Veceenigingsleben.

VEREEN. „TOT CHRISTELIJKE LIEFDADIGHEID” TE WAGENBORGEN.

Er werd reeds meer dan eenmaal op gewezen, dat we zoo langzamerhand gekomen zijn in een tijd, waarin de Christelijke huizen van barmhartigheid een solide geldbelegging zijn. Zeker, hier en daar moge er een Christelijke inrichtirg zijn, die het op den duur niet vol kan houden, de meeste zijn in den loop der jaren geworden tot toonbeelden van Ch.istelijke soliditeit, ook in fiaactieel opzicht.

Dit ceemt intusschen niet weg, dat zeer vele in den aanvang moeilijke dagen en jaren moeten doormaken. Bij de meeste was het begin maar klein en was een harde worsteling, een worsteling des geloofs en des gebeds, noodig om het hoofd boven wa'er te houden. De geschiedenis van menigen Christelijken arbeid spreekt van tijden, waarin van de band in den tand moest geleefd worden, en waarin, naar menschelijke berekening, het bestaan heel onzeker was.

Van zulke dagen weet ook de vereeniging te verhalen, welker naam boven deze regelen staat. •^d jaren is zij thans oud, maar zij was gedwongen eenige jiren in stilte haar weg te gaan, zoodat het verslag o/er rgoS eerst het 26e is. In het jaar r886 scheen het zelfs, dat de vereeniging in haar laatste dagen was. Zoo weinig rooskleurig was toen de fiaantieele toestand, terwijl 't gebouw, waarin toen nog de mannelijke en vrouwelijke patiënten samen woonden, sterk leed aan verval van krachten. En thaiïs?

„’t 3S'-te lecens-jiar der vereeniging „T. C. L." spreekt van veel belangsteUiog en veel toege negenheid des harten voor 't geen hier in 't noorden des lands op 't terrein der Crir. Pbilantropie wordt verricht, Hoe werkten tal van vrienden en vriendinnen samen, om ieder op zijne of hare wijze, 't goede te zoeken voor die groote schare mannen en vrouwen, die in onze inrichtingen worden verpleegd. Oaze vereen, leefi in veler hart. God heeft haar in haar 35 jarig bestaan ruimte gemiak*^, haar palen uitgebreid en haar zeer doea wassen. Dit is van den Heere geschied en het is wonderlijk in onze oogen." Met blijdschap zal dit vernomen worden, TOCÖ kan niet gejegd worden, dat de belangstelling in dezen Ciristelijken arbeid zoo is als die wezen moef, althans in sommige deelen des lands. Er komen toch in het verslag over 1908 cijfers voer, die den schijn doen ontstaan, dat men de vereeniging „T, C. L " veel beter weet te vinden wanneer men haar noodig heeft, dan wanneer dj nood heeft. Men oordeele zelf. De verpleegden zijn over de verschillende provii: c!ën aldus verdeeld:

Provinciën. Groningen Friesland. Drente O/erijsel Gslderland Utrecht Noord Hollaed Zuid Holland Zeeland Noord Brabant Limburg Totaal Micnen. 22 5 5 4 7 s 16 9 4 — — 77 Vrouwen. 28 13 4 IS r6 6 44 22 10 • — — 1S8 Totaal. 50 r8 9 19 23 rr 60 31 . 14 — 235

lotusschen kan men uit onderstaanden staai zieo. wat elke provincie aan contributie a voor de Vereen, bij elkander brengt.

PROVINCIËN. 1 BEDRAG. 1 Gronicgen / Friesland Drente O/erijsel Gelderland Uirecht Noord Holland Zuid-Holland Zeeland Noord Brabant Limburg 1974165 639 265 171 25 Ï31 III 379 — 329 30 138 40 95 — 75 — 75 — — Uit het Buitenland J f 418065 1 12f ' 4r92!65

„Deze twee staten —, aldus merkt het verslag zeer voorzichtig op —, die der verpleegden en deze der contributiëa, met elkander vergeleken, doen ons de verhouding zien tusschen 't aantal verpleegden en 't bedrag der contributjên ui' eenzelfde provincie. We beslissen hier niet, of die verhouding wel altijd juist is, maar vragen alleen, of in sommige provmciën niet wat meer voor de Nereen. „T. C. L." kon worden gedaan!" 't I3 inderdaad zéér zacht gezegd. We zullen het hier niet harder en scherper zeggen, maai wijzen er slechts op, dat Grocingtn ongeveer de helft der contributiën en een vijfde der verpleegden zendt, terwijl Noord Holland in de staten voorkomt met nog niet een tiende van de contributiën en met meer dan een vierde der verpleegden, en volstaan ovetigecs met deze zaak onder de aandacht te brengen van wie zulks aaDg3a^

Hoe groot de vooruitgang sedert 1886 was, moge uit het volgende blijken.

Am verpleeggeiden werd van i Mei 1886 tot 30 April 1887 cntvangen, /25r9.7s. Thans over 1908, /4239r30S. Aan giften konden toenmaals worden geooeKt / ir58.07S en nu steeg dit bedrag tot /39S8S7; terwijl da contributiën, - toen beloopende /180, over 't vorige jaar de kas der vereen, stijfden met /4192 65. En 't getal van 26 verpleegden klom tot 235, zoo mannen als vrouwen, die op 31 December 1908 in onze inlichtingen en in particuliere gezinnen werden verpleegd.

„Om u evenwel voor verkeerde cccclusiën, die ge uit dezen vooruitgang zoudt kunnen trekken, te vrijwaren, moet ik u — zoo schrijft bet verslag — toch ook nog iets anders zeggen. Vroeger was Beihei 'i eenige huis Attyeretmging. Dat vormde zoo wat één groot gezin, 't Is waar, de boerderij was er ook, maar daar mainteneerden Br. en Zr. Uuldershcfif hun eigen huishouding. Tegenwoordig heeft die toestand zich enorm gewijzigd. In den loop der jaren zijn er zeven afzonderlijke woningen verrezen voor even zooveel huisgezinnen, tot onzen arbeid in betrekking staande. Op 't terrein der vereeniging staan er zes. De zevende, waarin de boekhouder zijn thuis vindt, staat in 't dorp. 't Personeel der vier inrichtingen hetft bovendien zijn eigen huiselijk leven met al den aankleve van dien. Gij begrijpt, dit vordert alles saam heel veel uitgaven, niet te bedruipen, als de inkomsten daaraan niet geëvenredigd zijn.

„We kunnen — zoo luidt de begrijpelijke conclusie — geen contributiën, geen giften, geea collekten missen. Voortdurende, krachtige steun blijft driegend noodig. Per persoon en per jaar vroeg, volgens 't afgeloopen boekjaar, de exploitatie/231.66. Daarvan werd gemiddeld terug ontvaEgen/193 18. Alzoo moet [er persoon en per jaar bijgelegd /38 48 en kwamen we dus aan de exploitatie te koit ruim /8700, Daar boven komt dan nog primo: de afschrijving op de vaste en roerende goederen. Respectievelijk gesteld op i pCt. en 5 pCt„ geeft dit nog/2200. En secundo: de gewone jiarlijksche s flossing der aangegane verbintenissen."

Zoo ziet men, dat ook hier weer kan verhaald van strijd en msg geroemd in zegen, maar dat er voor de Christelijke offsrvaardigheid geen reden wezen kan, ter wüle van dien zegen zich nu verder maar terug te trekken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen