GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

AAN VRAGERS.

P. W. doet twee vragen. De eerste luidt:

Ligt de stad Rama die in de H. Schrift dikwijls wordt genoemd, in het gebergte Ephraïm of in het Noorden van Kanaan ?

Misschien zou voor „ligt" beter „lag" te schrijven zijn. Dan dient opgemerkt, dat er vier Rama's in de Schrift voorkomen. Dit is te begrijpen als men weet dat Rama beduidt hoogte. j Zoo vindt men ook in ons land meer dan één Ouderkerk, Ouddorp, Nijkerk enz.

Het eerste Rama lag in Benjamin, ten noorden van Jerusalem. Daar woonde o. a. de profetes Debora Richt. 4 : 4, 5 naar wij lezen:

Debóra nu, eene vrouw, die eene profetesse was huisvrouwe van Lappidoth, deze richtte te dien tijde Israël.

En zij woonde onder den palmboom van Debóra, tusschen R< lma en tusschen Bethel, op hét gebergte Ephraïms; en de kinderen Israïls gingen op tot haar tot gerichte.

Later behoorde het tot het rijk der tien stammen. Het tegenwoordige dorp Ram is wellicht het overblijfsel van deze stad.

Het tweede Rama ligt in het gebergte van Ephraïm. Hier woonde de richter en profeet Samuel, zooals we lezen in 1 Sam. 7:17:

Doch hij keerde weder naar Rüma, want daar was zijn huis, en daar richtte hij Israël; en hij bouwde aldaar den Heere een altaar.

Er was ook een profetenschool. Saul werd hier gezalfd en David vluchtte er heen. Wel-Ucht is dit Rama het zelfde als Ariinathea, dat in het N. Testament voorkomt.

Het derde Rama lag in den stam Nafthali, het vierde in Aser, dus beiden in het Noorden. De twee andere lagen midden in het land.

De tweede vraag is:

In het Fransche leesboek van E. Gerdes komt een vers voor waarvan de titel is: La Bible. Het geeft den korten inhoud van den Bijbel weer.

In de inleiding wordt o. a. gezegd dat Rousseau de Sionsharp grijpt en dat zijn rijke stijl en edele wijze van uitdrukking zich soms verheft tot de zangen der profeten. Nu dacht ik dat Rousseau en bekend ongeloovige was geweest. Maar dan begrijp ik die versregels niet. Hoe is dat te verklaren.?

Ook wordt in hetzelfde vers gesproken van twee personen Tobias en Raguel. Waar komen die in den Bijbel voor ?

Wat de eerste vraag betreft dit:

In het midden der achttiende eeuw leefden in Frankrijk verschillende bekende ongeloovigen, veelal ook spotters gelijk Voltaire, Diderot, Rousseau e. a. Deze laatste heette voluit J. J. Rousseau (Jean Jacques). Doch er is nog een andere Rousseau geweest, een niet ongeloovig Fransch dichter J. B. Rousseau, en deze wordt in het vers bedoeld.

Wat het tweede betreft, Tobias en Ruguel komen niet in den Bijbel voor, althans niet de hier bedoelde Tobias. Hier wordt gesproken van twee personen die genoemd worden in het boek Tobias, een der Apocriefe boeken. Deze worden door ons niet tot de H. Schriften gerekend, maar door de Roomsche kerk gedeeltelijk wel. En daar nu de dichter van het vers Roomsch was, volgde hij de verkeerde opvatting van zijn kerk.

G. R. te B. heeft ergens gelezen dat men in de tijden vóór Christus geen schoorsteenen kende, en vraagt hoe de menschen het dan maakten met den rook, als zij moesten stoken.

Wat onze inzender zegt is juist, althans wat betreft de volken van het Oosten. Daar moest men zich behelpen zoo goed het ging. Moest er gekookt of gebraden worden dan geschiedde dit in de open lucht op de binnenplaats of ergens op straat, waar de rook vrijen aftocht had.

Lastiger was het als de vertrekken verwarmd moesten worden, wat ook voorkwam gelijk we zien in de geschiedenis van Jojakim. Men brandde dan een houtvuur op een ijzeren plaat, en de rook moest maar een uitweg zoeken door de vensters die getralied waren en gelukkig geen glas hadden. Salomo in al zijn heerlijkheid had zeker in zijn winterhuis ook last van den rook. Vandaar dat hij spreekt van de hinderlijkheid van den rook voor de oogen.

Menig geringe hut uit ons vaderland overtreft in geriefelijkheid van vuur en licht verre de paleizen van oudsher.

Om zich te verwarmen zonder veel rook, werd ook wel een kleine kuil gemaakt midden in den vloer der kamer. In dien kuil plaatste men een ijzeren pot en deed daarin kolen die elders gloeiend waren gemaakt. De kolen kregen een deksel met openingen en konden zoo warmte afgeven, 't Minste kacheltje in onzen tijd is echter vrij wat beter.

door »Ezels­ Wat verstaat men eigenlijk bruggen" ? vraagt P. te R.

In de groote wegen der Romeinen, allereerst voor het leger bestemd, lagen over de rivieren zware, stevige bruggen. ^Wie echter te ver van de brug was kon hier en daar ook over, op een zwakkere brug die hoogstens een man op een ezel dragen kon. Vandaar de naam.

Tegenwoordig duidt men daarmee een hulpmiddeltje aan om bv. bij het leeren iets gemakkelijk te onthouden. Men maakt dan als het ware gebruik van een bijpaadje. Zoo b.v. vóór jaartallen.

1500 V. C. Atozes de man Gods; 1500 naC. Luther de Hervormer.

600 V. C. Nebiuaaneaar. 600 n. C. MalioHud; beiden veroveraars.

300 v. C. Alexander de Groote ; 300 na C. Constantijn de Groote.

De Schoolvriend van De Liefde geeft de Oude geschiedenis op rijm ; dat onthoudt nog gemakkelijker, bv.:

Omstreeks het jaar zes honderd zes Kwam Medie's vorst Cyaxanes, Die heeft ten vure en ten zwaarde Gansch Ninivé verdelgt van de aarde, Gelijk de Heer gesproken had Van deze goddelooze stad. Men leest daarvan de profetie Zefanja twee en Nahum drie.

Op taaH-ii'ï gebied onthoudt men de scherpe meaea.UuKers door het woord 't kofschip., dat ze alle bevat.

Het O. Testament bevat 39 boeken. Vermenigvuldigt men de 3 met de 9 dan krijgt men 27, het getal der boeken van het N. Testament.

Zoo ware meer te noemen. Ieder kan er nieuwe bruggetjes bij timmeren. Ze doen zeer zeker vaak goeden dienst.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 21 maart 1915

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 21 maart 1915

De Heraut | 4 Pagina's