INGEZONDEN STUKKEN.

(Buiten verantwoordelijkheid van de Redactie).

Aan de Redactie van het weekblad De Heraut, Amsterdam.

Geachte Redactie !

Gaat het andere gewone menschen zooals mij, dan gebeurt het dikwerf, dat naar de papiermand wordt verwezen wat eenmaal is geschreven, als er een nacht over heengegaan IS, met de gedachte: „och, wat zal het baten" of: „laat ik het maar aan meer ontwikkelde menschen overlaten"; men wordt toch zoo spoedig verdacht dat men ook eens een duit in 't zakje wil werpen. Vandaar acht ik beter, zoo u er geen bezwaar tegen hebt, mijn naam hieronder niet te vermelden.

Doch ditmaal wil ik er mij eens over heenzetten en naar aanleiding van het opgenomen stuk „Eenheid van opleiding" door Ds. van Schelven van Wageningen, in de Heraut van 28 Mei j.l. DO. 1743, u beleefd verzoeken het volgende te plaatsen.

Ds. van Schelven onderstelt blijkbaar, dat minder ontwikkelde lieden het onderscheid der methode van opleiding te Kampen en te Amsterdam, of beter gezegd: aan een Seminarie of Universiteit niet altijd snappen, doch ik verzeker u, dat hij daarin zich vergist, voor een groot deel ten minste.

Alleen reeds het feit, dat in ongeloovige kringen en in hun pers onze universitaire opleiding het meest wordt bestreden, zou al voldoende zijn om te weten waarvoor partij moet worden gekozen; ook het indertijd overgaan van twee boogleeraren van de Theologische School naar de Vrije Universiteit gat ons versterking in de keuze van voorrang.

De Seminarische vako'^laAvag vinden wij voor onzen tijd en bij de ontwikkeling der verschillende wetenschappen niet voldoende om in het volle leven niet alleen weerstand te bieden, maar ook veroveringen te kannen maken voor onzen God en Zijnen Christus.

Indien de prediker des Evangelies naar de Schriften, althans in onze groote steden, zal kunnen voldoen aan wezenlijke behoeften en zijne hoorders wapenen voor den dagelijkschen strijd, dan dient bij, m. i., zelf een alzijdige opleiding genoten te hebben.

Ik zeg dit niet uit antipathie tegen personen, verre van daar, want zelfs hooren wij dikwijls een prediker die aan de Theol. School gestudeerd heeft, met grooter genoegen dan een die zijn opleiding aan onze Vrije Universiteit genoten heeft, doch ik zou het èn om boven vermelde redenen, èn om besparing aan geld en krachten, het een zeer groote aanwinst voor Kerk, Staat en Maatschappij achten, zoo er een weg kon gevonden worden om ons uit bet labirinth te helpen. O, die gevoeligheden . . ., die oudste brieven . . ., die bedingen . . .

Doch, al is voor een en ander ook wat of veel te zeggen, moet, om de doorwerking en bevordering van de beginselen naar Gods Woord op elk terrein des levens en tot weder opbloeiing der Calvinistische beginselen in dit geval niet het mindere voor het meerdere wijken ?

Met hoogachting en viiendelijken dank voor de opname.

Rotterdam, 2 Juli 1911,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen