125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 86

oplopende spanning

leerling van A. Kuyper zoals hij wel genoemd wordt, heeft een belangrijke rol gespeeld in het bewaren van de vrede na 1902.75

de faculteit der godgeleerdheid en haar kerken De in 1892 benoemde deputaten rapporteerden voor het eerst aan de Synode van Dordrecht (1893).76 Een van de zaken die geregeld moest worden, was de invulling van hun taak. Wagenaar en Van Goor maakten een aantal afspraken, die decennialang mede de invulling van het contract hebben bepaald. Zo nodigden ze deputaten voor de examina van de Particuliere Synoden uit hen in kennis te stellen van eventuele opmerkingen gemaakt bij de peremptoire examens.77 Deze eerste keer gebeurde dat via Het Kerkblad van 18 november en De Heraut van 20 november 1892, in later jaren werd daartoe een brief aan de Particuliere Synoden gestuurd.78 Verder spraken ze af minstens driemaal een kandidaatsexamen te zullen bijwonen en om de twee maanden een bezoek aan de verschillende colleges te brengen. In het hospitium zouden ze een oogje in het zeil houden. Het verslag van al deze activiteiten ademt een sfeer van grote tevredenheid met wat deputaten aan de faculteit hadden aangetroffen. De volgende rapportage was die aan de Synode van Middelburg (1896).79 Vanuit de kerken waren weinig klachten gekomen over de kandidaten van de vu.80 Maar daarmee waren deputaten nog niet tot werkeloosheid gedoemd. Er viel naar hun oordeel genoeg aan de orde te stellen en dat hebben ze vrijmoedig gedaan. Zo hadden deputaten de wens geuit dat er een hoogleraar voor Nieuwe Testament zou komen en dat er een nieuwe regent voor het hospitium zou worden benoemd. Verder wensten ze naast het preekcollege een college homiletiek en meenden ze dat er meer aandacht moest komen voor de praktische oefening in het kerkelijk bestuur en het catechetisch onderwijs. Ook wilden ze dat naast de normale colleges dogmatiek nog andere gegeven zouden worden, ‘tot eene meer summiere behandeling’, zodat de studenten in drie jaar tijd een ‘goed overzicht over geheel dit vak ontvangen’. Kortom, de faculteit had nu wel een verband met de kerken, maar het betekende een enorme beperking van haar vrijheid. Overigens kon ze gerust zijn. Deputaten hadden niet de ‘minste aanleiding gevonden om ook maar te vermoeden dat in eenig opzicht

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 85

85

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen