GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Kerkelijk leven.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerkelijk leven.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Prof. Fabius, die reeds meermalen toonde een warm hart voor ons kerkelijk leven te hebben, heeft in de zomervacantie ons verrast met een dege studie, die onder den titel Kerkelijk leven bij de Drukkerij Wed. G. van Soest te Amsterdam het licht zag. Zooals hij in zijn Voorwoord meedeelt, is dit geschrift ontstaan uit een voordracht in den verleden winter te Rotterdam gehouden, en kan het eenjgermate beschouvvd worden als een vervolg op het Eeuwgetij der Hervorming door hem bij hét vierhonderdjarig herdenkingsfeest der Reformatie gesc ireven, terwijl het zich ook aansluit bij het Reglement van '52 waarin hij op zoo afdoende wijze de onwettigheid der Synodale organisatie, aantoonde.

Hoofddoel van dit geschrift is om tegenover de onkerkelijke richtingen, die onder den schijn van voor de ho.oger^ geestelijke belangen op te komen, het kerkelijk besef ondermij en, de rechte waarde en beteekenis van het kerkelijk leven in het licht te stellen. Nieuw is deze^onkerkelijke richting niet; ze heeft reeds, gelijk Prof. Fabius opmerkte, in de vorige eeuw in sterke mate geheerscht, en ze doet.ook in onze dagen zelfs in toenemende mate haar invloed gelden. De tijdgeest is voor het voortwoekeren van ditkwaad zeer bevorderlijk. Zoodat ook vele geloovigen werden en worden medegesleept. »De gronddwaling van deze richting is de voorstellmg, alsof alle kerkelijk instituut slechts menschenwerk is en in dien zin eene tegenstelling vormt met de onzichtbare Kerk, die alleen een goddelijken oorsprong zou hebben.* (blz. 61) »De Kerk — zoo heet het dan — is een zuiver menschelijk instituut, dat, o zeker! veel goede diensten aan hejhGodsrijk kan bewijzen, maar toch daarom niet is zonder gevaar. De Kerk heeft altoos neiging zich zelve te stellen als doel; hare-muren steeds hooger op te trekken, met verkettering van allen, die zich niet daarbinnen gevangen zullen geven ; eenen muffen geest aan^te k-vveeken, die schier niets doet gevoelen van de frissche werking des Geestes.... Kerkmuren zijn misschien niet te mijden, maar men zie vooral toe, dat zij zoo min mogelijk hebben van muren, van wezenlijke begrenzing. Het handen reiken over df kerkmuren heen is van veel hooger gewicht dan het bestaan van die muren. Vrije samenkomsten van Christenen zonder met t kerkelijk verschil rekening te houden, hebben geestelijk eigenlijk meer waarde dan kerk­ , diensten. Voorts doet het ter kerke gaan bij en vooral het preeken in een ander kerkelijk instituut dan waartoe men behoort, op uitnemende wijze de eenheid onder de Christenen uitkomen die veel meer beteekent, dan alle kerkelijk leven". Zoo teekent Prof. Fabius het beeld dezer onkerkelijke richting op blz. 17, en de trekken, waaraan dit beeld ontleend zijn, zijn.niet ver te zoeken.

Tegen dit onkerkelijk leven trekt Prof. Fabius nu ten strijde. Met klem, zoo zegt hij, is het noodig, daartegenover de waarheid weer naar den voorgrond te brengen, dat ook het kerkelijk instituut Goddelijke ordening is, zoodat wie dit instituut minacht, zich bezondigt aan Goddelijk bestel. Ja, dat een. der ernstigste gevaren van dit onkerkelijk leven is, dat de stroom van het Christendom daardoor verzandt (blz. 60, 61).

