1923 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 52

44

Onder de lagere gewervelde dieren worden de voorbeelden van Depéret*) talrijker, nog meer overtuigend en meer in bijzonderheden uitgewerkt. Bij de zoogdieren is het verschijnsel zoo constant en zoo sprekend, dat men, zegt Depéret, het wel zou kunnen aanwenden, om de afstamming te vervolgen. Allerlei voorbeelden haalt hij aan, o.a. van de Proboscidiersstam**), Wallace meent, dat groote dieren zich minder goed zouden kunnen aanpassen aan veranderende omstandigheden door hun veel langzamer voortplanting, waarmee ook minder variatiemogelijkheid der nakomelingschap is gegeven. Er is inderdaad verband tusschen levensduur en voortplanting en in verband met den 2den regel der specialisatie, die hieronder volgt, is dit ook wel merkwaardig. *) Haaien: Geslacht Carcharodon. Eoccen: Carcharodon appendiculatus, middelmatig groot. Oligocecn: grootere vormen. Mioccen en Pliocecn: reusachtige vormen, als Carcharodon megalodon, vermoedelijk + 20 M. lang, met driehoektanden van 12 C.M. hoogte. Dipneusten: Geslacht Diptcrus en Ctenodus. Stegocephalen: Geslacht Loxomma en Anthracosaurus; en ten slotte in de geweldige geslachten: Capitosaurus en Metopias en eindelijk Mastodonsaurus, met een schedel van bijna een meter lang. **) Dinotheriën: Dinotherium Cuvieri uit 't Orléanais. „ gigantissimum uit 't Rumanicn. Mastodonten: Palaeomastodon Beadnelli Oligoceen, rhinocerosgrootte. Mastodon Angustidens pigmaeus Burdigalien. „ ,, normale type middenMioceen. Grootere vormen met gecompliceerde Molaren, later Mioceen. Mastodon longirostris (heel groot) onpcr-Mioccen. „ arvernensis (reusachtig) Plioceen. Verder werkt Depéret nog uit de grootte-verhoudingen in de geslachten Chasmotherium en Lophiodon. R. Hoernes noemt in zijn boek: Das Aussterben der Arten und Gattungen het voorbeeld van den stam der varken?, die in NoordAmerika allerlei gespecialiseerde zijtakken vormden tot de grootte van neushoorns toe; al die takken zijn uitgestorven en alleen de kleinere rassen zijn blijven bestaan, wat ook bij de reptielen en de vogels is te zeggen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen