUT, die toen in GOES bij BUDDING logeerde en het zelf aan GUNNING heeft verteld.

„Broeder, ik kom met een boodschap. Ik hoor, je hebt zulke beste koeien, kan ik die ook zienl"

Dan gaan ze met hun drieën naar den stal.

BUDDING vindt ze mooi en zegt „die heeft God je gegeven."

De gelukkige bezitter van al die beste koeien, niet wetende waar dominee heen wil, beaamt dat vromelijk.

„Nu, dan zal het je gemakkelijk zijn de beste er van bij de weduwe L. te brengen. Haar beste koe lag van morgen dood in den stal. Zoudt ge haar deze koe niet willen brengen? "

Maar het is den boer niet gemakkelijk en hij wil beslist niet.

„Nu, houd ze dan ! Ik heb mijn boodschap gebracht."

Twee dagen later komt hij, al vroeg, in Goes aaa BUDDING vertellen: „Ik heb de koe ge bracht."

„O, dan heeft God je gewillig gemaakt." »Ja, maar langs een harden weg! Gisteren lag een koe dood in mijn stal, en nu heb ik de beste van de overige maar genomen" (p. 400).

Ik kan mij levendig voorstellen, dat Dr. GUNNING, toen hij, vóór nu vijfentwintig jaren, te WILHELMINADORP bij GOES predikant was ^Q zoo d^ar, als in den omtrek, dat alles te hooren kreeg, en „telkens met personen in ^^oraking kwam, die den naam van Ds. BUDDING "net eerbied en dankbaarheid noemden", zich gedrongen voelde om over BUDDING te schrijven.

Zoo verscheen dan in 1883 GUNNINGS studie Over BUDDING bij BOLLAND te GOES.

Thans na ruim 25 jaar geeft de geachte schrijver daarvan een tweeden druk.

»De eerste uitgave", zegt hij, „droeg ik op aan Ds. HuET, ook al zoo'n eigenaardigen vrome, die mij in menig opzicht aan BUDDING deed denkeu, en die, evenals hij, in en onder al zijn veranderingen en slingeringen, toch een standvastig liefhebber van den Heere Jezus is geweest 6" tot zijn dood toe gebleven."

Dezen tweeden druk draagt hij op aan Buddings Gemeente. „Aan de Christelijke evangelische Gemeente te Goes, de geliefde en ge zegende kudde, in wier midden H. J. Budding bad en werkte, wordt deze levensbeschrijving van haren eersten herder en leeraar, bij he naderen van zijn honderdsten geboortedag, in broederlijke toegenegenheid en hoogachting opgedragen door DR. J. H. GUNNING J.HZN, , Dienaar des Woords in de Ned. Herv. Kerk." Aldus de dedicatie.

Deze tweede druk is metterdaad een veel vermeerderde.

Twee later verschenen geschriften over BUD­ DING, dat van de moeder van wijlen Ds. N. DE JONGE uit 1884 en dat van den heer D, DE RijCKE, in 1906 uitgegeven door het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, — zijn thans geraadpleegd. Bovendien kreeg GUNNING voor deze uitgave de beschikking over de zeer rijke correspondentie van BUDDING, wier inhoud deels in de biographie zelf, welke thans 448 pagina's telt, is verwerkt, deels in een zeer lezenswaar dig „Aanhangsel", p, 449—599, is opgenomen. Behalve een geneologie van het geslacht Buddingh, brengt dit aanhansel brieven van LEDE-BOER, BAKKER en v. DYKE, ook brieven aan Ds. BUDDING van eenige „Vaders der Scheiding."

Maar deze tweede druk is niet alleen veel vermeerderd doordat de auteur thans over rijker materiaal had te beschikken, maar ook vermeerderd in gehalte, door de diepere kennis van het menschenhart, die hij zich na vijf en twintig jaren heeft weten te verwerven.

GUNNING heeft een goed werk verricht met ons een levensbeeld van 'n zoo merkwaardig man als BUDDING geweest is, te teekenen.

Bij mijn hooge waardeering voor deze biographie, heb ik echter een paar kleine opmerkingen. Zoo als het boek hier voor mij ligt, ontbreekt er in, met zijn XX hoofdstukken, wat ik zou willen noemen de, bij een levensbeschtijviug zoo noodige, doorzichtigheid.

Mij dunkt, dit ware door een schrijver die zoo zijn stof toont te beheerschen, als DR. GUNNING dit doet, met weinig moeite te verhelpen geweest. Waarom niet met het oog op degroote epoche in Budding's leven: „de verandering" — ook de beschrijving van dat leven in twee hoofdperioden gedeelte? In enkele onderperioden uit den tijd voor de verandering, had dan kunnen beschreven worden wat nu de inhoud der eerste XIII hoofdstukken is, BUDDING'S jeugd en akademische vorming te Utrecht; BUDDING als predikant in de Hervormde Keik, straks bij de Scheiding, dan bij de Vrije Gemeente, of, zooals dat onder ons heet, bij „een Kerk van min vaste formatie"; eindelijk zijn reis en verblijf in Amerika.

Zoo ook ware de tweede hoofdperiode weer ónder te verdeelen.

Mijn tweede opmerking is van minder belang en betreft een paar, bij een man als DR GUNNING die, anders dan BUDDING, zoo bijzondere gaven voor persarbeid heeft, zeer opvallende, minder gelukkige uitdrukkingen. Zoo lees ik op p. 4, dat B'S „indrukbaar gemoed open stond voor alle invloeden"; op p. 8 „Hoezeer zijn vader het ook wenschte, bierbrouwen trok hen: gansch niet aan"; op p. 284: klageren voor klagers; op een andere "bladzijde vond ik, met stille verbazing over zooveel sympathie voorde doffe e, — 3.\ovame, ea angst^.

Maar, dit alles valt weg tegenover de waarlijk psychologische verklaring, die GUN NiNG ons Nan het vele zonderlinge in BUDDING, ook van diens „verandering", biedt; valt weg, tegenover de zoo weldadig aandoende kracht van overtuiging, waarmee GUNNING het voor de katholiek-christelijke Belijdenis van de Drieënheid en de Godheid des Heeren op neemt tegen , , den lateren Budding; " valt weg tegenover al die fijne toetsen en kleine trekjes o. a. dat BUDDING zooveel van kanarietjes hield, — waarmee GUNNING in liefdevolle piëteit dit levensbeeld heeft geteekend.

Ook uit deze biographe kan men de leering trekken, hoe noodig voor den prediker een goede wijsgeerige en dogmatische opleiding is.

Zij had BUDDING ontbroken.

GUNNING schrijft en dat met blijkbare ingenomenheid, dat ook de pers der Gereformeerde Kerken den eersten druk van zijn Budding „als een objectieve en eerlijke karakterteekenicg prees."

Mij dunkt, dat deze lof ook aan den tweeden druk niet kan worden onthouden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 21 november 1909

De Heraut | 4 Pagina's

Leestafel.

Bekijk de hele uitgave van zondag 21 november 1909

De Heraut | 4 Pagina's