GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Indien Dr. Schotel nog leefde

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Indien Dr. Schotel nog leefde

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 26 Jan. 1912.

Indien Dr. Schotel nog leefde en zijn vaardige pen een derde deel kon toevoegen aan zijn ia 1841 verschenen Kerkelijk Dordrecht, dan zou htj voor de jongste historie zeker geen gebrek hebben aan stof.

Want het Kerkelijk Dordrecht doet van zich spreken.

De bittere strijd, die hier tusschen „modernen" en „orthodoxen" in de Hervormde Kerk gestreden wordt, geeft tot allerlei min verkwikkelijke tooneelen aanleiding, en het oog van heel de vaderlandsche pers is op Dordrecht gericht, of er niet weer een kerkschandaal valt te boeken, dat als prikkeltectuur voor de lezers dienst kan doen.

Nauw is dan ook het rumoer verstomd over de ietwat zonderlinge wijze, waarop Ds. Keiler, de voorvechter der Dordtsche rechtzinnigheid, geroepen om zijn modernen ambtgenoot in het ambt te bevestigen, verklaarde dat de bevestiging niet kon doorgaan, omdat de moderne predikant slechts onder voorbehoud op de bevestigingsvragen had geantwoord, of thans is het kerkelijk Dordt weer in rep en roer, omdat dezelfde geschiedenis zich herhaalde bij de bevestiging van een drietal moderne ouderlingen.

Alsof het toeval er mee speelde, trof het weer, dat Ds. Keiler de bevestigingsbeurt had. Ea toen een drietal der te bevestigen ambtsdragers op de vragen van het formulier antwoordden: \9L volgens mijne opvatting, verklaarde Ds, Keiler, „dat hij naar het formulier geen genoegen mocht nemen met de antwoorden der bedoelde personen en dat ze dus niet bevestigd waren".

Om een langdurige kerkelijke procedure over de rechtmatigheid van deze daad van den bevestiger te vermijden, hebben de moderne heeren maar voor hun ambt bedankt. Ze zuilen echter straks door het in meerder heid moderne kiescollege weer in volle glorie herkozen worden; de beurt van bevestiging zal dan aan een anderen predikant wezen, en zoo zal het moderne drietal langs een omweg in veilige haven worden binnengeloodst.

Eenige ernstige gevolgeit zal deze daad dus niet hebben.

Het is een storm in een glas water geweest.

Over Ds. Keiler deit staf breken, willen we ook ditmaal niet Trots al de zonderlingheid van zijn optreden en de wonderünge dingen, die hij ook thans weer bij de bevestiging gezegd heeft, en waaraan waarlqk niet ten onrechte aanstoot is genomen, waar deeren we toch in hem den moed, waar mede hij ook nu weer voor zijn overtuiging uitkwam, al wist hq van te voren, dat hij om deze daad in schier heel de pers door het slijk zou worden gehaald.

En toch toont ook dit droef tooneel op nieuw, hoe onze Gereformeerde broeders in de Hervormde Kerk, ze mogen protesteeren zooveel ze willen, met handen en voeten in den strik der Synodale organisatie gebonden zitten en de waarachtige geloofs moed, om met deze banden te breken, hun ontbreekt.

Zelfs kan kwalijk ontkend, dat de handel wq ze van Ds. Keiler min of meer den indruk maakt van jachtmaken op zeker vertoon. De Kerkcraad laat deze gekozen ambtsdragers, van wie ieder weet, dat ze modern zijn, aan de gemeente voorstellen, en Ds. Keiler zwijgt. Ds. Keiler wordt door den Kerkeraad voor de bevestiging aangewezen en... hij protesteert niet. En eerst als de gekozenen bij de bevestiging openlijk een antwoord geven, dat niet precies „naar het formulier" is, wordt dat de grond om hun bevestiging te weigeren.

En nog erger, als deze moderne heeren straks herkozen worden en door een anderen predikant wel bevestigd zullen worden, zal Ds. Keiler hen als wettige ambtsdragers in den Kerkeraad erkennen.

En dat niettegenstaande Ds. Keiler open-Iqk verklaard heeft: „Als we dit ambt naar ons eigen ik, naar onze eigen meening en opvatting hebben uitgeoefend, zie het ware beter, dat we niet geboren waren geweest, maar dat een steen om onzen hals gebon> den ware en wij verzonken waren in de diepte der zee".

Het dwaze van deze beeldspraak, — alsof iemand, die niet geboren was, met een steen om den hals verdronken kan worden I — zal wel te wijten zijn aan een min gelukkige improvisatie en laten we daarom rusten. Maar een man, die zoo scherp durft oordeelen over wie het ambt vervult naar „eigen opvutting"—wat blqkbaar doelde op de moderne heeren, die juist verklaard hadden „naar eigen opvatting'* het ja te bedoelen — en die dan toch deze zelfde mannen als ouderlingen in Christus' Kerk zal erkennen, in«akt toch een eonderlingen indruk.

En juist die tegenstrgdigheid, dat niet overeenstemmen van het woord met de daad, geeft aan heel dezen strgd te Dordrecht een zoo weinig verhcflfend karakter.

Men voelt, dat het heroïsme des gelooft ontbreekt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 januari 1912

De Heraut | 4 Pagina's

Indien Dr. Schotel nog leefde

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 januari 1912

De Heraut | 4 Pagina's