GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1913-1914 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 38

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

30

de enorme reeks gevallen, waarvan wij er één opnoemden, het werkelijk ondenkbaar is, dat het doel door een wezensvorm (of entelechie) gesteld kan zijn. Zoo moeten wij ook hier weer een aanduiding vinden voor de opvatting, dat God transcendent en immanent ook hierin doelstellend is. Nog treffender blijkt het verschil tusschen het vitalisme en onze theïstische opvatting bij het vraagstuk der Urzeugung. Hierbij wordt het vitalisme zijn principe ontrouw door een albezieling der natuur of der atomen te veronderstellen, of men veronderstelt (met de scholastici) geschapen formae substantiales in plaats van (of in harmonie met) geschapen organismen. Daarentegen meenen wij, dat God langs architedonischen weg uit de stof het lichaam heeft geformeerd, georganiseerd. CLAUDE— BERNARD merkte dan ook terecht op „L'élément ultime du phénomène est physique, l'arrangement est vital". ') Zeer treffend is ook de wijze, waarop REINKE (welke men vitalist noemt) een analogie maakt van de Schepping met het vervaardigen van een machine door den mensch. ~) Wanneer REINKE dan echter vervolgt met de woorden : „Dadurch rückt die Schöpfung an die Seite jener anderen, immanent in den einmal entstandenen organismen fortwirkenden intelligenten Krafte, der Dominanten", dan herkennen wij hierin een logische onjuistheid, waarop ook BUSSE gewezen heeft. Zijn namelijk de Dominanten in de organismen met een „Maschinenseele" vergelijkbaar zoo moeten deze zich in ieder geval tot physico-chemische factoren laten terugbrengen. Ten duidelijkste blijkt wel, dat REINKE deze opvatting ook werkelijk deelt uit de volgende woorden bijna aan het einde van zijn boek geplaatst: „Die Dominanten als Ergebniss der Organisation handein unbewusst. Sie wissen so wenig von dem, was sie leisten, wie das Raderwerk eines Chronometers over die Linse, die ein Bild in die Dunkelkammer des Photographen wirft", en wanneer hij eindelijk zegt: „Die Dominantenstructur der Zelle erhebt sich hoch über die der Maschinenstructur: allenfalls könnte man sie den volkommensten Superlativ einer Maschinenstructur nennen", •^) dan zijn dit meeningen, welke met mijne opvattingen overeenstemmen, in het overwegende kenmerk der ') Geelt, bij REINKE Einleitung in die theoretische Biologie 'S 625. 2) I.e. S 560. 3) I.e. S 626.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1914

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 178 Pagina's

1913-1914 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 38

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1914

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 178 Pagina's