Buitenland.

Z'weden. Godsdienstonderwijs. De belijdenis der leden van den Staatsraad. Scheiding van Kerk en Staat.

Het Centraal bestuur van de Zweedsche predikanten-vereeniging heeft den Koning van Zweden een door 2000 predikanten onderteekende petitie doen geworden, waarin verzocht wordt dat, met het oog op vele bedenkeüjke verschijnselen in den laatsten tijd, hij er op letten zal, dat het Godsdienstonderwijs op de scholen gegeven worde , 4n overeenstemming met het Woord Gods, gelijk dit in de HeiSge Schrift gegeven en door de belijdenisschriften der kerk betuigd is". Het is wel opmerkelijk, dat in Zweden 2000 predikanten eenstemmig zich met dit verzoek tot hun souverein wenden. In welk ander land zou dit mogelijk zijn ?

In Zweden kunnen alleen als Staatsraden aangewezen worden die »de zuivere evangelische leer" beHjden. Op den laatsten Rijksdag stelde Prof. Helge Backström voor, deze bepaling te laten vallen, daar vele achtbare Zweedsche mannen deze belijdenis niet zijn toegedaan. Het voorstel werd afgestemd op grond, dat de Staatsraad als interimregeering soms de Koninklijke macht moet uitoefenen en daarom ook als opperbisschop der kerk behoort op te treden. In zulk een geval zou het niet aangaan, dat de zaken der Luthersche kerk door Joden of Roomschen zouden geregeld worden. Bovendien heeft de Staatsraad gedurig omtrent allerlei quaesties, het kerkelijke en godsdienstig leven betreffend, uitspraak te doen, terwijl de benoeming van de hoogere kerkelijke ambtsdragers in zijn hand gelégd is.

De quaestie van scheiding van kerk en staat is niet meer zoozeer in Zweden aan de orde als in 1892. Toch komen er telkens weer voorstellen opduiken, om de kerk meer vrijheid en zelfstandigheid te geven dan zij thans geniet; welke voorstellen voorloopig wel tot de vrome wenschen zullen blijven behooren. Er werd een voorstel in den Rijksdag gedaan om den Koning te verzoeken, te doen onderzoeken «in hoeveren onder welke voorwaarden eene vrijere gemeentevorming in de Zweedsche kerk mogelijk kan gemaakt worden.» Het doel van dit voorstel was, om hen die voor een vrije kerk zijn en hen die tot de staatskerk willen behooren, in een ordehjken weg te laten samenwerken. Volgens velen zou dat leiden tot het vormen van afzonderlijke vrije gemeenten in de Staatskerk. Ook dit voorstel werd door de eerste en tweede Kamer afgestemd. De mannen van de vrije kerk waren er evenmin mede ingenomen als de voorstanders der staatskerk, want de eersten zeiden, dat zij hunne kerkeUjke vrijheid te duur hadden gekocht, dan dat zij om der wille van het uitwendig voordeel zich onder het kommando van de staatskerk zouden stellen.

China. Is China geneigd het Christendom te aanvaarden?

In de Missionary Review lezen - wij: »0m de groote militaire en pohtieke veranderingen, die in den laatsten tijd in China plaats vonden, moet men den ommekeer die op Godsdienstig terrein te constateeren valt, niet uit het oog verliezen. Die is in den grond der zaak het merkwaardigste. De oude religiën hebben den doodsteek .gekregen. Het Confusianisme heeft de achting der leidende kringen verloren. (Hoe is daarmede te rijmen het streven van den president der republiek om het Confusianisme tot Staatsgodsdienst te maken, vragen we? ) Het wordt aangezien als tegenstander van de repubhkeinsche denkbeelden, en als een .steun voor de oude regeering. Daarom worden de Confuciaansche boeken met groote, welKcht al te groote strenhheid, uit de scholen der regeering verbannen. Eene menigte tempels worden door de nieuwe regeering gebruikt voor militaire depots of voor scholen. En de tempels die men liet bestaan, worden weinig bezocht, deels omdat het volk geen geld heeft om reukwerk te koopen en zich datgene aan te schaffen •wat bovendien voor den dienst in de afgodstempels noodig is. De Boedhistische kloosters werden opgeheven en in scholen veranderd. Voor de nonnen is gezorgd. De jongsten heeft men naar huis gezonden, voor de anderen zijn toevluchtsoorden bereid.

Men is er over 't algemeen mede ingenomen dat deze kloosters verdwenen zijn, want zij waren voor de bevolking een groote last. Alleen in de stad Kanton waren er 300 bedelaressen, welke in de Boedhistische kloosters woonden. Maar dit moet ons niet in den waan brengen, dat het Chineesche volk ook een Christeüjk volk geworden is. Het bewijst alleen dat nieuwe denkbeelden zich baan breken, en dat de deuren voor het EvangeHe geopend zijn.

Wij houden het er voor, dat het geraden is zijn oordeel op te schorten. Wij meenen dat door het voorbeeld van Japan het Chineesche volk er wel zeer toe geneigd is de Westersche cultuur aan te nemen; maar teekenen van toenadering tot het Christendom, evenals die op te merken zijn in Korea, en in een deel van Engelsch-Indië, komen slechts sporadisch in China voor. De deur is voor de prediking van het Evangelie geopend, omdat vele Chineezen zich voorstellen, dat bij de Westersche beschaving ook de Christelijke religie behoort; maar van een vragen naar het Evangelie bemerkten wij niet veel. Het oude vooroordeel tegen het Christendom is bij vele Chineezen wegenomen, maar daaruit volgt niet, dat er ook een honger is naar het Woord Gods.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen