1914-1915 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 86

78

dus hierop neerkomt, dat in den vóórschooltijd ongeveer vijfmaal' meer kinderen sterven dan gedurende de schoolperiode, en dat na het verlaten van de school de sterftekans er waarlijk niet kleiner op wordt. Dat wil natuurlijk niet zeggen, dat wij ons daarom van den schadelijken invloed, die van de school kan uitgaan, niets behoeven aan te trekken ; maar het wijst er alleen op, dat wij kalm mogen overwegen, hoever wij onze zorgen daarvoor zullen uitstrekken. Nu is er echter ééne omstandigheid, die ons ongetwijfeld maant, om niet te lang te talmen ; dat is de invoering van de leerplicht. Sinds de overheid het als hare roeping heeft beschouwd, om de ouders te dwingen, hun kinderen naar een school te zenden, mogen wij niet nalaten, om ook uit onze scholen alles te weren, wat op die kinderen een schadelijken invloed zou uitoefenen. En het is zonder twijfel ook in het besef daarvan, dat men in ons land allerwegen er toe is overgegaan, om het toezicht uit te breiden, door van gemeentewege schoolartsen aan te stellen. De wijze, waarop dit toezicht wordt uitgeoefend is natuurlijk in de meer dan 40 gemeenten, waarin het reeds in zwang is, gansch onderscheiden. In het algemeen kan gezegd, dat wij in ons land de zaak bedaarder opvatten dan in het buitenland, maar in bijzonderheden kan ik natuurlijk hier de verschillende gemeentelijke regelingen niet behandelen. Laat ik daarom mededeelen, om U tenminste een inzicht in den werkkring van den schoolarts te geven, hoe de zaak hier in Utrecht geregeld is. Hier zijn thans 6 schoolartsen in functie ; bijna allen, geneesdigen, die de algemeene praktijk uitoefenen. Zij hebben het toezicht op den gezondheidstoestand der leerlingen van alle openbare lagere scholen, alle openbare bewaarscholen, en van die bijzondere lagere scholen en bewaarscholen, wier bestuur daartoe den wensch te kennen geeft; dit waren tot 1 Januari 1911 alle katholieke scholen en sedert dien datum ook alle Diaconiescholen. Iedere schoolarts heeft 9 scholen met een gezamenlijke bevolking van 3000 leerlingen onder zijn toezicht. Alle leerlingen, die voor het eerst ter school komen, worden binnen twee maanden na hun toelating onderzocht. Moet het kind zich ontkleeden, dan is voorafgaande toestemming der ouders noodig. Voorts bezoekt de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen