GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

MARTHA'S BEPROEVING.

IV.

PKTER PETERSEN EN KEN ONIMORTING.

»0 ja, juffrouw. De heer en mevrouw Howard zijn zeer nette en vrome menschen. Hun eenig kind, Eleonora, is mijn beste vriendin, ü kunt echter onmogelijk zoo ver loopen, u is te oud, te tenger, te zwak daarvoor. West u wel dst het nog een vol uur ver is ?

Ik mag den heelen weg niet alleen terug afleggen, daarom komt Jaantje, ons dienstmeisje, bij den.tol mij tegemoet.*

«Dat behoeft met, den tolbaas zal ik zeggen, dat hij het meisje terugstuurt, doch gij zult wel thuis wezen, eer zij vertrekt.

Onder deze laatste woorden werd de spreekster en haar vriendelijk gezellinnetje ingehaald door een vurig tweespan; koetsier en palfrenier in een bruine met scharlaken afgezette livrei op den bok. 't Rijtuig houdt stil, de palfrenier' springt_ af, opent het portier, !aat de treden iieêr en de oude juffrouw zegt: »St^ op en ga zitten, dit tot _M'artha, en tot den koetsier; «Naar de pastorie«.

Martha gehoorzaamt werktuigelijk en meent, dat zij nog nooit zoo iets prachtigs heeft gezien. Het met zilver gemonteerde tuig der paarden, de statige deftighcid der bedienden bewondert zij; doch tegelijk vraagt zij zich af: Wie zou dat eenvoudige, oude juffrouwtje wel wezen? Misschien de huishoudster eener rijke familie, zooals waar Mama van vertelt en men in boekeu over leest?

De oude dame hervat het gesprek.

«Je vriendin is de dominee niet; ken je den knaap, die daar thuis woont ? < -

«Peter Petersen, juffrouw ? Hij is mijn neeft.

, Je neef? onzin kind, je weet niet wat je zegt, of wien ik bedoel, t De spreekster ziet Martha tegelijk zoo aan, dat het meisje bang wordt, dat zij haar gedachten kon raden: Zij vergeleek de zwarte, scherpe oogen der oude dame met die eener kat, die alles begreep waarvan ze eens in een kinderboek gelezen had. Maar de bUH werd zachter en Martha van den rit genietende, lachte eensklaps hartelijk.

«Dat is een echt kinderlijk gelach. En waarom is het ? <

»0, juffrouw ik dacht aan mijn ontmoeting met u en dat ik daarom in dit, mooie rijtuig zit, zoo heerlijk zacht en schommelend, het lijkt net een sprookje.*

«Rijd je niet dikwijls ? «

tlkf nooit. Alleen met EUie in dominee's hittewagentje. Wij zijn te arm om uit rijden te gaan; maar wij zijn toch heel gelukkig, vooral nu Mama zooveel beter is.«

„Te arm om uit rijden te gaan, één dienstmeisje en toch heel gelukkig, dat is wel wat bijzonders; maar jij bent een vriendelijk kind*.

De koetsier hield stil om iemand naar de pastorie te vragen. De palfrenier deed het portier op een wenk zijner meesteres, want Martha gezegd dat dit villatje haar thuis was. beleefd bedankt en gegroet te hebben, de treden der koets af en snelde het qnen, onder d^? '.verbaasde blikken liarer r; die, , .bet.> ^jtui'g had zien stil houden. moê'

«O, •.Moesje, ^f is mijn derde avontuur, laat ik gauw-Vpoir"de theejgj^gen, dan zal ik u en .Papa er alles van ve^lj^ij, "

Mevrouw, .Cummii)«^Èide toe, dat 't op een avontuur leel? , maar.'dan'esn heel prettig. Mevrouw en mijnheés, '-vergaten Ijun tweeden kop thee, toen Martha haai verhaal besloot met de opmerking: Als u de albums hier hati, zou ik kunnen zien of ik het goed heb, dat die oude juffrouw sprekend gelijkt op eenoude dame, waarvan ik eens zei: Die mevrouw lijkt net op een kat; en'Papa berispte mij omdat het geen kind past zulke vergelijkingen te maken.

«Heelemaal onmogelijk, Martha, die oude dame, t waaraan je dacht, woont hier wel twintig uUr vandaan, als zij nog in leven is, "

«Mevrouw, het stalknechtje van den dominee brengt dit briefje én moet op antwoford wachten»; sprak Jaantje, die onder mijnheers woorden binnentrad.

Mevrouw w»rd W«^ daarna rood onder het

lezen van het briefje en reikte het zwijgend aan haar echtgenoot over.

»Martha, de dame, die je ontmoet'e, verlangt je te spreken in de pastorie, de knecht zal even op je wachten. Ga je haar opschuieren en vergeet je lentehoed en je handschoenen niet», voegde haar moeder er bij.

' > Handschoenen, Moesje ? «

»Ja, Martha, zei haar vader, antwoord beleefd en oprecht als altijd, op alles wat die oude dame je vraagt,

't Ontging Martha niet, dat haar ouders en bij het lezen van het brieije èn bij hun woorden met eikair blikken wisselden, waarvan zij niets begreep.

