'Hier leert de natuur ons zelf den weg' - pagina 129
Een geschiedenis van Natuurkunde en Sterrenkunde aan de VU
natuurkunde en geloof in de jaren dertig
128
‘dwang der werkelijkheid’ dan voor de vrije keuze van de fysicus.95 Sizoo kritiseerde hen die de natuurkunde in de wiskunde wilden doen opgaan, en ook hen die voor elke meetmethode een ander begrip wilden definiëren.96 Sizoo gebruikte verschillende voorbeelden om deze opvattingen te weerleggen en gaf onder andere een analyse van het begrip ‘lengte’, dat in de astronomie, in de aardse lengtemetingen en in de atoomtheorie een verschillende betekenis lijkt te hebben. Deze betekenissen blijken bij nadere studie echter toch equivalent te zijn. De verschillende meetmethoden zijn verbonden door dezelfde theorieën en bovendien hebben veel begrippen al een alledaagse betekenis voordat ze precies gedefinieerd worden door de fysica. Tegenover de conventionalisten benadrukte Sizoo dat een fysisch begrip altijd door metingen en experiment met de werkelijkheid moet worden gecorreleerd.97 Fysische wetten werden in de klassieke fysica opgevat als objectieve natuurwetten en daarmee vaak gezien als dwingende regels voor de processen in de natuur.98 Inmiddels was deze opvatting door velen verlaten en ingeruild voor een visie die de fysische wetten opvatte als door de mens getrokken richtlijnen ter ordening van de verschijnselen. Sizoo bekritiseerde deze laatste opvatting, onder andere omdat zij volgens hem de belangrijke rol van het experiment, vooral in periodes van wetenschappelijke crisis, miskende.99 Tegenover een subjectivist als Arthur Eddington betoogde Sizoo dat ook bij het ontstaan van de quantummechanica de experimentele gegevens (en niet een a priori redenering) ertoe hadden geleid de wisselwerking tussen waarnemer en omgeving in de theorie te betrekken en de natuurwetten als waarschijnlijkheidswetten te formuleren.100 Na zijn lange beschouwing, waarvan ik slechts enkele punten naar voren heb kunnen halen, vatte Sizoo zijn eigen opvatting over fysische kennis samen. Hij wilde enerzijds waarschuwen voor grensoverschrijdingen zoals in het mechanistische deterministische kennisideaal, dat de inhoud van de fysische kennis objectiveerde en de binding aan het subject negeerde. Kennis is altijd menselijke kennis. Anderzijds stelde hij echter dat deze menselijke kennis niet uitsluitend voortkomt ‘uit den wil of uit den geest des menschen’. Zij is aan de werkelijkheid gecorreleerd: ‘de logische activiteit van den mens en de logische ontvankelijkheid van het veld van onderzoek zijn krachtens scheppingsordinantie op elkaar aangelegd’.101
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Historische Reeks | 281 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Historische Reeks | 281 Pagina's