GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

In de Doopsgezinde

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In de Doopsgezinde

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 1 April 1915.

In de Doopsgezinde gemeente te Franeker werd dezer dagen door een 27-tal leden het zonderlinge voorstel ingediend om voortaan bij de Avondmaalsviering het uitdeden van brood en wijn achterwege te laten. Heel duidelijk was de forinuleering van dit voorstel zeker niet. Het kon de strekking hebben, dat wel de Avondmaalstafel zou worden toebereid en daarop het brood en de wijn worden geplaatst, opdat de predikant dan de sacramenteele handeling verrichtte door het brood te nemen en te breken en den wijn uit te gieten in den beker, maar zonder dat de gemeenteleden communiceerden. Er zou dan niets plaats vinden dan een symbolische handeling, waarbij de gemeenteleden alleen toe hadden te zien, evenals dit in de Roomsche Kerk gewoonlijk bij de Mis geschiedt. Iets, waar heel het Protestantisme steeds tegen opgekomen is, omdat dit lijnrecht indruischt tegen het gebod van Christus, die gezegd heeft van het brood: »neem, eet, dat is mijn lichaam*, en van den beker: sdeze beker is het Nieuwe Testament in mijn bloed, drinkt allen daaruit". Of wel de bedoeling kon wezen, dat men wel Avondmaal wilde vieren, maar zonder dat er brood of wijn aanwezig was, een Avondmaal dus, gelijk het Handelsblad het uitdrukte, zonder brood of wijn, in welk geval het natuurlijk even onjuist zou wezen nog van eeij »Avondmaalsvieringc te spreken, als dat men een »doopsbediening« kan hebben, waarbij het besprengen met water achterwege blijft. Een zekere inwijdingsplechtigheid, waarbij van geen waterbad meer sprake is, nog ïdoop« te noemen of een stichtelijke herdenking van Christus sterven, zonder de teekenen van brood en wijn, als »Avondmaalsviering" te bestempelen, is toch een onheilig woordenspel, waaraan zelfs een moderne zich niet mag schuldig maken.

En even zonderling als dit voorstel zelf is de wijze, waarop de Kerkeraad met dit voorstel handelde. Blijkbaar was de Kerkeraad tegen het voorstel, maar in plaats van het beslist af te wijzen, liet hij de beslissing over aan de gemeente. Deze zou nu bij meerderheid van stemmen uitmaken, of het door Christus ingestelde sacrament nog langer in zijn gemeente zou bediend worden. En die meerderheid bleek het niet alleen met de voorstellers eens te zijn, maar ging in revolutionnairen overmoed nog een schrede verder. Ze besloot het Avondmaal geheel af te schaffen en in plaats daarvan te stellen de viering van Christus lijden en sterven op den Goeden Vrijdag. Zoo werd de Goede Vrijdag, die niets dan een menschelijke inzetting is, gesteld in plaats van het Sacrament, door Christus ons gooden, en blijkt ook hier weer, hoe waar het is wat Christus van dezen eigenwilligcn godsdienst heeft gezegd: gij maakt Gods gebod krachteloos door uwe inzettingen. Men dweept in de moderne kringen met den Goeden Vrijdag, waarop men zoo aandoenlijk over Jezus lijden spreken kan, maar men verwerpt het Sacrament, dat Christus zelf heeft ingesteld om daarbij zijn dood te gedenken. En nu meene; men niet, dat dit Franeker geval op zich zelf staat en we er te veel waarde, aan hechten als teeken van wat er in de kringen der modernen omgaat. De schrijver van het Kerknieuws in de Nieuwe Retterdammer, die uitnemend goed in deze kringen thuis is, zegt ronduit, dat »hetgeen hier (n.l. te Franeker) openlijk aan de orde is gesteld, een punt van heimelijke overweging uitmaakt in tal van gemeenten, en niet alleen. Mennistengemeenten, want dat gerust kan gezegd worden, dat dit Franeker-voorstel eengroot deel der vrijzinnige godsdienstigen uit het hart is gegrepen". Zelfs geldt dit bezwaar natuurlijk niet alleen het Avondmaal, maar evenzeer den doop; men wil niet rusten voordat men met deze beide soude ceremoniën" geheel gebroken en ze voorgoed afgeschaft heeft.

Onbekend was dit alles natuurlijk niet. In de Vrije gemeente te Amsterdam , heeft men geen doop en avondmaalbediening; ook kan men in de afdeelingen van den Protestantenbond het best buiten deze sacramenten stellen. Maar wel is het een teekenend feit, dat-men thans ook in de Christelijke Kerk, waar deze sacramenten nog altoos heilig gehouden werden, ze nu uit religieus fanatisme afschaffen wil. Onder de leuze: > men doet geen nieuwen wijn in oude lederen zakken", treedt het modernisme op om met den beitel weg te hakken en met den moker te morzel te slaan al wat nog aan het »oude" Christendom herinneren zou. Voor geen instelling van Christus, voor geen traditie van eeuwen, voor geen gemeenschappelijk geloof van heel de Christelijke Kerk heeft men eerbied. Tot op het fundament toe moet de tempel worden afgebroken, waarin geslacht na geslacht God verheerlijkt heeft, om plaats te maken voor een gebouw van nieuw-modische structuur, waarin geen plaats meer is voor doopvont en avondmaalsdisch, maar alleen voor een preekstoel met daarop een modernen domine. Zelfs wordt dit zoogenaamd vrijzinnige Christendom in zijn formalisme onverdraagzamer dan de steilste orthodoxie. Of een goed deel der gemeente nog aan het Avondmaal hecht en het behouden wil, doet er niet toe; de meerderheid beslist, en schaft niet alleen voor zich zelf, maar voor heel de gemeente het Avondmaal af. Wie daarmee niet tevreden is, mag toezien.

Consec[uent is dit soort modernisme zeker. Consequenter dan het halfslachtige modernisme, dat' van doop en avondmaal als Christelijke sacramenten natuurlijk niets weten wil, maar toch beiden nog wel als, , symbolen" behouden wil, omdat het godsdienstig gemeenschapsleven het nu eenmaal niet buiten symbolen en liturgische handelingen stellen kan. Want zoo wordt onder een schoonen schijn de; goegemeente verschalkt. Ze meent nog haar Sacramenten te behouden en ze krijgt alleen een uitgeboorde schaal. Maar al is het consequente modernisme 'eerlijker en oprechter, het toont ook, met wat niets ontzienden haat het tegen de instellingen van Christus gekant is.

Daarom mogen onze broeders in de Hervormde Kerk wel toezien en geen oogenblik in hun strijd tegen het modernisme vertsagen. Hét gaat niet om de vrijheid van conscientie, niet om de eerbiediging van ieders overtuiging, maar om het behoud van het Christelijk karakter der Kerk.

Wat te P'raneker openlijk geschiedde, leeft —• het is thans openlijk gezegd — heimelijk in veler hart, en straks zal men wel zien, hoe het voorbeeld te Franel-cer gegeven, in menige moderne gemeente in de Hervormde Kerk navolging vindt.

En een Kerk, die zelfs het heilige sacrament van het Avondmaal afschaft, heeft niet alleen aan, Christus gebod zich vergrepen, maar heeft feitelijk met de Christelijke Kerk gebroken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 4 april 1915

De Heraut | 4 Pagina's

In de Doopsgezinde

Bekijk de hele uitgave van zondag 4 april 1915

De Heraut | 4 Pagina's