Leestafel.

I. DR. J. F. BEERENS. CHRISTENDOM EN VROUWKNBEWKGING. Utrecht. G. J. A. Ruys, 1909. Deze brochure heeft haar oorsprong in een lezing, die DR. BEERENS, predikant in de Hervormde Kerk te VARIK, heeft gehouden in TIEL, Ik acht haar èn om het onderwerp dat er in wordt behandeld èn om de wij^e waarop er dit in wordt behandeld, belangrijk genoeg om er hier de aandacht op te vestigen. De Vrouwenbeweging of het Feminisme, een naam, die het wezen der zaak nog minder uitdrukt, —is er nu eenmaal, en men dient er zich een oordeel over te vormen. Wie bij dit laatste zijn medemenschen behulpzaam wil zijn, doet, naar het mij voorkomt, nog 200 kwaad niet met een definitie of ten minste een omschrijving vooraf te laten gaan. Op dit stuk CU dunkt mij, dat DR. BEERENS zich in zijn brochure schuldig heeft gemaakt aan een zonde van verzuimenis. Waar hij van de Vrouwenbeweging, op p. II zijner brochure, zoo heel eer loops spreekt als van „eeu poging gswaagd lot opheffing van bet ganscbe vrouwelijk geslacht", kan dit tcch zelfs niet voor een omschrijving gelden.

Maar, al lijdt, door dit gemis aan begripsbepaling, het betoog van den geachten schrijver ook aa, n zekere onvastheid, de wijze waarop hij zijn onderwerp behandelt, is voor ons Christenen, 20oals ik reeds zei, belangrijk genoeg,

In deze brochure toch is een Christen aan het woord, die het zeggen van DR, SLOTEMAKER DE BRTJINE, uit diens Christelijk-Sociak Studiën, „Gelooven aan den Schepper, geiooven aan den Verlosser, dat is tegelijk: de toepassing van het christelijke vragen ook voor het sociale Jsven" —: met instemming overneemt, (p. 9). En in deze brochure is daarbij ook eea geleerde aan bet woord, die van de Vrouwenbeweging zeif, welke metterdaad een belangrijk verschijnsel is ia het sociale leven onzer moderne cultuur, ïich, èo blijkens de door-hem opgegeven literatuur (p. 10) èn blijkens den inhoud van zijn geschrift, door ernstige voorstudie op de hoogte heeft gesteld, alvorens voor dit verschijnsel van het sociale leven de toepj-ssiog van het christelijke te «ragen.

En zoo is dan de schrijver tot het, ook mijns inziens, juiste inzicht gekomen, dat de Vrouwenbeweging op zichzelf naar de beginselen van christelijke zedelijkheid niet is te veroordeeien; maar ook, dat in die beweging twee elemen'en zitten, waarvan hij dan het eene omschrijft als: „zucht naar verbetering van de positie der vrouw op de basis van bestaande toestanden", en het andere als „verlangen naar volkomen gelijkstelling vaa beide seksen, met algcheele omverwerping van het gegevene". Door ten Christelijke vrouwenbeweging wil hij dan het laatste bestrijden, om het eerste tot vollen wasdom te doen komen. (p. 18).

Het doel van zulk een Caristelijke vrouwenbeweging, „waarvan wij nu, heiaas in ons land nog weinig bespeuren, " maar die in 1899 bij onze oostelijke naburen ontstond in de DEUTSCH EvANGELiscHER FRAÜENBUND met Die Evangelische Frauenzeiiung als orgaan, zou dan moeten wezen: bevordering van de belangen der vrouw, met inachtneming van de haar door God toegewezen plaats en volgens de beginselen van het Evangelie, (p. 45).

De brochure handelt, na een Inleiding, over ontstaan en groei der Vrouwenbeweging; hare grondslagen; christelijke beschouwing der seksen; belemmeringen van het huwelijk; opvoeding tot huisvrouw; poshie der ongehuwde vrouwen; vrouwelijke beroepen; de vrouw en de studie; eindelijk, christelijke vrouwenbewegiug. Ik kan de lezirg van dit vlugschrift ten zeerste aanbevelen ook aan ónze lezers. 3. J. C. SIKKEL, Dienaar des Woords te Amsterdam. WAGEN ISRAELS EN ZIJN RUITEREN. DE PROFEET ELIA. EEN VUURBAAK IN DE LEVENS BRANDING. Arasterdam, H. A. van Bottenburg 1909.

Eén boek met drie titels. „Als ik bij mij op den Waaldijk sta, kan ik de snelheid, de richting en de draaikolken van de rivier beter waar nemen, dan ik wanneer in een roeibootje gezeten er door v/ordt meegevoerd." „Als de Waal laag staat, redeneert men dan aldus: Er zijn wel zandpiaten in, waar de schepen op vast moeten loopen, maar ia 's hemelsnaam, kat ze maar varen, dan moeten 2e zelf maar uitvinden, waar het diep is en waar niei ? Neen, natuurlijk niet, men waarschuwt, men wijst door bakens en tonnen san, welke richting zij kiezen moeten."

