GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Critiek op ons kerkelijk leven.«

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Critiek op ons kerkelijk leven.«

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ds. Aalders, die, toen hij indertijd predikant te Bunschoten was, zijn geruchtmakende brochure schreef „de critiek der jongeren" en daarbij min of meer als woordvoerder optrad van de «jongeren*, die tegen den gang van ons kerkelijk leven bezwaar hebben, blijft, nu hij predikant in Batavia geworden is, deze critiek voortzetten in het Kerkblad der Gereformeerde Kerken in Nederlandsch-Indië. In een breede artikelenreeks onder den titel Kerkelijke Crisis geeft hij zijn beschouwingen over den toestand van de Gereformeerde Kerken in Nederland en toont aan, niet alleen in welk een ernstige crisis deze Kerken naar zijn overtuiging verkeeren, maar ook wat de oorzaken van deze crisis zijn en welke geneesmiddelen moeten worden aangewend.

Of nu het Indisch Kqjrkblad daarvoor de aangewezen plaats is, meenen we te mogen betwijfelen. Niet alleen omdat dit Indisch Kerkblad maar door weinigen in het vaderland gelezen wordt en het doel dezer critiek dus wordt gemist, maar ook omdat de Kerken in Indië aldus een zeer eenzijdig beeld van den toestand der Kerken in het vaderland ontvangen. Ds. Aalders beziet het kerkelijk leven in ons vaderland door zijn bril, > de bril der jongeren", en deze bril is niet rooskleurig te noemen. In meer dan één persorgaan in ons vaderland is dan ook reeds protest aangeteekend tegen deze voorstellingen, maar wat baat dit, daar deze critiek natuurlijk in Indië slechts weinigen bereikt. Men zou om de zaken recht te zetten eigenlijk over een orgaan in Indië zelf beschikken moeten. We kunnen nu niet anders dan betreuren, dat een predikant uit Holland overgekomen, aan de Gereformeerden in Indië een dergelijke subjectief gekleurde, om niet te zeggen onware voorstelling van het kerkelijk leven in Holland geeft. De hartelijke saamleving van de Gereformeerde Kerken in Indië met die in het vaderland zal er niet door bevorderd worden, naar we vreezen; eer het tegendeel. En al zijn we natuurlijk dankbaar, dat Ds. Aalders blijkbaar pogen wil de Gereformeerden in Indië in te lichten omtrent den toestand onzer Kerken, toch zou dit op een andere, een meer objectieve wijze behooren te geschieden. In deze artikelenreeks is niet de referent aan 't woord, die op rustige "en kalme wijze weergeeft welke eigenaardige gesteldheid het kerkelijk leven in ons vaderland vertoont met zijn licht-en schaduwzijden, maar de hartsochtelijke partijganger der jongeren, die behoefte heeft zijn bezwaren te uiten tegen wat in ons kerkelijk leven hem mishaagt. En daarvoor schijnt ons een Indisch Kerkblad niet de aangewezen plaats. Er zijn quaesties genoeg te behandelen, die de Indische Kerken zelf betre ffsn.

Maar ook al achten we uit dien hoofde deze artikelenreeks in een Indisch Kerkblad niet op haar plaats, en al gelooven we, dat ze in Indië meer kwaad dan goed zullen stichten, toch neemt dit niet weg, dat zij van belang zijn, omdat zij een blik ons gunnen in hetgeen in het hart dezer «zoogenaamde jongeren* omgaat. In zijn brochure: Da critiek der jongeren, had Ds, Aalders zich nog met zekere voorzichtigheid uitgelaten. Hij waarschuwde evenzeer tegen het gevaar van het conservatisme, dat ons kerkelijk leven dreigt te doen versterven, als tegen het gevaar van de nieuweren, die dreigden door te vloeien en het Gereformeerd standpunt te verlaten. Tusschen deze beide uitersten wilde hij den gulden middenweg bewandelen. Veel van wat hij de critiek der jongeren noemde kon ook bij de ouderen, die een open oog hebben voor den ontzaglijken ernst der tijden waarin we leven, weerklank vinden. En wat bovenal weldadig aandeed, was de warme bewondering, die uit deze brochure sprak voor de groote mannen, die God aan onze Kerk geschonken had, met name Dr. A. Kuyper en Dr. H. Bavinck. Het waren deze mannen op wier woord hij zich vooral beriep, wanneer hij op «voortbouwen" van ons kerkelijk leven aandrong. Er was weinig in deze brochure, dat niet onze hartelijke instemming had.

Maar nu hij in Indië zich blijkbaar wat vrijer gevoelt, is niet alleen de^ toon van deze critiek veel scherper geworden, maar draagt deze critiek ook een veel eenzijdiger karakter en is ze niet altoos zonder bedenkelijke allures. Wanneer de predikatiën in «Menigerlei Genade" verschenen, verre worden ten achter gesteld bij de ethische preekenbundels, omdat die niet zoo dogmatisch-intellectualistisch zijn, maar veel warmer en geestelijker, dan is de'.e critiek noch billijk noch juist. Niet billijk, omdat, al kan er een enkele meer dogmatisch-•ntellectualistische preek onder door loopen, de predikatiën uit Menigerlei Genade metterdaad uitnemend geestelijk voedsel bieden en met groote waardeering door ons volk ontvangen worden. En niet juist, omdat zulk verheffen van de preeken der ethischen er licht toe leiden zou, dat de Gereformeerden in Indië bijzonder deze preeken gingen lezen. Maar nog erger is, wat Ds. Aalders schrijft over het intellectualisme, dat in onze Kerken algemeen den toon aan zou geven. «Eerst was men van de eenvoudige, nuchtere, historische-concrete Formulieren van eenigheid gekomen tot de „Gereformeerde beginselen" als een autoriteit van verdere stichting en hoogere waarde, Zoo

