1914-1915 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 136

128 in Genemuiden de epidemie weder verbreid werd door onvoorzichtigheid der Christenen. In Over-Flakkee, op de Christelijke school aldaar, waren 22 kinderen, die allen ongevaccineerd waren. 19 werden aangetast door de pokken, en 7 daarvan bezweken, terwijl van de 190 kinderen op de Openbare School maar één stierf, dat ongevaccineerd bleek te zijn. Ook de bewoners van Oud-Beijerland hebben in 1883—84 de wrange vruchten geplukt van het verzet tegen de vaccinatie. Niet minder dan 661 werden aangetast en 206 daarvan stierven. In 's Gravenzande werd mij de vraag gesteld, naar aanleiding van de epidemie, welke daar in 1893—94 geheerscht had, wie het meest daarvan hadden te lijden. Het antwoord „natuurlijk de Gereformeerden" vond bevestiging. Bedenken we dat reeds in 1806 door a ROY ') statistisch aangetoond is, dat de Joden, die het ijverigst in het inenten waren, het minst van de pokken te lijden hadden, en om dezelfde reden weer de Lutherschen minder dan de Hervormden, — dan staat vast, dat in de 19e eeuw in Nederland duizenden, zoo niet tienduizenden Christenen zijn omgekomen, omdat zij in hun geloof, aan den dool zijn geraakt. De grootste verantwoordelijkheid daarvoor draagt zekd- Dr. CAPADOSE omdat de gelegenheid bestond, zich op hem, als man van 't vak te beroepen. Maar ook, zij 't in mindere mate, zijn verantwoordelijk de autoriteiten op juridisch en theologisch gebied, die door het algemeen vertrouwen geloofd werden op een terrein, waarop zij onkundig waren of in elk geval niet onbevooroordeeld genoeg om zelfstandig te oordeelen. Dank zij den indirecten dwang, zijn de gevolgen van hun actie tegen de vaccinatie, grootendeels voorkomen. Maar mannen als LOHMAN, Prof. LINDEBOOM en Ds. PIERSON (te Ressen) bedenken wat de gevolgen zouden zijn, als hun actie eens slaagde. Misleid omtrent de waarde der vaccinatie, zouden velen, die nooit anders lazen dan van „slechte gevolgen, van een kunstbewerking die niet wetenschappelijk vaststaat" enz. zich daaraan onttrekken, waaronder ook velen, die nu nog tenslotte zwichten voor den indirecten dwang. Dat dit niet denkbeeldig is, daarvan heb ik mij kunnen overtuigen, in den tijd toen door Dr. KUYPER ')

C. H. a RoY. Verhandeling over de voorbehoedmiddelen etc. 1806.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen