1907-1908 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 186

176 IsAAK NEWTON meent, dat al deze regelmatige bewegingen niet aan mechanische oorzaken kunnen worden toegeschreven, aangezien de kometen de geheele wereldruimte dooiioopen on zeer excentrische banen beschriivon.

Een blind noodlot kan volgens don ge-

noemden Engelschman de planeten

en kometen ook niet op zulk

eene bewonderenswaardige wijze doen bewegen, en daarom schrijft NEWTON dit alles toe aan de onmiddellijke inwerking van het Opperwezen.

Na dit te hebben medegedeeld, doet LAPLACE de vraag, of

het Opperwezen al deze verschijnsels niet kan hebben doen afhangen van een nog veel algemeener verschijnsel, en voegt er dan aan t o e : naar het mij voorkomt, moet de merkwaardige orde, die in het planotenstolsel hecrscht, toegeschreven worden aan eene nevelachtige stof, in verschillende opeenhoopingen door het gansche heelal verstrooid. H e t schijnt, zoo merkt LAPLACE tot toelichting en tot steun van deze meening verder op, dat de sterren, wel vciTe van op ongeveer gelijke

afstanden

van elkander te staan, bij een vergaderd zijn

in verschillende groepen, waarvan sommige milliarden van hemellichamen

bevatten.

Onze zon en de schitterendste

deze

sterren

maken waarschijnlijk een gedeelte uit van zulk eene groep, die, van ons standpunt gezien, aan den hemel den melkweg vormt.

Deze

melkweg zou zich aan een waarnemer, die er zich steeds verder van verwijderde, ten slotte voordoen als een kleine ronde lichtvlek. H e t is derhalve waarschijnlijk,

dat vele nevelvlekken niets anders zijn

dan groepen van sterren, die, wanneer men ze van uit een daarbinnen gelegen p u n t kon bezien, overeenkomst zoudon vertoonen met onzen melkweg. Door middel van zijne krachtige telescopen is HERSCHEL in staat geweest, de condensatie, de verdichting der nevelvlekken na te gaan, evenals men in een bosch den groei der boomen kan bespieden door achtereenvolgens boomen van verschillenden ouderdom waar te nemen.

Overal aan den hemel ontdekte HERSCHEL nevels.

Som-

mige nevelvlekken vertoonden in 't geheel geen kern ; in andere was de stof nauw merkbaar gecondenseerd rondom een enkele of ook Avel rondom eenige weinig lichtgevende kernen; in nog andere nevels waren de kernen veel schitterender, vergeleken met de omringende

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen