GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

'Hier leert de natuur ons zelf den weg' - pagina 26

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

'Hier leert de natuur ons zelf den weg' - pagina 26

Een geschiedenis van Natuurkunde en Sterrenkunde aan de VU

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

de vrije universiteit en haar achterban

maar het werk aan de universiteit kende een klein begin, zoals Kuyper ook erkende: de vu was ‘met den universiteitsnaam zelve tot blozens toe verlegen; aan geld arm; zeer sober bedeeld met wetenschappelijke kracht en aan der menschengunst eer gespeend dan verzadigd’.6 Voor het eerste jaar hadden zich vijf studenten aangemeld en vijf hoogleraren bemanden drie faculteiten, die der theologie, rechten en letteren. Ondanks dit kleine begin werd er van meet af aan gedacht aan een volledige universiteit met de traditionele ‘vijf faculteiten’, die ook in de Wet op Hooger Onderwijs van 1876 werden genoemd. In zijn openingsrede had Kuyper al gesproken over deze vijf.7 Voor alle faculteiten aan de Vrije Universiteit, ook de nog te stichten medische en wis- en natuurkundige faculteit, gold de eis van een ‘christelijke wetenschap’: wetenschap die vrij van onnatuurlijke banden beoefend wordt vanuit een principieel christelijke grondhouding. Alleen op die manier kon er volgens Kuyper doeltreffend wetenschap bedreven worden, immers: ‘Alleen mannen die uit de Natuur en de Schriftuur tot éénzelfde levens- en wereldbeschouwing gekomen zijn, kunnen als architecten saâm bouwen aan eenzelfde huis.’8 Het uitgangspunt voor de wetenschap aan de vu was formeel vastgelegd in de statuten van de Vereeniging. In het (onveranderlijke) artikel 2 werd gesteld dat de Vereeniging voor alle onderwijs dat vanwege haar zou worden gegeven, geheel en uitsluitend wilde staan ‘op den grondslag der Gereformeerde beginselen’. Voor de theologie waren die beginselen ofwel principiële uitgangspunten nader ingevuld, maar voor de andere faculteiten moesten deze nog worden vastgesteld en in relatie gebracht met het vakgebied. De vraag welke de gereformeerde beginselen precies zijn en hoe de relatie van deze beginselen tot de vakwetenschappen moest worden gezien, werd in de eerste vijftig jaar herhaaldelijk aan de orde gesteld. In 1895 kwam het na een conflict tot een ‘publicatie van de senaat inzake het onderzoek ter bepaling van den weg die tot de kennis der Gereformeerde beginselen leidt’. In het gedenkboek Een blinkend spoor uit 1979 is door J. Roelink uitgebreid beschreven hoe de discussie over de gereformeerde beginselen keer op keer vastliep en ook in 1930 nog niet was afgerond.9 De vu verschilde van andere universiteiten ook daarin dat zij niet uitging van de staat of van een stad, maar werd gedragen door een vereniging van mensen van allerlei rang en stand, verbonden door hetzelf-

25

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 281 Pagina's

'Hier leert de natuur ons zelf den weg' - pagina 26

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 281 Pagina's