Beeneden gekomen vroeg zij: lU zegt oude dame, zal ik dan mevromo zeggen en geen juffrouw r<

»Zeer zeker, lief kind» en beiden kusten haar hartelijk voor zij vertrok.

»Zou 't mogelijk wezen, lieve Martha, dat de kleine Grootmama heeft ontmoet h

»Naar 't schrijven van mevrouw Howard moet het zoo zijn, John. En ik .. .

> Wat en, lieve ? «

»'k Meende de Hvrei en den koetsier te herkennen toen 't kind uit de koets sprong.»

> Laat ons afwachten wat de Heere met haar of met ons voor heeft, door zulk een samenloop van omstandigheden. Tracht zoo min mogelijk aan 't verleden te denken of je over 't heden en de toekomst te verontrusten», besloot de heer Gumming.

DE DAPPERE MARTHA.

Intusschen stapt Martha de kamer van mevrouw Howard binnen en ziet de oude dame op den fraaisten gemakkelijken stoel naast het fluweelen tafeltje gezeten, 't zilveren theeserviesje staat daarop en voor haar voeten ziet Martha het geborduurde voetkussen, dat EUie voor haar moeder maakte, doch dat deze te mooi vond om te gebruiken.

Martha groet de oude mevrouw en mevrouw Howard, die bij het andere raam zit.

»Zoo, ik hoor dat je Martha Gumming heet. Waarom heb je me dat niet verteld f» luidt het scherp en norsch.

ï Mevrouw, u hebt mij niet naar mijn naam gevraagd, wel of ik aan den tol woonde».

»En weet jij nu wie ik ben ? »

> Neen, mevrouw».

»Zet je hoed eerst af.»

Martha altijd gewoon dadelijk en stipt haar ouders te gehoorzamen, weifelt thans aan dit bevel der vreemde gehoor te geven. De domineesvrouw ziet dit en zegt: »Zet je hoed af, Martha*.

De oude neemt haar van hoofd tot voeten op, en kijkt ook heel opmerkzaam naar de lange bruine krullen die het lieve gezichtje omlijsten en tot op haar schouders hingen. Onder haar doordringende blikken bloost het kind, doch slaat haar oogen niet neer. Zij kijkt hoogst verbaasd toen de oude dame zegt: > Ik ben je o ver-grootmama, Martha Gumming.»

ïWat zegt u mevrouw f»

De dame herhaalt haar woorden, maar Martha denkt dat zij een grapje maakt en zegt: »Zal ik dan »grootje* tegen - u zeggen ? zooals in boeken de kinderen hun overgrootmama noemen ? »

»Wat zou jij je wel verbeelden, rnij «grootje» te noemen!»

Mevrouw Howard kwam Martha te hulp, die (ze stond vlak voor den Icuningstoel) achteruitging bij de heftige woorden en woedenden blik der oude.

Zij begrijpt niet, dat u in ernst is, mevrouw. Martha, deze dame is je Mama's grootmama». — Mevrouw kwam hier om Peter, je neef, te zien en over hem met den dominee te spreken en mevrouw vertelde mij van haar ontmoeting en naar jiaar uitduiden begreep ik dat jij haar geholpen had ; en nu wilde ...

«Genoeg mevrouw, ik zal zelve wel mijn woord doen. — Waarom kijk je zoo verbaasd, kind ? «

ïlk wist niet dat u nog leefde mevrouw. Onlangs zei Mama, toen Peter bij ons was geweest, misschien heb je ook nog een overgrootmama, als die dame nog leeft; maar 't deed Mama zeer aan, dit zag ik etj daarom vraeg ik haar er niet verder naar».

«Hebben ze je niet geleerd om mij te haten ?

«Mevrouw! haten ? Papa en Mama haten niemand, haten is zonde.»

«O, is haten zonde ? — Luister. Ik ben zeer rijk, bewoon een mooi kasteel met park, bloemtuinen, broeikassen, stallen, paarden'en bedienden enz. enz.»

Martha staart al meer verwonderd de oude aan en denkt aan haar ouders, die zoo armelijk leefden: Zij zegt nu : «Eens was Mama rijk.»

«Zoo, zoo ? Weet je dat je moeder eens rijk was. Nu loop naar huis, zeg dat ik nog altijd kwaad straf en goed beloon; daarom ga je een maand met mij mede naar mijn slot met Peter Petersen. Er hoeft niets te worden klaar gemaakt voor je uitstapje, bij mij krijg je alles wat je noodig hebt. Morgenochtend om tien uur verlaat ik de stad weer, en het rijtuig komt je om even half tien halen. Ga, Martha, geen woord meer!»

Martha bleek geworden onder den woordenvloed^ schudt haar hoofdje: «Mevrouw, Papa en Mama zullen daarin niet toestemmen, »

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 maart 1916

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 maart 1916

De Heraut | 4 Pagina's