Vereenigingsleven.
„SONNEVANCK".
De liefdadigheid heeft zich den laatsten tijd met bijzondere kracht geworpen op de bestrijding der tuberculose. Dat geeft inderdaad reden tot zeer groote blijdschap, want de tuberculose is zeker niet te sterk geqaalificeerd als men haai een geesel der menschheid noemt. De statistieken, die allerwegen gepubliceerd worden en waarmee men het publiek zelfs tot in licbtbeel' denavonden toe van de vreeselijke verwoestingen onderricht, die door deze ontzettende ziekte worden aangericht, zijn daar om dat te bewijzen.
De lichtbeeldenavonden, zooals ze ook ten bate van „Sonnevanck" gehouden worden, zijn uitstekend geschikt, de bestrijding der tuberculose te dienen, mits men, niet te eenzijdig den nadruk leggende op de directe bestrijdingi vooral ook doe uitkomen, — gelijk dit in de voor bovengenoemde stichting georganiseerde avonden gedaan wordt — dat naast die directe bestrijding heil moet gezocht worden in de indirecte, in de voorkoming van al wat in net dagelij ksch leven de voort woekering van n« kwaad bevordert.
Het is goed gezien, dat men van Christelijw zijde in afzonderlijke slagorde tegen den vijand is opgetrokken, want, geldt voor alle zie''*? ' verzorging en ziektebestrijding, dat het geestelijl' element er niet in verwaarloosd mag worden, we meenen reeds eenmaal uitvoerig te hebben betoogd, dat dit vooral opgaat ten aanzien van de tuberculose, met name wat betreft de verpleging in sanatoria, waar zich, bij verwaarloozing van het geestelijke, een kwaad »^ ontwikkelen, waarvoor men niet te zeer bedacm kan zijn.
Van „Sonnevanck" kan terecht gezegd worden, wat zoo vaak van allerlei onbeduidenoe, heel of half onnoodige, dingen betuigd wordt,
namelijk dat het in een dtingende en diep gevoelde behoefte is komen voorzien. Dat dit aldus is, blijkt overduidelijk daaruit, dat „Sonnevanck" zich als met één slag een plaats in de harten van het christelijk volkje heeft weten te veroverenj dat het zich een sympathie heeft weten te verwerven, die in overeenstemmiog is met de plaats, die het in de practijk van het christelijk volksleven is gaan innemen.
Met niet te veel warmte kunnen we dan ook er op aandringen, dat men voortga, de „Vereeniging tot christelijk hulpbetoon aan tuberculoselijders" krachtig te steunen, opdat zij met haar uitnemende stichting steeds meer kunne beantwoorden aan haar roeping en aan de hooge eischen, die haar thans reeds gesteld worden, en aan welke zij in steeds toenemende mate zal hebben te beantwoorden.
Daarnaast echter zij er op gewezen, dat de christelijke liefdadigheid, ook als zij zich met de tuberculose en haar bestrijding bedg houdt, dê bescheidenheid en stilheid in acht heeft te nemen en de humbug, het sportachtige, heefi te mijden, dat de wereld aan haar tuberculosebestrijding helaas te vaak verbindt, en waarop, werd die methode dezerzijds overgenomen, zeker 'sHeeren zegen niet verwacht zou kunnen worden.
Zooeven zeiden we, dat „Sonnevacck" zoo'n belangrijke plaats in de praktijk van ons christelijk leven inneemt. Dit werd niet zonder goeden grond gezegd. Immers, in het vorige jaarverslag kon worden medegedeeld, dat vóór jr Dec. 1908 reeds alle bedden in de beide op 6 Oct. 1908 in gebruik genomen pavDjoens van „Son nevanck" bezet waren.
De ondervinding, in den aanvang van 1909 opgedaan, maakte duidelijk, dat zoo spoedig mogelijk moest worden gezorgd, dat het sanatorium vergroot werd.
De aanvragen om opname van patiënten werden steeds talrijker; een operatiezaal en een laboratorium ontbraken nog; debuisvestiogvan den geneesheer-directeur en van de directrice liet veel te wenschen over, een behoorlijke eeten conversatiekamer voor de zusters miste men! in één woord, het geheele personeel voor de verpleging moest zich behelpen en de verpleging zelf vorderde volledige sfjveiking van den bouw.
Toen dan ook ongeveer de helft van het kapitaal voor den bouw van het hoofdgebouw toegezegd was, meende het bestuur decer vereenigicg, niet langer met de aanbesteding daarvan te mogen wachten.
We willen niet verzuimen, hier eenige cijfers uit het verslag over te nemen, om te doen zien, hoe het geld der vereeniging besteed wordt en tevens om er eenig besef van te geven, hoe ontzaglijk veel voor zoo'n inrichting noodig is.
De aanbesteding had plaats den 29 Mei 1909 en de bouw werd voor ƒ 66800 opgedragen aan den aannemer J. de Groot te Apeldoorn. Bahalve dezen bouw werd aan denzelfden aannemer opgedragen de bouw van een machinist-woning, wijl de tegenwoordige woning voor den koetsier bestemd moest worden, de vergtooting van het Keukenge0ouw en van het machinegebouwj een en ander voor / 15323.
Het verfwerk werd afzonderlijk uitbesteed aan den heer M. Borgardijn te Arnhem voor/4825, de uitbreiding der pneumatische waterleiding en bet leveren en stellen van sanitaire artikelen werd opgedragen aan Gebr. Pruys te Apeldoorn voor / 9107, de aanleg der elecirische verlichting aan Gebr. Romeyn te Arnhem voor / 2500, de centrale verwarming aan de firma Deerns en Westeringh te Arnhem voor fSgóS Voorts werd nog besloten tot de aanschatfiag eener stoomkookinrichting die ongeveer / 50C0 moet kosten, en tot den aanleg van een be vlociingsveld, waarvan de kosten geraamd zijn op / 1500 Dit bevloeiingsveld is gewenscht, teneinde op de meest hygiënische wijze hei afvalwater van het terrein te verwijderen.
In de eerste helft van 1910 kan de voltooiing van „Sonnevanck" tegemoet geüen worden.
In verband met de ontzaglijke kosten, die een inrichting als „Sonnevanck" vooral in den aanvang vereischt, zal het niet bevreemden, dat, hoezeer de fiaantieele uitslag der exploitatie van het sanatorium tot tevredenheid moge stemmen, de vereeniging nog niet is waar zij wezen moet.
Het verpleeggeld ad/ 2 per dag was, zoo meldi het verslag, niet toereikend om alle kosten te dekken, en daarom is bij den vocrtduur de steun van allen, die onze vereeniging door contributiën en en giften sterker maken, zeer noodig; vooral ook, omdat zoodra de obhgatieleening geheel geplaatst zal zijn, niet volstaan kan worden met eene jiarlijksche aflossing van / 500, maar die aflossing zal moeten gesteld worden op een minimum van / 2500, om, naar mate de rentelast vermindert, regelmatig verhoogd te worden.
Tot krachtigen steun wekken we dan ook gaarne op, terwijl we evenzeer steunen het hernieuwd beroep op de medewerking van hen die met middelen gezegend zijn, om de nog in portefeuille zijnde obligation te plaatsen. Indien velen een 4 pCt. obligatie van / 500 of van / 100 nemen, kan de reeds zoo rijk gezegende arbeid op „Sonnevanck" voorspoedig voortgaan.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 3 juli 1910
De Heraut | 4 Pagina's