Dit zijn twee citaten uit de zooeven besproken brochure van DR. BEERENS. Wat die nu te maken hebben met het boek dat ik thans ga bespreken? Dit, dat de gedachten welks aan elk dezer twee citaten ten grondslag liggen, naar het mij toeschijnt, treffsnde overeenkomst hebben met die waarin SIKKEL het eigenaardige van den arbeid van den Profeet Elia ziet; waarin hij hem ten voorbeeld stelt, ook voor onzen tijd; en welke twee gedachten hij dan ten grondslag legt, de eene aan den eersten en de andere aan den laatsten titel van zijn boek over den PROFEET ELIA.

De rivier objectiveert zich niet voor den snel door haar strooming meegevoerden, en nog minder, als het tegen stroom op moet, — voor deo daa zweetenden zwoeger in zijn roeibootje, maar wêl voor den rustigen beschouwer op den dijk. Zoo CU ook krijgt men niet vóór zich, heeft men geen blik op het leven vaii onzen tijd, met zijn tioogsels en diepsels, met zijn crisis in den strijd of voor het bewustzijn van dezen onzen tijd Jehovah, dan wel BaSl God zal blijven, wanneer men er midden-in-is eu zich dan óf als de lust-menscheu er maar doorlaat glijden en eer geleefd wordt dan leeft, of als de smartenmecschen er zich dóór-moet-worstelen. Maar wel objettiveert zich dat leven, als men voor een enkel uur, voor éen dag, een Sabbatdag, door den dienst des Woords er eens uitkomt en dan wordt opgevoerd tot die hoogte der aanschouwing, van welke David zoo teekenend legt: „Hij, mijn God verhoogt mij op een rotssteen!" God Bu gebruikt daarbij ook den dienst der menschen.

Zoo in en voor zijn tijd, den tijd van de geweldige crisis Jehovah of Baal, — Elia« £n hoè £(ia dat toen gedaan heeft, beschrijft SIKKEL U door in machtige taal, machtig omdat haar woorden vau smart en van vreugd, van verrukking eu van verzuchting, zoo heel-diep indringen in uw ziel, — u te teekenen dien krachtmensch Elia, dien profeet in zijn dienst des Woords.

„Zie hem staan tegenover heel bet leven van zijn tijd, bij alleen, de band opgeheven naar den levenden God, roepend, getuigend voor den eeuwigen Waarachtige, wiens Naam en Woord voor heel het menschdom op aarde geldt", — roept SIKKEL uit.

Dat is de kracht van de profetie, van de bediening des Woords, de kracht die 'n mensch, ook de mensch Elia, niet heeft uit zichzelf; maar die hem toevloeit uit den God van het Woord en die hij oefent door het bedienen van het Woord van God. „Die machtige kracht is, de strijdmacht van den Heere Zebaöth, als machtige helden wachtend Zijn wenk, om te spoeden naar de aarde en te doen Zijn Woord".

„De macht die in de geestelijke crisis, die telkens op aarde in de menschheid weerkeert, doet kiezen voor den Heere, „Met die strijcmacht was Elia in zijn opvaren één; met die vurige wagens en paarden voer Elia ten hemel,

„Maar met die wagens en die ruiteren was Eiia ook één in zijn voorafgaand leven en in zijn dienst op de aarde". Daarom roept tot hem bij zijn hemelvaart ELISA, ziju geestelijken zoon, mijn vader, wagen Israels en Zijn ruiteren. Maar daar is meer.

David's wensch om al de dagen zijns levens te woaen in het huis des Heeren, waar bij werd verhoogd op den rotsteen, kon in dit leven niet vervuld. Het leven moet geleefd.

Men moet terug uit de beschouwing in de handeling. Uit de contemplatie in de activiteit. Uit den Sabbatdag in de werkweek. Terug, op en in den vollen stroom van het leven, waar bet dan voor velen vaak zoo'n tegen deu-stroom-op-roeien is; niet het minst wei voor wie nog gelooven aan bet verwezenlijken van idealen en zich dan „meester droomer" hooreu toevoegen.

En de rivier heeft zandplaten, waar schepen op vast moeten loopsn. De wijsheid zegt niet: laat ze maar varen, dan moeten ze zelf maar uitvinden waar het diep is en waar nist. Maar wèl zegt ze, laat ons door bakens en toonen aanwijzen welke richting zij moeten kiezen en zij laat het niet bij zeggen. Zoo ook beeft Eiia bij zijn dienst des Woords ia liefdevolle barmhartigheid gewaarschuwd; richting eu stuur gegeven aan het leven; en is bij in zijn tijd van geestelijke crisis, die telkens op aarde terugkeert, door woord en daad geweest tot een vuurbaak in de levensbranding. En ook dat teekent u Sikkei in ziji levensbeeld van Elia.

En zoo is dit boek een diep indringen in wat het Woord ons zegt van ELIA; van innig meeleven met den Profeet; van als het ware voelen den eigen harteklop van dezen krachtmensch. Maar daardoor ook, van indringen in het wezen van de bediening des Woords; van hoe die bediening voor ons moet objectiveeren het leven en in dat leven moeten stellen de bakens.

Een diepzinnig en daarbij stichtelijk, in den zin opbouwend, boek is deze PROFEET ELIA van SIKKEL.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen