GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vereenigingsleven.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vereenigingsleven.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

EEN ZAAK VAN GELOOF.

Onlangs is in de Tweede Kamer der Staten-Generaal door Dr. Knyper erop gewezen, dat de schoolstrijd nog op verre na niet geëindigd is, al is zij dan ook in zooverre geluwd, dat niet meer de gansch exeptioneele toestand van voorheen bestaat, dat onderwijs ten eenenmale een politieke quaestie was.

Zulks neemt niet weg, dat de ideeën van gelijkheid van alle onderwijs voor de wet hoe langer hoe meer veld winnen. Van Links werd zelfs erkend, dat de grondslag van ons volksonderwijs moet gevormd worden door definitieve regeling van de subsidiequaestie.

lntusschen weet ieder, die iets met den bouw van een Christelijke school te maken heeft, hoe er wel ter dege nog groote ongelijkheid voor de wet bestaat. Komt men in zekeren kring tot het besluit, dat er een bijzondere school noodig is, dringend noodig zelfs, wat met feiten en cijfers kan worden aangetoond, dan kan er allerminst sprake van zijn, dat men maar dadelijk aan het bouwen kan gaan; doch is er meer waarschijnlijkheid, dat het oogenblik, waarop men kan beginnen te bouwen, van het tijdstip, waarop men tot bouwen in principe besloot, door een of meer jiren gescheiden is.

De oorzaak daarvan zit hierin, dat, terwijl voor een overheidsschool het geld er is, zoodra maar besloten wordt dat het uit de publieke kas genomen zal worden, voor de bijzondere school eerst duizenden voor grondaankoop moeten worden bijeengebracht door vrijwillige offers, en dan nog eens duizenden voor bouwkosten, van welks een overig deel gevonden kan worden uit hypothecaire gelden of obligatiën. Wat men van overheidswege als subsidie krijgt, helpt hoegenaamd niet voor het stichten eener school, doch heeft alleen beteekenis voor de exploitatie-rekening.

Het is totaal onmogelijk, om met het bouwen van een school te beginnen zonder vele duizenden, die bij kleine bee'j es bij elkaar gebracht worden, zelfs al laat men nog buiten beschouwing, dat voor bedrijfskapitaal ook nog een zeer belangrijk bedrag voorhanden moet zijn.

Wie dan ook mocht meenen, dat er zoo ongeveer finantieele gelijkstelling van openbaar en bijzonder onderwijs voor de wet is, vergist zich ten eenenmale. Er is niet meer dan een begin gemaakt met die gelijkstelling, niet meer dan een eerste stap is gezet op den weg, die naar de algeheele gelijkstelling voert.

Nu meenen echter sommigen, dat men meer scholen moest gaan bouwen, in het geloof, zooals dat genoemd wordt. Men moet maar beginnen met bouwen zonder dat men geld heeft, vertrouwende, dat de Heere het noodige wel zal zenden.

Wie zoo redeneeren, zien meestal eenigszins uit de hoogte neer op andersdenkenden, op geestverwanten, die meenen, dat geen school mag gebouwd worden, welke geen goeden linan-tieelen grondslag heeft.

Die meening, dat het bouwen zoogenaamd in het geloof verre de voorkeur verdient boven het bouwen op goede grondslagen, althans zeker d^n, wanneer niet snel genoeg een goede geldelijke basis te leggen is, behoort niet tot de zeldzaamheden, maar is vrij ruim verbreid en wordt zeker wel zóó vaak aangetroffen, dat er aanleiding voorhanden is om er eens een enkel woord van te zeggen; mede daarom, dat zij haar werking niet alleen bij schoolbouw, maar ook op ander terrein van het vereenigingsleven wel doet gevoelen.

Men kan kiezen tusschen twee leefregels voor den Christen. Volgens den eenen kan de mensch alles op het geloof doen, zonder dat hij de noodige waarborgen schept, dat zijn werk wel zal gelukken; volgens den anderen moet een ieder in zijn leven alles doen op de wijze, die volgens menscheiijke berekening de beste is en moet hij zijn arbeid technisch goed doen en hem met goede waarborgen omringen.

De eerste raethode past niemand tea volle toe, Ieder schep^t telkens ea telkens weer waat t a borden. Men sluit levensverzekeringen, btandassurantiën, plaatst bliksemafleiders, grendelt 's nachts zijn deur, maakt een leuning aan zijn trap, zorgt voor geregelde maaltijden, voor deugdelijke kleeding en wat dies mee zij, en dat niettegenstaande God den mensch even goed zonder al die waarborgen behoeden kan voor allerlei kwaad.

In finantieele aangelegenheden doet men evenzoo. Men berekent de kosten en de kansen en begint eerst din een zaak, als men berekend heeft, dat men goed zal uitkomen. Wie anders doet, wie maar op goed geluk af allerlei dingen aanvat, waarmee hij kans loopt, slecht uit te komen, dien wordt daarvan terecht een ernstige grief gemaakt.

Alleen maar, als het aankomt op arbeid in 's Heeren wijngaard, dan is men op eenmaal van andere opinie, dan luistert alles zoo nauw niet meer, maar doet men, met een beroep op het geloof, veelal de zaken op goed geluk af. Men bedoelt dat natuurlijk zoo niet, maar wekt niettemin den schijn, alsof het er minder op aankomt hoe men voor 's Heeren huis arbeidt, terwijl men, heel anders, bij allerlei arbeid vcor 's Heeren naam en zaak met buitengewone nauwgezetheid moest arbeiden om te voorkomen, voor zooveel aan ons ligt, dat, om de gebrekkigheid van den arbeid, des Heeren naam wordt gesmaad.

Het schijnt, dat men tot de meening, als zou men, bij arbeid voor Gods Koninkrijk, niet zoozeer behoeven te letten op deugdelijkheid van finantieele grondslagen, komt omdat men denkt, dat, als alles in orde is, ook met de finantjën, voor zoover wij berekenen kunnen, er niets meer voor het geloof overig blijft en men eigenlijk God, met eerbied gesproken, het werk uit de handen neemt.

Ware deze opvatting juist, dan zou men consequent moeten zijn en overal in het leven de waarborgen moeten verwijderen en alles aar op goed geluk af moeten doen; dan zou en, zoo in den speciaal Christelijken arbeid ls in den gewonen dagelijkschen arbeid, alles r maar op moeten wagen.

Gelukkig doet men dit niet, maar doet men alleen een beroep op het geloof in den o.i, niet juisten zin, wanneer het ons niet snel genoeg gaat, wanneer wij niet wachten kunnen tot 's Heeren tijd en gelegenheid komt.

Veroordeelt deze halfheid zich zelf reeds, daar komt bij, dat de meening geheel ten onrechte gekoesterd wordt, als zou er voor de geloofswerkzaamheid niets meer overblijven als de betrokken arbeid zoo soliede mogelijk is verricht.

Arbeiden in het geloof wil toch dit zeggen, diep doordrongen te zijn van hel besef, dat men alle de gaven en krachten, die men bezit, ontvangen heeft van God, tot wiens eer ze besteed moeten worden; het wil zeggen, dat men tot die besteding naar Gods wil alleen bekwaam is, voor zoover Gods genade er toe bekwaam maakt; het wil zeggen, diep overtuigd te zijn, dat wij menschen, hoe we ook „ons best doen", niets goed kunnen doen dan onder 's Heeren zegen; het wil zeggen, steeds te bedenken, dat het beste menscheiijke werk hoegenaamd geen vruchten kan opleveren, indien de Heere de vruchtbaarheid niet schenkt.

Zeker, als de Heere een bepaald gebod geeft voor een bepaald geval, dan mogen wij geen waarborgen vragen. Maar zoo staat het met ons vereenigingsleven niet. God heeft het, het zij met eerbied gesproken, aan Zijn kinderen overgelaten, bij het licht van Zijn Wooid en bij het licht, dat Hij hun in hun verstand gegeven heeft, voor Zijn Koninkrijk te werken.

Maar dan moeten we dat zoo goed mogelijk doen, en vooral secuur zijn in het leggen van den grondslag, waarop de bovenbouw moet verrijzen. We moeten goed werk leveren, anders wordt om onzentwil licht 's Heeren naam gesmaad.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 18 juni 1911

De Heraut | 4 Pagina's

Vereenigingsleven.

Bekijk de hele uitgave van zondag 18 juni 1911

De Heraut | 4 Pagina's