was men van de belijdenis overgegleden op het terrein der philosophie en toen onder de heerschappij gekoc& en van het Hegeliaan sch gemodelleerde pracht-systeem van het Neo Calvinisme, gelijk het geconstrueerd is door Dr, A. Kuyper Senior. Aanvankelijk werkte dit denksysteem wel bezielend, maar bij de epigonen is dit ontaard in stelselzucht. Ze missen openheid van blik, wijl alles bezien wordt van uit de philosophische principia van dit Neo-Calvinistisch denksysteem. Zelfs zou het thans zoo ver zijn gekomen, dat ieder, die dit philantropisch-wetenschappelijk stelsel van het Neo-Calvinisme, dat op Hegeliaansch stramien geborduurd is, niet wettigen kan, ook al is hij van ganscher harte de Gereformeerde belijdenis toegedaan, geen eervolle, geen rijke plaats in het midden onzer Kerken zou hebben en daar alleen maar geduld zou worden."

Wat Ds. Aalders onder dit Hegeliaansche stramien verstaat, blijkt uit een noot onder een volgend artikel, waar hij zegt, dat dit intellectualisme zou leeren, dat het leven van zelf zou voortvloeien uit of meegebracht worden door de leer. Dat toch, zegt hij, is de fout der Hegeliaansche speculatie. En daarin bestaat voor de Gereformeerden het gevaar, als zij te eenzijdig nadruk leggen op de leer.

Nu behoeft het wel geen betoog, dat deze geheele voorstelling van ons kerkelijk leven onwaar is. Indien het intellectualisme daarin bestaat, dat men meent, dat het leven van zelf zou voortvloeien uit de leer, dan is er wel niemand, die in onze Kerken intellectualist is. En indien dit de Hegeliaansche philosophie is, dan is het nog dwazer te beweren, dat het «denksysteem" van het Neo-Calvinisme door Dr. A. Kuyper Sr » op Hegeliaansch stramien is gebordu urd", want niemand heeft juister krasser dan hij op den voorgrond gesteld, dat de wedergeboorte door de werking des Heiligen Geestes en niet door de > leer" tot stand komt. En dat iemand, die in onze Kerken niet aan dit intellectualistische denksysteem onvoorwaardelijk vasthoudt, hoe trouw hij ook aan de Gereformeerde belijdenis is; alleen maar geduld zou worden, is, we willen gaarne parlementair blijven, een onware voorstelling.

Wanneer men zulk een critiek op ons kerkelijk leven leest, dan is men geneigd, zooals eens Prof. Grosheide het tot deze jongeren zeide, ook aan Ds. Aalders toe te roepen: herzie u zelven. Critiek ook op ons kerkelijk leven is uitnemend. De ecclesia reformata in semper reformanda. Maar de eerste eisch, die aan zulk een critiek gesteld mag worden, is toch wel, dat zij dan ook een juisten blik op het kerkelijk leven heeft en niet eenzijdig alleen maar van één zijde gevaar ziet. En we vreezen, dat Ds. Aalders, om in zijn eigen taal te spreken, »oogkleppen» heeft, waardoor hij alleen in één richting het gevaar kan zien.

Dat het intellectualisme, of wil men liever het starre dogmatisme of de > leerheiligheid», zooals het volk zegt, een gevaar is waaraan inzonderheid onze Gereformeerde Kerken blootstaan, ontkennen we niet. Daartegen ons te waarschuwen is altoos plicht. Maar wie meent, dat vooral in onze dagen dit gevaar onze Kerken bedreigt, kent onze Kerken niet. Het gevaar is veeleer omgekeerd, dat de vastigheid van onze belijdenis en zelfs van het Woord Gods zal worden losgelaten om plaats te maken voor het drijfzand van subjectieve gevoelens.

Volkomen terecht merkt dan ook Prof. Bouwman, die evenzeer op dit artikel van Ds. Aalders critiek oefende in de Bazuin^ aan het slot op:

Stelselzucht is dunkt ons de toonaangevende richting niet. Eer loopen wij gevaar voor de uitwissching van de vaste iijoen.

Al beving ons wel eens de vrees, dat velen meeaden genoeg te hebben aan de leer der kerk en de uitwendige aanhoorigheid tot de verbondsgetneente, in den laatsten tijd komt de strooming meer naar voren om datgene, wat men gelooft, te ervaren en te beleven. Dit is heerlijk. Het mystieke en het practische element mag niet ontbreken. Wij hebben naast de leer ook noodig de beleving der leer, naast het belijden ook de wandel der godzaligheid. Als nu maar de evenaar niet overslaat in de richting van het ervaren. Een harmonisch christendom schijnt zoo moeilijk te zijn.

Laat er dan niet zijn een stelselzucht, geen dor verstandsgeloof, maar een levend geloof, dat, uit Christus levend, voor heao wenscht te strijden. Dan zal het der kerk en den geloovigen wel gaan.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 16 november 1919

De Heraut | 4 Pagina's

Critiek op ons kerkelijk leven.«

Bekijk de hele uitgave van zondag 16 november 1919

De Heraut | 4 Pagina's