125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 420

noten hoofdstuk 2 1880. Vanouds was in gereformeerde kring gebruikelijk hierbij tevens te verwijzen naar het contract dat tussen de synode van de nhk en het Amsterdams gemeentebestuur was gesloten over de benoeming van kerkelijke hoogleraren. Dit contract zou mede de bedoeling hebben gehad vu-studenten te weren van de kansels, en zo de bloei van de godgeleerde faculteit van de stedelijke universiteit te garanderen. Deze interpretatie wordt bestreden door Van Rooden, ‘De Vrije Universiteit, het protestantse vaderland en de Faculteit der Godgeleerdheid van de Universiteit van Amsterdam’, in: Knegtmans en Van Rooden (red.), Theologen in ondertal, 125-139. 74. In De Heraut van 19 juni 1881 staan de eisen van het admissie-examen vermeld, met de mededeling dat daarop twee jaar propedeutische studie volgen. Zie ook Kuyper, De hedendaagsche Schriftcritiek, 46-47, waaruit duidelijk blijkt dat voor een tweejarige propedeuse werd gekozen. Bij de ingekomen stukken van de senaat bevindt zich een verslag van een vergadering van de literaire faculteit van 12 mei 1882 (no 26), waarin Woltjer enkele voorstellen deed om de bepalingen en eisen voor de propedeuse nauwkeurig vast te leggen. In de Acta Facultatis Literariae 1882-1929 staat dit in het Latijn opgetekend. Dit programma werd door curatoren in hun vergadering van 26 mei 1882 goedgekeurd. 75. Archief senaat, Notulen, 16 juni 1881. Op de vergadering van 21 september 1881 sprak men af dat men zo nodig onder de inmiddels reeds gepubliceerde normen van het admissie-examen wilde blijven. 76. Zie onder noot 30. 77. F. L. P. C. van Lingen, Doopbelofte en hooger onderwijs. Een woord aan geloovige ouders, wier zonen begeeren tot den predikdienst te worden opgeleid (Sneek z.j. = 1884). 78. Zie Archief senaat, Notulen, 3 februari 1882 en 18 januari 1883. Op de senaatsvergadering van 9 november 1883 werd dit in die zin definitief vastgesteld. 79. Archief senaat, Notulen, 20 april 1883. 80. Zie hierover C. A. van Swigchem, Het Gereformeerd Gymnasium te Amsterdam 1889-1964 (Amsterdam 1964). 81. Zie J. van Gelderen, ‘Op weg naar de Vereniging van 17 juni 1892’, in: Wolthuis en Vree (red.), De Vereniging van 1892, 67. De naam van de Theologische School werd in 1939 gewijzigd in Theologische Hoogeschool, in 1986 in Theologische Universiteit. 82. Archief senaat, Notulen, 19 november 1888; Archief senaat, Ingekomen stukken, 9 november 1888, van Zetten aan senaat (bij 1889, no 2). 83. Archief senaat, Ingekomen stukken, 19 maart 1889, van senaat aan Zetten (afschrift, no 2). 84. Archief senaat, Ingekomen stukken, 7 september 1889, van Van Lingen aan de senaat (no 7).

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 419

419

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen