GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

DRANKEN.

Bij de spijzen behooren de dranken. Ook daarvan bezaten de Oosterlingen oudtijds niet zulk een verscheidenheid als wij thans.

De voornaamste drank was water. Nu zal de lezer misschien zeggen: Dat was ook niet veel bijzonders. Maar vergeet niet, vrienden, dat het Oosten en het Westen geheel verschillend zijn. In ons land vindt men bijna overal water, hetzij drinkbaar of ondrinkbaar. Zoo noodig weten wij het ook uit den grond te halen. Wij hebben eer last van te veel dan van te weinig water. -

In het Oosten is het juist andersom. Daar zijn geheele streken, waar men rivier, beek noch bron te zien krijgt. Vele beken waar die nog zijn, drogen in den zomer geheel uit, om straks weer te zwellen tot bruisende stroomen. Zoo was de beek Kedron bij Jerusalem een groot deel van het jaar zoo ondiep, dat men er door waden kon. Doch in den regentijd zwol zij zoo, dat niemand zich tegen den stroom waagde. Evenzoo was het met de Jordaan. Die was, lezen we vol, toen Israël Kanaaa binnentrok, in den oogsttijd. Gewoonlijk echter was zij zoo ondiep, dat men er doorheen kon loopea op bepaalde plekken, in onzen Bij bel veren genoemd.

Het water uit rivieren en beken werd gedronken, al zouden wij allicht er minder op gesteld zijn te drinken uit plassen, waarin mensch en beest zich wiesch en waar ook allerlei onreinheden in terecht kwamen. Maar op deze wijs kreeg men toch nog niet voldoende water, ook was het ondoenlijk vijf, zes uur te loopen om water te halen. Daarom groef men putten, die goed water opleverden, al ging dat graven toen vrij wat moeilijker dan nu. Zulk een put was een ware weldaad voor de geheele streek. Ieder kon daar water halen, wat de vrouwen-ook dagelijks deden als zij hun kruiken kwamen vullen. Wat het was wanneer het water ontbrak leert ons Jer. 14 vs. 1 tot 6.

«Het woord des Heeren, dat tot Jeremia geschied is, over de zaken der groote droogte.

uda treurt en hare poorten zijn verzwakt; zijj zijn in het zwart gekleed ter aarde toe; en Jeruzalems geschrei klimt op.

En hunne voortreffelijken zenden hunne kleinen naar water; zij komen tot de grachten, zij vinden geen water; zij komen met hunne vaten ledig weder; zij zijn beschaamd, ja worden schaamrood, en bedekken bun hoofd.

Omdat het aardrijk gescheurd is, dewijl er geen regen op de aarde is; de akkerlieden zijn beschaamd, li] bedekken hun hoofd.

Want ook de hinden in het veld werpen jongen, en verlaten die, omdat er geen jong gras is.

En de woudezels staan op de hooge plaatsen, zij scheppen den wind gelijk de draken; hunne oogen versmachten, omdat er geen kruid is.

Een put was een begeerlijk bezit. Toen I^aak in het land der Philistijntn woonde, groef hij putten, maar ze werden hem telkens betwist door de inwoners des lands, die hem, den vreemdeling, het water niet gunden. En toen zij dat eindelijk deden, zei Izaak dan ook: „Nu heeft ocs de Heere ruimte gemaakt. iSommige steden en dorpen danken hun oorsprong aan den put, bron of waterfontein. Daaromheen werden huizen gebouwd en zoo kon een stad ontstaan. Waarschijnlijk is het ook Jerusalem zoo gegaan, dat reeds vroeg een bron bezat, die later Siloam heette. We lezen ook, hoe koning Salomo alles deed, om de hoofdstad van water te voorzien. Dit werd vergaderd in groote kommen, de vijvers van Salomo genaamd. Zij bestaan ten deele nog.

Water, voldoende zuiver, frisch water te hebben, gold in het Oosten terecht als een zegen, gelijk bij ons, maar dat werd in dat warme, droge land meer gevoeld. In den regel was er eer gebrek aan, dan overvloed van water. Regen-en waterstroomen waren een verkwikking, ook het beeld ervan, deuk maar eens aan Ps. 84.

Steekt hen de heete middagzon Ia 't moerbeidal, Gij zijt huu bron, En stort op hen een milden regen, Een regen, die hen overdekt. Verkwikt, en hun tot zegen strekt.

Zoo ook zegt de Heere: Ik zal wateren gieten op het dorstige en stroomen op het droge, en in figuurlij ken zin spreekt de Openbaring van het water des levens, dat om niet gegeven wordt. Dat levende water kennen we ook uit het gesprek van den Heere Jezus met de Samaritaansche vrouw bij den put van Sichar (Sichem) die toen vóór 2000 jaar door den aartsvader Jacob gebruikt werd.

In 't kort, water was de algemeene drank en de Oosterling voer daar niet slecht bij.

HET NIEUWE KLEED.

Wat ben ik blij met 't nieuwe kleed. Toen 'k jarig was ontvangen, 't Is fraai van kleur, het staat zoo wel, 't Is net naar mijn verlangen.

Maar zou ik pronken met 't geschenk. Of mij thans meerder achten? Een dwaas zijn, die om kiel of pij Eea ander zou verachten?

Het schoonst gewaad bedekt geen fout, Kau mij geen wijsheid geven. Verandert niets in hoofd en hart. Leert mij niet beter leven.

Er is een kleed van meer waardij, •Waaraan geen mot kan kcagen; 't Wordt nimmer oud, staa, t ahijd goed, 't Zijn wijien, die het dragen.

Geen kleed is dat gewaad gelijk, Men draagt het zonder weten; Men koopt het duur, maar zonder geld, Ea heeft het nooit versleten.

De kleur is vast, maar schittert niet. Wordt fraaier door het dragen, 't Is nooit te koud, en nooit te zwaar, En 't zal ons steeds behagen.

Het is het kleed der Nedngheid^ Dat s.ert voor God en measchen, Daar 't eng'lea, ja zelfs Jezus dekt, — Zou ik een ander wenschen?

BRIEFWISSELING.

L. J. H. te A. Al moet u een poosje wachten, uitstel is, hopen we, geen uitstel.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 oktober 1919

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 oktober 1919

De Heraut | 4 Pagina's