GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Prof. Honig zendt

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Prof. Honig zendt

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 28 April 1911.

Prof. Honig zendt ons het volgende schrijven, waaraan we gaarne een plaats verleenen:

Amice Collega,

Van polemiek ben ik geen vriend. Toch noodzaakt mij een uwer artikelen in het voorlaatste nummer van De Heraut, u vriendelijk eene plaats te vragen voor de volgende regelen. Na aan uwe lezers het volgende meegedeeld te hebben:

„De methode, die te Kampen gevolgd wordt, is over het geheel genomen eene andere dan te Amsterdam, en gaat van andere paedagogische beginselen uit. Te Kampen volgt men min of meer het klassen-systeem, zoodat voor de onderscheidene jaren verschillende colleges worden gegevenj het doel van deze colleges is, om in drie jaar heel de te behandelen stof met de studenten dOor te loopen, althans voor zoover de systematische vakken aangaat, en ze aldus voor te bereiden voor hun examen. Aan de Vrije Universiteit wordt eene andere methode gevolgd; de studenten volgen van meet af alle colleges, en een klasse-indeeling wordt hier in die inate niet gevolgd; ook is de be doeling van het onderwijs niet zoozeer om een globaal overzicht van heel het vak te geven, maar om aan de studenten vooral de wetenschappelijke methode te leeren; en ze moeten voorts in hoofdzaak door eigen studie zich voorbereiden voor hun examen."

laat gij de opmerking volgen: „Voor beide methoden valt iets te zeggen, en we spreken hiermede volstrekt geen afkeurend oordeel uit over een van de beide methoden."

Helaas zijt gij echter in het vervolg van uw artikel —• zij bet onbedoeld — aan dit goede standpunt niet getrouw gebleven. Immers qua lificeert gij daar de methode, die aan de n Theol. School gevolgd wordt, als de „drilmethode."

Nu geloof ik gaarne, dat gij hiermede niet bedoeld hebt wijlen Prof. De Cock, uwen geachten ambtgenoot Bavinck en mij te kwetsen — maar dit neemt het feit niet weg, dat eene dergelijke qualiücatie voor de betrokken inrichting, voor de betrokken hoogleeraren, en voor de aan de School gevormde dienaren des Woords krenkend is. Ik vertrouw dan ook, dat gij haar zult terugnemen.

Daarbij is uwe voorstelling in meer dan één opzicht niet geheel juist.

Ik bepaal mij tot het hoofdvak van de door u genoemde groep: ds Dogmatiek.

Volgens de officieele verslagen behandelde d Prof. Bavinck in den cursus 1906/1907: lolei' ding tot de dogmatiek en een gedeelte der leer over God (3 uur per week werd de Dogmatiek gedoceerd) en op het college Con trovers „de psychologie der religie" (2 uur per week); in den cursus 1907/1908: Vervolg der leer over God, en voorts de leer over wereld, mensch en Christus (2 uur per week) en op het college-Controvers „de leer der zonde in Oud-en Nieuw-Testament (3 uur per week); en in den cursus 1908/1909: Leer van Kerk. Sacrament en Laatste Dingen (3 uur per week); — het college-Controvers werd toen niet gegeven, Gij zult mij toegeven, dat dit ongeveer de gehéele Dogmatiek is, en er dus thans in dit opzicht geen verschil bestaat tusschen Amsterdam en Kampen (waar ik in 4 jaren de Dogmatiek in haar geheel behandel).

Trouwens, ook aan onze Rijksuniversiteiten komt het wel voor, dat een bepaald studievak in betrekkelijk korten tijd behandeld wordt Wijlen Prof. Baljon b.v. schrijft in de Voorrede zijner „Encyclopaedic": „Wenschelijk is, dat de hoorders eene schets van bet geheel verkrijgen, doch dit is in één jur onmogelijk, tenzij dat de docent een Handleiding gebruike en daarover spreke."

En volgens de officieele verslagen behandeldet gij ook zelf in 3 jaren de geheeleEncyclopaedie, terwijl door u een uur per week dit vak gedoceerd werd.

