GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE TEGENHANGER.

I.

I. V'ERumziNi; .

Vele lezers herinneren zich ongetwijfeld nog e geschiedenis van Stevens, den Amsterdamchen winkeljongen, die door de afgunst van ijn kameraad bijna het leven had verloren

Niet onmogelijk, dat deze of gene heeft geacht; kan dat wel waar zijn .-'t klinkt haast ngelooflijk.

Nu, dat het vs-aar is kan ik ni; t een gerust art verzekeren. Maar het trof mij hoe omstreeks enzelfden tijd als waarin Stevens leefde, in een reemd land iets dergelijks als zijn geschiedenis. iedt, heeft plaats gevondan, en wel in Hamburg, e groote koopstad. Dat werd mij medegedeeld oor een heer uit Zuid-DuitschJand, dte mij het erhaal gaf, door den meest belanghebbende elf beschreven.

Een jaartal is in heel het verhaal niet ie inden. Doch wc kunnen den .tijd vrij juist epalen, als we weten dat de geschiedenis vooriel nadat Hamburg van de Fransche overbeerching was bevrijd en vóór dat er spoorwegen Duitschland - ^varen. Dat brengt ons tol het egin der 19e eeuw of iets later.

En nu laten we onzen man, al is 'r in een ndere taal en met wat noodige verandering, an het woord.

Bijna even lang als de groote uitvoerhandei an Lehman en zoon aan de Hamburger haven estaat, is ook daarin een, die den naam AVolters raagt, pakhuismeester geweest. 'lAA'as als 't are een erfopvolging, zoowel wat des patroons ls de ondergeschikten betreft.

Hoe dat zoo kwam heeft mijn vader mij dikijls verhaald. Zijn grootvader Jan Hendrik Volters, was afkomstig uiteen dorpin Holstein, n had daar als boerenknaap gewoond met zijn riend .Friedrich Lehman. I5eiden waren kindeen van arme lieden. Daarom besloten zij i.n en vreemde hun geluk te beproeven, gelijk zoo ele Duitschers deden. Daar ze echter liefst op uitschen grond bleven, richtten zij hun schreen naar Hamburg, de groote, vrije handelsstad ie niet ver lag van het hertogdom Holstein.

Of nu de beide vriendien een recht begrip adden van waar geluk, valt v, - el te betwijfelen. un doel was vooruit te komen in de wereld, ijk te worden. Dat «geluk* is dan ook een an hen rijkelijk fesn deel geworden. Maar de ndere heeft er weinig of niets van gezien. Cit en een is een groot heer gegroeid. De andrr s een arme slokker gebleven zijn leven lang.

Hadden-de beide vrienden in hun dorp vele jaren samen geleefd, in Hamburg werd het spoedig anders. De reden was dat zij het niet eens konden worden over de moeilijke vraag hoe men het geluk het best en spoedigst vindt. Frits Lehman was ondernemend en waagziek. Mijn overgrootvader daarentegen keerde eiken penning tweemaal om eer hij hem uitgaf en was meer dan voorzichtig. Het slot van de zaak was, dat Lehman voor het weinige geld dat hij bezat, een partijtje beschadigde sigaren kocht op hoop van winst. Wolters daarentegen schrikte terug voor zulk een waagstuk, en zocht en vond, tegen een klein maar vast loon, werk bij een bouwmeester.

Een jaar of tien later liet mijnheer Friedrich Lehman een nieuw, mooi huis voorj zich bouwen aan den havenkant, dicht bij de schepen. Het was hem goed gegaan in de wereld. En als het geluk bestaat in rijkdom en voorspoed, kon hij zeggen het. gevonden te hebben. Er woonde in den voormaligen boerenknaap een echte koopmans-en handelsgeest. Het spreekwoord : die waagt wint, scheen aan hem be vestigd. Na weinige jaren was hij, die platzak in Hamburg was gekomen, een vermogend man, die reeds naam kreeg onder de kooplui, een kantoor hield met vijf bedienden, en voor berging zijner goederen al drie pakhuizen lioodig had. Zeven jaar na zijn aankomst was hij ge huwd, en verheugde zich weldra in het bezit van een zoon. Toen liet hij-het mooie huis bouwen om daar met zijn gezin genoegelijk te wonen.

't Was omstreeks dien tijd, dat hij eens aan den havenkant werd aangesproken door een armoedig gekleed man, die er bleek en mageruitzag, en hem beleefd om werk vroeg. Die man was Jan Hendrik Wolters, zijn vroegere school makker en vriend.

De heer Lehman was juist van zins te ant woorden, dat hij op 't oogenblik niemand gebruiken kon, toen hij een blik op den onbekende werpend meenende dezen meer gezien te hebben.

»Zijt gij lang zonder werk ? « vroeg hij.

»Drie maanden. Ik heb overal werk gezocht maar kan niets vinden. Mijn vrouw en kinderen lijden broodsgebrek«.

»En gij zelf ook dunkt mij« zei Lehman, den onbekende «eder aanziende. > Hebt ge ook familie of vrienden in Hamburg.? «

»Nigmand; ik ben voor een jaar of tien uit een dorp in Holstein hier gekomen om werk te vinden. Maar 't is mij bijster slecht gegaan, zooals ge wel zien kunt.«

Het vermoeden van den heer Lehman begon meer en meer zekerheid te worden. Hij ging met den onbekende naar zijn kantoor en zei:

»Vertel mij nu eens wat u in al die jaren is wedervaren.«

»Niet veel goeds*, antwoordde Wolters. »Wij kwamen met zijn tweeën hier aan. Ik vond werk bij een bouwmeester, maar na z«s maanden had hij niets meer voor mij te doen. Toen moest ik aanpakken wat te krijgen was, en heb in allerlei ambachten mee geholpen. Daar ik er echter geen een recht verstond, verdiende ik maar weinig. Op 't laatst was ik zoo. gelukkig werk te krijgen bij een kantoor van verzending. Twee jaar ging alles best en kreeg ik telkens loonsverhooging. Doch het was alsof het geluk mij steeds ontgaan zou. Mijn patroon, de heer Kraus, leed onverwacht zware verliezen door dat twee handelshuizen ergens elders te niet gingen, ü hebt er zeker wel van gehoord".

„Ja natuurlijk" zei Lehman.

„De patroon", zoo vervolgde Wouters, „moest verscheiden personen uit zijn dienst ontslaan. De jongst aangekomenen gingen het eerst, en daar behoorde ik ook toe, al werd met mijn ontslag nog een poosje gewacht, omdat ik kort geleden getrouwd was. Ik gmg nu weer van het een op het andere, doch loop al lang zonder werk. De heer Kraus heeft vast beloofd om mij te zullen denken, als er weer iets open komt. Maar het kan nog lang duren. Daarom was ik zoo vrij u aan te spreken. Ik wil alles doen als ik maar wat verdienen kan."

HOOGENBIRK.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 16 april 1916

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 16 april 1916

De Heraut | 4 Pagina's