GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1920 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 62

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

56

af het trof. Dan vergt stelilng I, dat we verandering-scheppende causaliteit aanvaarden. 4. Stel: 'n systeem behoudt hetzelfde aantal oer-bestanddeelen, maar de rijkdom en verscheidenheid der betrekkingen tusschen de oerdingen is later grooter dan eerst, en stel: we weten, dat deze vermeerdering van betrekkingen niet ruimtelijk is gepraeformeerd, dan moeten we de natuurfactoren van onruimtelijken aard aanvaarden. 't Gaat hier alleen om logische denkbaar heden. De causaliteit der samenstelling is die van mechaniek en energetiek (mogelijkheid 1); mogelijkheden 2 en 3 komen empirisch niet voor; mogelijkheid 4 ook niet? C. Mogelijke soorten van ontwikkeling. Ontwikkeling heet in 't algemeen 't vermenigvuldiger worden van 'n systeem in toto. Ze valt uiteen in cumulatie (toevoeging van buiten af) en evolutie; de laatste op haar beurt in machinale en entelechiale evolutie. Bij de machinale stamt de vermeerdering der menigvuldigheid van binnen uit. Maar — ook hier gaat 't louter om logische mogelijkheid of denkbaarheid. Stel: we weten, dat de vermeerdeing niet aan een machine is toe te schrijven, dan moet men om 't princiep der causaliteit te redden, een onruimtelijken grond voor de ontwikkeling aannemen, DRIESCH noemt dit entelechiale evolutie. De organische causaliteitsoort is 't onderwerp in het z e s d e h o o f d s t u k (pg. 48—71). Na deze uiteenzetting keert DRIESCH hierin terug tot de vraag: Is ieder vermogen van 't hooger deel uitsluitend te verklaren als resultaat van die der lagere? De nadruk valt op uitsluitend. Want dat er mede een materieele ordening is in 't organisme ontkent DRIESCH niet. Maar kan deze alles verklaren? Hij wil nu niet in den geest van den tijd zeggen: Wat uit machanische werkingen kan worden verklaard, moet gevolg daarvan zijn; maar omgekeerd: wat onmogelijk als gevolg van zulke factoren te verklaren is, moet een andere oorzaak hebben. Hij beperkt zich dus tot wat volgens hem slechts kan bewezen worden. a. Physlologle. Al geeft hij niet 't mechanisch karakter van de functie-physiologie, van de Antikörper-vorming en 't instinct toe, toch gaat hij, omdat hij niet de onmogelijkheid van de mechanische verklaring op dit terrein kan aantoonen, dit alles spoedig voorbij. Alleen bij de handeling, als berustend op de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1920

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 98 Pagina's

1920 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 62

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1920

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 98 Pagina's