GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de Roiterdamsche Kerkbode beantwoordt Dr. A. Kuyper Jr. een vraag, die meermalen opkomt:

Men vraagt:

Tijdens 's Heilands omwandeiing op aarde zeide ds Heere o. a. aan de Sadduceërs : in de opstanding nemen zij niet ten huwelijk en worden niet ten huwelijk uitgegeven, maar zij zgn als engelen Gods in den hemel*. Nu weten wij dat eenmaal een herstelling aller dingen zal plaats hebben.

God de Heere schiep en vormde een zich vermenigvuldigende maatschappij der menschheid, aan haar was de aarde gegeven als haar woonplaats, bezitting en gelukkig tehuis. God de Heere schiep menschen naar Zijn beeld, mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen, en zeide tot hea: weest vruchtbaar, en vermenigvuldigt, vervult de aarde, onderwerpt haar, en hebt heerschappg over haar.

Toen de zonde den mei sch het eerst ontmoette, vond zij hem wonende en zoo doende. Zoo de verwoesting der zonde hem nimmer getroffen had, dan zou het menschelijk geslacht zijn voortgegaan en voor eeuwig de gelukkige bezitter der ^é'i zijn geweest. Dit alleen kan toch het doel en voornemen van den genadigen Schepper zijn geweest. Doch de zondeval kwam, door Satans boosheid en de listigheid der slang, toen kwam daarna de belofte van verlossing door het Zaad der vrouw. Terwijl het oogmerk van den Booze was het menschelijk geslacht te verwoesten, en uit zijn woonplaats en heerschappij over de aarde te verdrijven, moet ook het doel en gevolg der verlossing zgn om het noodwendig als zoodanig te herstellen en te vereeuwigen, als den gelukkigen bezitter der aarde. Nu is dit de vraag: Geeft de H. Schrift op verscheidene plaatsen b.v. 65e hoofdstuk van Jesaja enz. geen uitzicht, dat eenmaal de nieuwe aarde ook zondelooze zich voortplantende wezens zal bevatten. De redding van een zeker aantal personen, terwijl het geslacht als zoodanig ophoud': en onterfd wordt, is dat niet een weer oprapen van fplinters, terwijl het oorspronkelijk Juweel is verbrijzeld en verstrooid, zoodat Satans euveldaad verder zou reiken dan Christus herstelling. De bedoeling is niet een algemeene genade, doch een voortzetting van Godzalige geslachten.'

Ons antwoord luidt:

Deze vraag wordt meermalen gedaan, en het blijkt ook wel uit het inzenden van deze vraag, dat er telkens geesten bezig zija met een kwestie als deze.

Ons antwoord kan heel beslist zgn, omdat de Heere Jezus zich hierover zeer duidelijk heeft uitgelaten. Tot de Sadduceën, die niet aan de opstanding gelooven, den Heiland een striKvraag wilden stellen naar aanleiding van de vrouw die zevenmaal gehuwd was, zeide de Heiland uitdrukkelijk: „in de opstanding nemen zij niet ten huwelijk, joch worden ten huwelijk uitgegeven. Maar zij zijn als engelen Gods in den hemel."

Deze woorden zeggen duidelijk, dat, als de opstanding heeft plaats gehad, en de toestand van de nieuwe aarde onder den nieuwen hemel is ingegaan, van een huwelijksleven geen sprake meer zal zijn' dat elke gedachte aan het huwelijk daar is buitengesloten, ja zelfs dat we er geen man en vrouw, maar als de engden zullen zijn. In de engelenweleld is nooit van een huwelijk sprake geweest, en het verschii tusschen man en vrouw was er in die wereld nooit.

Met zulk een besliste, alles afdoende uitspraak in het N. Tesiament, moet niet verwezen worden naar een tekst als in Jesaja 65, waar zulks niet geleerd wordt, maar waarin in profetische en beeldrijke taal, in beelden ontleend aan het aardsche leven, gesproken wordt van de heerlijkheid hiernamaals komende.

In de Geldersche Kerkbode bespreekt Ds. Renting het feit, dat D.-. Hagen, onzen veldprediker, bij de benoeming der legerpredikanten gepasseerd is geworden :

Uit de Begrootingsdebatten is thans gebleken, dat de niet-benoeming van den Veldprediker der 2e Divisie tot Legerpredikant haar oorzaak hierin heeft, volgens de uitspraak van den Minister van Oorlog, dat bedoelde Veldprediker zoo nuttigen arbeid voor , Pro E^ge' heeft verricht Ons vermoeden bleek dus juist te zijn.

De Minister heeft zich op het standpunt geplaatst, dat de Protestantsche Legerpredikanten niet tegelijk Bestuursleden kunnen zijn van Militaire Vereenigingen. Hij erkent zijdelings het groote nut en de groote beteekenis van , Vxo Rege', waarvan Ds. Hagen de ziel is en verklaart feitelgk, door iemand van de gaven, zooals Ds. H. die bezit, liever bij , Pro Rege^» te laten, dan hem als Legerpredikant aan te stellen, dat hij voor zijn soldaten meer heil verwacht van een vereeniging als , Pro Rege', dan van den arbeid dergenen, die als Legerpred kanten door hem werden aangewezen De »gepasseerdec is daarmede volkomen in zijn eer hersteld. Maar toch blijft het ons een raadsel, hoe de Minister op de gedachte gekomen is, dat ïieide funcues in een en dezelfde persoon niet vereenig baar zouden zijn, daar de werkzaamheden zoowel van den geloovigen Legerpredikant als van een organisatie als „Pro Rege" zoo dicht bij elkander liggen en elkander telkens zullen raken.

We zijn zoo vrij te betwijfelen, of de Minister en degenen, die hem door hun advies misschien op deze gedachte hebben gebracht, hiermede aan Leger en Vloot in 't algemeen en aan het welzijn van onze , jongens" in 't bijzonder een dienst hebben bewezen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 januari 1920

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 januari 1920

De Heraut | 4 Pagina's