Voorts volgen aan de Theol. School alle studenten, die het propaedeutisch ex^tmen heb ben afgelegd, tegelijkertijd gedurende 3 uur per week de colleges in de Dogmatiek, terwijl bovendien voor de studenten van het 2 de studiejaar op een afzonderlijk college de Inleiding behandeld en voor de studenten van het 4de studiejaar gedurende 2 achtereenvolgende uren een responsie-college gehouden wordt. Mijns inziens kan op deze wijze de Dogmatiek zóo worden gedoceerd als het voor weten schappelijk gevormde dienaren des Woords noodig is.

Natuurlijk wil ik met het gezegde niet geacht worden, ook maar iets af te dingen op de waarde van het breedvoerige college-dictaat van uwen hooggeschatten Vader — veeleer verwijs ik hiernaar mijne studenten herhaaldelijk. En eveneens verklein ik hiermede geenszins debeteekenis van Bavinck's breed opgezette Dogmatiek. Welk Gereformeerd Theoloog zou voor zulke standaardwerken niet dankbaar zijn?

Zoolang echter een Handboek ontbreekt, meen ik, dat de Curatoren der Theol. School er terecht prijs op stellen, dat de Dogmatiek in niet al te langen tijd in haar geheel behandeld wordt.

Eenmaal zulk een Handboek aan onze stu denten te mogen aanbieden, is een mijnei; idealen. Deskundigen gelieven echter te bedenken, daar waar ik geroepen ben wekelijks 13 uren college te geven in de Dogmatiek, de Ethiek, de Homiletiek (theorie en schetsen), de Encyclopaedie, de Philosophic en de Logica (Psychologie); voorts in al deze vakken (behalve in de Ethiek) tentamen en examen afnemen moet; en dan evenals mijne geachte collega's gedurende het overgroote deel van den cursus wekelijks „de krans" heb bij te wonea, en om de 4 jaren met het Rectoraat belast ben, mijn tijd zeer in beslag genomen wordt.

Veel meer dan mij lief is, heb ik in dit schrijven over mij zelven gesproken. Uwe lezers zullen hierin, naar ik mij vlei, noch zelfverheffing noch eenige geringschatting van den «rbeid mijner geachte ambtgenooten zien. Uw artikel noopte mij er toe.

Met hoogachting en hartel. hroet verblijf ik

Uw vriend en broeder.

Kampen. 26 April 1911.

Wat de uitdrukking „drilmethode" betreft, al was ze door ons niet in kwetsenden zin bedoeld, geven we onzen hooggeacbten collega gaarne toe, dat ze misschien een minder gunstigen indruk kon maken en nemen we haar daarom voetstoots terug.

Anders staat het natuurlijk met de zaak zelve. Dat de paedagogische methode, aan een Universiteit, bg welke het hoofdoel is de wetenschappelijke ontwikkeling, en andere is dan bij een Theologische chool, welke in de eerste plaats het oog heeft op de vorming voor het kerkelijk mbt, ligt in den aard der zaak. Het geéele leerplan, de methode van onderwijs, het aantal college-uren, de beteekenis, die en aan de vakken hecht, de verdeeling er examens enz. zal daardoor beheerscht worden. Maar evenzeer spreekt het van zelf, at er vakken zijn, bij welke dit verschil terker of minder sterk aan het licht zal reden, en dat ook de persoonlijkheid van en Hoogleeraar hierop invloed zal hebben. en Hoogleeraar aan een Theologische chool kan zijn onderwijs streng wetenchappelijk inrichten, en omgekeerd een ooglseraar aan een Universiteit zich uitluitend toeleggen op de practische vorming an zijn studenten. Maar al zal de practqk oo telkens afwijkingen vertoonen van het aedagogisch beginsel, dat beide inrichtingen beheerscht, daarom is het karakter van Universiteit en Theologische School toch iet hetzelfde en kan men, wanneer men e tegenstelling principieel teekenen wil, dit niet anders doen dan door ons is geschied.

Was nu het doel van Ds. Sikkel geweest, om de beide inrichtingen te laten saamsmelten, dan stond de zaak geheel anders. Maar hij wilde beide inrichtingen geheel zelfstandig en naar haar eigen aard naast elkander handhaven. Daarom moesten we er op wijzen, dat deze beide methodes, consequent doorgevoerd, elkander uitsluiten. Eenig onvriendelijk oordeel over de leermethode te Kampen gevolgd, was daarmede iet bedoeld.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 30 april 1911

De Heraut | 4 Pagina's

Prof. Honig zendt

Bekijk de hele uitgave van zondag 30 april 1911

De Heraut | 4 Pagina's