GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Ingezonden Stukken.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ingezonden Stukken.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

(Buiten verantwoordelijkheid van de Redactie.)

Aan den Heer Redakteur van - , het Weekblad Be Heraut.

Hooggeleerde Heer.

Met zeer veel genoegen is het, dat ik reeds ial van jaren uwe artikelen in De Heraut gevolgd heb. Na het lezen van uw artikel over Amsterdamsche toestanden, getiteld: Droeve cijfers, van 25 Sept. jd. echter, kan ik niet zeggen dat ik dit eveneens met genoegen las, ja heeft het mij zelf geërgerd.

Mijns inziens geeft U hiermede de Gereform.eerde Kerk te Amsterdam een ^ slag in het aangezicht, dien zij niet verdient.

U schrijft dat vroeger de Kerk van Amsterdam iegciiüvcf de uuiteügeaieeuien i^er houg stoul, maar dat zij bij enkele gemeenten gedurende de laatste jaren zeer in achting is gedaald, ja dat er zelfs over gesproken wordt of de attestaties van Amsterdam wel betrouwbaar zijn.

Volgens mijn meening moet iedereen bedenken dat iets dergelijks een eiikele maal in een groote gemeente van een groote stad niet kan uitblijven. U maakt hiermede de Kerk van Amsterdam te schande tegenover de geheele wereld, en de ongeloovigen zullen er gretig gebruik van maken, om er de Gereformeerde leer en Kerk mede te bekampen en te bespotten. Waar ondergeteekende jarenlang ouderling is, wil hij wel verklaren, dat, zoover hem bekend is, nog iiimmer bij den Amsterdamschen Kerkeraad een klacht is ingekomen als U nu publiceert.

Dat de Kerk van Amsterdam niet meer zou kunnen doen, zal niemand beweren. Daarvoor is het een strijdende Kerk, die een strijd heeft van binnen en van buiten, hetgeen steeds zoo zal blijven; trouwens dit verwijt geldt niet alleen voor de Kerk van Amsterdam, maar geldt voor geheel ons land. Het is een klacht voor alle Kerk, except die Kerken waar de omstandigheden zeer gunstig zijn. Bovendien moeten wij bedenken dat het eerste vuur verflauwd is. En wanneer wij dan weten hoe weinig onze jongelieden in geheel Nederland op dë hoogte zijn van het machtige werk des Heeren in 1834 en 1886, dan begrijpen wij dat waar onbekendheid is, ook geen liefde gekweekt wordt.

Het deed mij daarom juist zooveel leed Uw artikel te lezen daar die Kerk mij en velen anderen zoo lief is, ja dat wij er zelfs in zien een instrument in de hand des Heeren om te getuigen van Zijne Almacht en de bevestiging Zijn Woord tegenover het steeds toenemend ongeloof. Met bewondering slaan wij die Kerk gade, een Kerk die slechts 4o/° van de geheele bevolking van Amsterdam is en waarin de iinantiële krachten slechts sporadisch voorkomen. U spreekt over achteruitgang van het ledental, maar als wij bedenken hoe jaarlijks, ja maandelijks, zoovelen van die leden de stad verlaten naar Amsterdam-Zuid, Watergraafsmeer, Buiksloot, Haarlem, Heemstede, Bloemendaal, Bussum, Baarn, Hilversum enz. waarvan bekend is dat daaronder veelal zeer trouwen en eehigszins bemiddelden behooren, dan moeten wij verbaasd staan dat de Kerk van Amsterdam nog is, die zij is, en zijn wij er de getuigen van, dat het God is, die die Kerk handhaaft.

Dat de Kerk van Amsterdam den storm van ongeloof niet kan tegenhouden, zal iedereen begrijpen. En als U let op de fouten en de zwakke plekken van deze Kerk, dan geloof ik dat het ook noodzakelijk is, de wereld bekend te maken hoeveel goeds er in deze Kerk te vinden is.

Wel is waar weten wij dat het geld niet altijd de juiste thermometer is, maar toch is het een zaak waarop gelet kan worden.

Als wij dan nagaan dat 20 jaar geleden het budget van onze Diaconie ƒ30.000 was, 10 jaar geleden f 40.000 bedroeg en thans reeds verre de f 50.000 overtreft, dan geloof ik niet dat gesproken kan worden van grooten achteruitgang. Laten wij de feiten beschouwen hoe b.v, in 1886 de Gereformeerde Kerk met vreezen en beven 6 predikanten voor haar rekening heeft genomen, terwijl toen de steunpilaren nog leefden waarvan groote kracht kon verwacht worden, maar verder waren er toen geen onkosten dan zaalhuur. Dat dit getal bij de ineensmelting met oud. A. nog met een 3-tal tot het volle traktement is uitgebreid; dat in den loop der laatste aren hierbij nog een predikant voor Amsterdam i g m i d en 2 voor Indië (de laatste voor een groot deel voor rekening van Arasterdam) zijn benoemd; dat de predikantstraktementen van f 3200 tot f 4500 verhoogd zijn; dat volgens velen de Kerk van Amsterdam zelfs royaal en mild is, in vergelijking met andere Kerken, jegens haar emeriti-predikanten, predikantsweduwen en weezen. En dat er nu weder is besloten, een Uden predikant te beroepen. Het budget der Amsterdamsche Kerk is thans ruim 70 duizend gulden. Schrijver dezes wenscht ook zeer naar uitbreiding, maar staat er steeds verbaasd van, dat in dat goddelooze Amsterdam er in de Gereformeerde Kerken, nog iedere twee maanden, ruim 3 duizend leden aan de tafel des Heeren aantreden.