Een Schriftuurlijk-dogmatisch betoog om dit nader aan te toonen, levert Prof. Fabius echter niet, maar wel laat hij in den spiegel der historie zien, waartoe deze onkerkelijke richting in de practijk geleid heeft.' Zijn hoofdaanval richt hij daarbij op de Synodale organisatie van 1816, . «waarvan een der jammerlijkste gevolgen is geweest, dat zij het kerkelijke leven, het besef van de noodzakelijkheid daarvan heeft verzwakt ja de mogelijkheid daarvan heeft ontnomen" (blz. 13). Nog meer dan in haar onrechtmatigen oorsprong ligt daarin het kwaad, dat deze organisatie over de Kerk heeft gebracht. Hij toont dit dan in een zestal piragrafen aan, waarin hij eerst bespreekt de houding, die het Kerkgenootschap, in 1816 gesticht, tegenover de Gereformeerde belijdenis heeft aangenomen, vervolgens hoe van die verzwakking van het kerkelijk besef de poging, om alle Protestantsche gezindheden tot ééne Kerk te vereenigen, blijk gaf; daarna hoe het Genootschap van 1816, dat zoo liberaal voor alle andere Kerken was, stelselmatig de belijders der Gereformeerde waarheid heeft bestreden en vervolgd; vervolgens hoe dit onkerkelijk leven niet alleen door het Genootschap van 1816, maar ook door den Reveil, door de ethischen en de Bijbeigenootschappen is bevorderd; evenzoo, hoe de predikanten in de Hervormde Kerk, in plaats van dit kerkontbindende en kerkverwoestende pogen tegen te gaan, de Synodale organisatie juist hebben gesteund; terwijl ten slotte gesproken wordt over de verhouding van het kerkelijk instituut tot de algemeene Kerk.

De sporen van deze onkerkelijke richting xiet Prof. Fabius echter niet alleen in de Hervormde Kerk, maar ook in onze eigen Kerken, met name in het optreden van Ds. Netelenbos, aan wien een afzonderlijke paragraaf gewijd wordt. Daarna keert de aanval echter tot de Hervormde Kerk terug. Hoewel Prof. Fabius de pluriformiteit der Kerk erkent (§ 9) meent hij, dat het (anti) Hervormde genootschap daar niet onder valt, aangezien „dit Genootschap naar zijne meening geene Kerk is, maar daarvan slechts een schijn draagt" (blz. 94). Hij noernt dit Genootschap zelfs.een «onkerkelijk, antikerkelijk, alle wezenlijk kerkelijk leven verwoestend; een onafgebroken partijstrijd gaande houdend; ons volksleven drukkend en aan "steeds grooter ontbinding prijsgevend instituut», waartegen elk Gereforformeerde daarom met alle kracht en onverflauwden ijver den strijd aanbinden moet. In een slotparagraaf geieft Prof. Fabius onder het opschrift: «versterking van het kerkelijk leven« menigen uitnemenden practische wenk, hoe in onze eigen Kerken hst kerkelijk besef versterkt.kan worden, terwijl hij tegelijk op menige wondeplek d« aandacht vestigt.

Deze ietwat breede opsomming van hetgeen in dit geschrift ons geboden wordt, moge niet alleen strekken om te doen zien^ van hoe hooge beteekenis we deze studie achten, maar ook dienen om haar met warmte bij onze kerken aan te bevelen. Er is metterdaad gevaar, dat ook in onze kringen het besef van wat de Kerk als instituut is, zal inzinken; dat de strijd tegen de synodale organisatie zal verslappen; dat onder allerlei schijnbaar hoog geestelijke motieven de Kerk van Christus schade zal leiden. Het kloeke en bezielde woord, dat Prof. Fabius hier sprak, moge als een staalbad dienst doen om van deze geestelijke inzinking ons te genezen.

Een andere vraag is het, of de beschouwing, die Prof. Fabius omtrent de Hervormde Kerk in deze studie ten beste geeft, v(? el geheel juist is. Dat het Hervormde Kerkgenootschap als zoodanig, of liever de Synodale organisatie in 1816 aan de Kerken opgelegd, niet anders dan een schijn'ktrk is en eene verwoesting van de Kerk, zijn we van harte met hem eens. Maar dat ditzelfde oordeel ook zoü te vellen zijn over de plaatselijke Kerken, die nog in dit Genootschap zich bevinden, schijnt mij eene consequentie, die te ver getrokken is. Op dit punt, dat van onze geheele verhouding tot de Gereformeerden in de Hervormde Kerk van zooveel belang is, komen we echter nader terug.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 oktober 1918

De Heraut | 4 Pagina's

Kerkelijk leven.

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 oktober 1918

De Heraut | 4 Pagina's