GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1909-1910 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 66

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

58 Er was geen bekeering iioodig, omdat het bekeeren niet noodig was. Waaruit dan logisch volgt, dat niet elk religieus leven en elke progressie naar de heiligheid een bekeering* veronderstelt, elke bekeering een crisis veronderstelt. Ik weet, dat ik hier een terrein betreed met allerlei netehge theologische quaesties, waar ik buiten wil blijven, omdat ik incompetent ben. Maar op de crisis moeten we nader ingaan; straks bespreek ik nog, hoe men daar van op de hoogte komt. Men moet inzien, hoe groot de zonde en ellende is, zegt de Catechismus en daar begint reeds direct een „Anklang" aan de zelfbeschuldigingen der melancholici en men heeft natuurlijk niet verzuimd dit te memoreeren. Nog sterker, na het inzicht in de zonde, gepaard met berouw, volgt de dankbaarheid, gepaard met vreugde. Welnu de psychiater is direct gereed met zijne verklaring, na de melancholische volgt de maniakale periode. Bij jonge menschen met nerveusen aanleg, zijn het toestanden, die meermalen afwisselen, ook al is het niet direct een psychose, de manisch-depressieve krankzinnigheid is een bekend ziektebeeld voor den psychiater. Zoo heeft reeds de theoloog Kierkengaard gezegd, dat de psychologie van zonde en bekeering wezenlijk berust op angstgevoelens en ook hier heeft de nieuwere psychiatrie de angstpsychosen en angstneurosen, die wederom een „Anklang" geven aan hetgeen door Kierkengaard als normaal beschouwd wordt Het zij mij vergund nu een geschiedenis mee te deelen uit de dagen van het laatste Réveil ter staving van hetgeen gezegd werd. Het geldt een kundig dokter, die, naar de Fursac meldt, een origineel karakter had en notoir ongezellig was. Wat den god.sdienst betreft was hij onverschillig zonder vijandig te zijn. Gedurende het Réveil, terwijl hij langs de straat reed om zijn zuster te bezoeken, kwam eens deze gedachte bij hem op : „Wat heeft God voor mij gedaan en wat deed ik voor hem ?" Verschillende antwoorden kwamen in zijn geest. God geeft mij kleeren, voedsel en alles wat noodig is voor het leven, hij geeft mij boeken en de wetenschap, hij heeft mij bewaard bij epidemieën en steeds meer kwam de wroeging onder den vorm van een obsessie met een sterk onlustgevoel. En ik heb niets voor hem gedaan. Tehuis teruggekeerd,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 204 Pagina's

1909-1910 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 66

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 204 Pagina's