1926 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 89
81 daar Aristoteles geleerd had, dat iedere beweging in de natuur noodzakelijk een cirkelbeweging of samenstel van cirkelbeweging3n moest zijn. Het wereldstelsel van Plolemaeus was geocentrisch, de aarde stond in het middelpunt. Gedragen door de autoriteit van Aristoteles en het vernuft van Ptolemaeus heeft dit wereldsysteem veertien eeuwen lang de geesten volkomen beheerscht. In het begin der zestiende eeuw brak er voor de wetenschap een tijdpeik van nieuw leven aan. Men begon te twijfelen aan de dogma's van Aristoteles. Daartoe droegen ook de groote ontdekkingen sn uitvindingen bij, waarvan in dezen tijd met verrassende snelheid de een na de ander volgde. De wetenschap brak met de oude sleur, men wierp de verstarde oude vormen af en toog zelfbewust aan den arbeid. In dien tijd vond Copernicus, dat niet de aarde, maar de zon het middelpunt was van het planetenstelsel. Men kon nu voortaan met recht van het zonnestelsel spreken. De zon stond als een groote vuurbol in het middelpunt. Daar omheen bewogen zich op verschillende banen achtereenvolgens de planet'jn Mercurius, Venus, Aarde, Mars, Jupiter en Saturnus. Het bleek dus, dat de aarde slechts een planeet van de zon was en dat zij zich in een Tsaan om de zon bewoog. Ook vond Copernicus, dat de aarde in 24 uren om haar as wentelt, zoodat de dagelijksche beweging der sterren een schijnbare was. De resultaten van Copernicus werden door den arbeid van Kepler en Newton bevestigd en kregen zoo steeds grooter zekerheid. Zijn opvatting over den bouw en de inrichting van het zonnestelsel, worden ook thans door ons nog als juist erkend, en het is welhaast ondenkbaar dat ons inzicht te dezen opzichte nog belangrijke wijzigingen zou ondergaan. Men lette er op, dat de ontdekkingen van Copernicus alleen betrekking hebben op het zonnestelsel. Copernicus zal wel gemeend hebben, dat alle sterren zich practisch op denzelfden afstand van zon en zonnestelsel bevonden. Dat was in de zestiende eeuw de gangbare opvatting en deze bleef ook in de 17e en 18e eeuw gehandhaafd. Alleen werd de schatting van den afstand der vaste sterren voortdurend grooter, omdat alle pogingen tot bepaling van dien afstand, in de 17e en 18e eeuw ondernomen, faalden.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1926
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 212 Pagina's
![1926 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 89](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/orgaan-cvng-geloof-en-wetenschap/1926-orgaan-van-de-christelijke-vereeniging-van-natuur-en-geneeskundigen-in-nederland/1926/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1926
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 212 Pagina's