GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 76

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 76

Rede bij de aanvaarding van het hoogleeraarsambt aan de Vrije Universiteit te Amsterdam

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

75 voor de toekomst wekte, zijn zich zelf in niets ontziende arbeidsijver, ze zullen in onze herinnering blijven voortleven als een voorbeeld van karakter, nauwgezetheid en plichtsbetrachting. Het was niet het minst de gedachte, deze taak, zij 't al slechts ten deele, te moeten overnemen van een man, met zoo groote geestesgaven toegerust, die mij meermalen met vreeze vervulde. Te meer, waar ik op de spreuk: "In magnis et voluisse satest" hier zeker geen beroep zou kunnen doen. Van de aan mijn zorg toevertrouwde vakken zijn het met name de wijsbegeerte des rechts en de encyclopaedie der rechtswetenschap, die de hoogste eischen stellen aan wetenschappelijken zin en getrouwheid aan het beginsel. Zie ik echter anderzijds op het doel, dan aanvaard ik deze taak met vreugde, in 't besef, dat met name op deze terreinen het licht zal vallen op de diepten van die levens- en wereldbeschouwing, waaraan ik mij voor mijn gansche leven in de innige liefde mijns harten verbonden weet.

Mijne Heeren, Leden der Faculteit. Het is uw wensch geweest, mij als opvolger van Zevenbergen in uw midden te zien en u, die mijn leermeesters waart en wien ik reeds in dit opzicht zooveel verschuldigd ben, ben ik in bijzondere mate dankbaar voor de hartelijke ontvangst, die gij mij hebt willen bereiden. Zij schonk mij de verwachting, van een aangename, collegiale samenwerking . Als onervarene zal ik menigmaal op uw hulp en voorlichting een beroep moeten doen, maar ik houd mij overtuigd, dat gij mij in dit opzicht gaarne met uw groote kennis en rijp inzicht zult willen steunen. De vakken, die ik straks zal moeten doceeren, eischen meerendeels een voortdurend contact met de door u beheerschte terreinen; in 't bijzonder de rechtsphilosophie laat zich, naar mij voorkomt, niet vruchtbaar behandelen, zonder voortdurend weer de concrete rechtsstof te raadplegen. Ik zal het steeds als een bijzonder voorrecht beschouwen, daarbij op uw raad en voorlichting te mogen rekenen' en daarin een bewijs zien van uw collegiale gevoelens jegens mij en van de eenheid des geestes, die ons in 't belang der gemeenschappelijke zaak, aan elkander binçlt.

Mijne Heeren Professoren. In , uw aller welwillendheid en vriendschap beveel ik mij aan, om mij te steunen met uw weten en kunnen. Waar het wijsgeerig deel van mijn taak mij telkens weder in aanraking zal brengen met de om het rechtsgebied heengelegerde wetenschappen, zal ik menigmaal ook uw advies en voorlichting moeten inroepen. Een heerlijke gedachte is het mij daarbij, dat gelijktijdig met mij een man aan deze universiteit is geroepen met wien ik mij niet slechts door banden van aanverwantschap, maar nog inniger door banden van jarenlange vriendschap en geestesverwantschap

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 oktober 1926

Inaugurele redes | 114 Pagina's

De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 76

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 oktober 1926

Inaugurele redes | 114 Pagina's