Als deze cijfers in vergelijking gebracht worden met die van vele gemeenten in Overijsel, Drenthe, Gelderland, behoeft er nog niet direct met vreeze en beven gedacht te worden aan de toekomst der Geref. Kerk alhier.

Bedenken wij hierbij dat het getal inwoners der burgerlijke gemeente van Amsterdam verdubbeld is ten koste der omliggende gemeenten, maar dat de grenzen der kerkelijke gemeenten dezelfde zijn gebleven. De binnenstad is voor , een groot deel kerkelijk ontvolkt. Zoowel door het verhuizen caar btriten of aangrenzende gemeenten van Gereformeerden, Hervormden, Roomsch-Katholieke. Dit is duidelijk te bemerken m de Boomslootkerk en Plantagekerk voor de Gereformeerden. De Oosterkerk, Zuiderkerk, Oude Kerk, Nieuwe Kerk, Oude Kapel reeds gesloten. Reeds 2 kerkgebouwen zijn door de Roomschen gesloten, terwijl een derde ook tot sluiting is aangewezen. Ook worden de Roomsche kerken St. Nicolaaskerk op de Prins Hendrikkade en de Dominicanerkerk op de Spuistraat bij de Mattelaarsgracht, voor de helft minder bezocht dan vroeger.

Niet verder willen wij hier uitweiden over het werk der Evangelisatie in verschillende wijken, over verschillende kransen. Zondagsscholen, enz. Dan denken wij ook aan een Kerkeraad van 10 predikanten, ruim 90 ouderlingen, 80 diakenen.

U spreekt over de jongelieden; ze zijn mij en velen vaak een oorzaak van ernstig gebed, maar het is mij meermalen een groote reden van blijdschap en het geeft mij weer moed, als ik des Zondagsavonds nog zoo veel jongelieden in de godsdienstoefening zie.

Ik ben wel eens op een Christelijk dorp geweest, en bespeurde daar de inwerking van het Christelijk beginsel op het maatschappelijk leven. Als ik hier over sprak werd mij meermalen gezegd: Het is hier moeilijker om buiten den band te springen, dan om op den goeden weg te blijven, want de aanleiding en verleiding is hier gering in vergelijk met die der steden. Als wij dan denken aan den verschrikkelijken toestand van ongeloof en zedeloosheid, waar de meeste onzer jongelieden zich dagelijks in bevinden, op werven, ateliers en kantoren, en de verleiding van het groote stadsleven, dan verbaast het ons zeer, dat de Kerk van Amsterdam nog is zooals zij is, dan zien wij dat het Gods machtige hand is; die die Kerk nog in stand doet blijven, zoodat ze zelfs met bewondering wordt gadegeslagen door vele geloovigen. Mijns inziens is het moeilijk een oordeel te vellen over cijfers van heden, als er van vorige jaren geen cijfers zijn tot vergelijking.

Het doet mij leed, ook nu wederom te moeten verklaren dat het mij grieft dat U de Kerk van Amsterdam op een weinig waardeerende wijze tegenover vriend en vijand aan de kaak hebt gesteld.

Ik hoop van haHe dat U de gelegenheid zult vinden dit m.i. verkeerd inzicht publiek ta erkennen, en een beter beeld te geven van den toestand van de Kerk te Amsterdam. Met hartelijke groeten

Hoogachtend,

P. N. HÖWKLER.

Amsterdam., 29 Sept. 1919. Martelaarsgracht fó.

Hoewel dit schrijven wat veel plaatsruimte inneemt, willen we toch aan dezen ijverigen verdediger van Amsterdam's Kerk het woord niet weigeren. De cijfers, die we publiceerden, waren niet van ons afkomstig, maar van de Commissie van Evangelisatie te Amsterdam, en hadden reeds èn in de kerkelijke èn in de politieke pers de ronde gedaan. Er is dus geen sprake van, dat wij. de Kerk van Amsterdam tegenover vriend en vijand aan de kaak hebben gesteld. Wij zijn intusschen den inzender dankbaar, dat hij op verschillende feiten wees, die zeker een ander licht over den toestand in Amsterdam doen opgaan. Maar ons ernstige bezwaar heeft hij niet weggenomen. En we vreezen, dat de broeders te Amsterdam het gevaar, waarin hun Kerk verkeert, niet genoeg inzien. Anders zouden er reeds Jang meer afdoende maatregelen genomen zijn om tot een beter toezicht op de leden te komen.

K.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 5 oktober 1919

De Heraut | 4 Pagina's

Ingezonden Stukken.

Bekijk de hele uitgave van zondag 5 oktober 1919

De Heraut | 4 Pagina's