GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 26

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 26

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

kuyper en het theologisch hoger onderwijs

was orthodox, één was vrijzinnig. De verontwaardiging over dit benoemingsbeleid was groot. Dit alles was echter slechts de ‘buitenkant’, de oorzaak van de stichting van de Vrije Universiteit was de breuk tussen de moderne wetenschapsopvatting en het gereformeerd religieus besef van Gods Koningschap over alle terreinen des levens, ook op het terrein van de theologie. Een van de manieren waarop Kuyper de onlustgevoelens rondom de wet van 1876 en het synodale beleid mobiliseerde, was een vertrouwelijke samenkomst met geestverwante predikanten op 1 april 1880. Doel was om tot een alternatieve opzet van het curriculum te komen. De vraag naar de theologische encyclopedie mag niet ‘door enkele theologen in kleinere kring worden beslist, maar de oplossing ervan moet, zal zij zedelijke waarde hebben, vrucht van saâmwerking met alle gelijkgezinde broederen zijn.’23 Helaas heb ik geen verslag kunnen vinden van deze samenkomst. Wel bestaat er een ontwerp van Kuyper uit februari 1880 waarin hij zijn gedachten over een en ander heeft verwoord. Wellicht heeft het tot uitgangspunt gediend voor de discussie op 1 april.24 Dit overzicht van de theologische encyclopedie telt zes groepen. Er is een groep historische vakken (inclusief de geschiedenis van het kerkrecht en, apart vermeld, de geschiedenis van de hervormde kerk), er is een dogmatologische groep, er zijn groepen voor Oude Testament, Nieuwe Testament en natuurlijke godskennis (inclusief niet-christelijke godsdiensten, genaamd idolatrie, afgodendienst), en er zijn de ‘artistieke’ vakken: praktische theologie en zending, die samen een aparte groep vormen. Bij vergelijking met het curriculum van 1876 valt natuurlijk op dat er geen onderscheid is tussen vakken die bij de kerk behoren en vakken die bij de universiteit behoren. Dit curriculum is dan ook niet neutraal, maar wordt bepaald door het geloof in de Openbaring van God. Het gaat niet om de geschiedenis van de christelijke leer of van de Israëlitische letterkunde, maar om dogmatiek, om Oude Testament. Het gaat niet om godsdienstgeschiedenis, maar om idolatrie. Blijkbaar waren velen het hiermee eens, want in de series lectionum van de eerste decennia vinden we dit schema terug.25 Tussen dit lijstje en wat Kuyper in 1894 in het derde deel van zijn Encyclopaedie schreef over de indeling van de theologisch curriculum zit een enorm groot verschil.26 Is het eerste schema uit 1880 nog betrekkelijk realistisch, dat kan niet gezegd worden van het schema uit

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 25

25

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 26

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's