1908-1909 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 20

12 zwaarlijk ontkend. Dat de waanzinnige in zijn teekeningen zijn waan blootlegt, komt meermalen voor ; dat de katatonicus in zijne graphische producten ten duidelijkste stereotypie openbaart, is bekend ; dat vuile en slordige teekeningen met overdreven voorstellingen en schrille kleuren aan paralyse doen denken weet men eveneens. Dit is echter niet voldoende ; het feit, dat in stei'k sprekende gevallen eener psychose ook de teekening dikwerf eigenaardige afwijkingen vertoont, is wel van waarde, doch deze waarde is beperkt; het verband tusschen de psychose en het karakteristieke der teekening moet een regelmatig zijn, en ook in de groote meerderheid der gevallen na te speuren wezen, zal de diagnosticus daarop vertrouwen kunnen. Ten einde in dit opzicht tot meer klaarheid te komen, heeft Mohr 1) te Coblenz een systematisch onderzoek ingesteld en een aantal patiënten eenvoudige en meer samengestelde figuren laten copiëeren, uit het hoofd en naar de natuur laten teekenen, eenvoudige verhaaltjes in beeld doen weergeven, ook met behulp van kleuren, en pas begonnen teekeningen laten afwerken ; bovendien onderzocht hij in meerdere gevallen of de lijders teekeningen, hun getoond, begrepen, of zij de voorstelling in beeld konden weergeven in woorden en voorts onder meer hoe de lijders reageerden op bepaalde teekeningen met sprekenden inhoud; nagegaan werd dus eenerzijds hoe de patiënten zich productief, anderzijds zich receptief gedroegen tegenover de teekening. Een zoo veelzijdig onderzoek kost zeer veel tijd, stuit zelfs bij veel lijders op overwegende practische bezwaren ; vandaar, dat het aantal personen, door Mohr onderzocht, slechts betrekkelijk beperkt kon zijn; toch verkreeg hij, bij dit onderzoek zoo nauwkeurig mogelijk acht gevende op de details, allerlei interessante gegevens, en achtte hij zich gerechtigd tot de conclusie, dat de teekeningen ons in staat stellen vele gevolgtrekkingen te maken, welke zoowel voor de algemeene psychiatrie als voor de diagnostiek van waarde zijn. Inderdaad moedigt het onderzoek van Mohr aan om in die richting 1) Dr. F. Mohr, Uber Zeichnuugen von Geisteskranken und ihne dia?-, nostische Verwertbarkeit, Journal fur Psychologie und Neurologie, B. VIII, H. 3 und 4.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen