GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

1929 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 66

Bekijk het origineel

1929 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 66

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

58 met de chromosoom-moleculen in wisselwerking staat. 'Vlaar dan is de theorie wel zeer ingeschrompeld Ook een verzameling hormonen en enzymen is op zichzelf niets. Een hormoon stimuleert alleen, kan alleen iets doen op een levend substraat, dat voor dit hormoon ontvankelijk is, dus georaeforxTieerd was. Om de rol van oer-vormer te spelen zijn ze dus ongeschikt. De theoriën, die met zulke stoffen werken en die zich groepeeren om het mooie werk van Goldschmidt, steunen vooral op proeven omtrent kleurstofvorming, welk proces keurig met enzymen na te bootsen is. Maar ze zien over het hoofd, dat het groote biologische probleem hierin zit, hoe al die stoffen op het juiste moment en op de j'^iste plaats hun werking kunnen uitoefenen. R\ te velen, die de zaak niet beoordeelen kunnen, worden door dit gespeculeer met enzymen overtuigd van de „exactheid". Wanneer een organisme erfelijk de eigenschap tot vorming van een bepaald ferment mist en daardoor een kleurstof mist, zegt dit weinig omtrent den aard der genen ! Staan we zoo sceptisch tegenover den „ontdekten" stolfelijken grondslag, dan toch schijnt het ons niet wonderlijk, dat steeds stoffelijke continuïteit noodig is voor de bewaring van het soorteigen. Het kan niet meer en niet minder verwondering baren, dan dat voor biologisch (of biotisch) „leven" überhaupt stof noodig is. Na de critiek komt de vraag : Waartoe dan wèl dat fijne mechanisme in de cellen? Wc zullen niet de verhouding tusschen chromosoom\erandering en cigenschapsverandering eenvoudig omaraaien, maar willen de kern en vooral de chromosomen «an een cel vergelijken met de hersenen van een dier. Neem ik een stukje hersenstof weg, of verdoof ik het, dan kan de mensch een bepaald vermogen verliezen. Weinigen zullen dit tegenwoordig nog verklaren met de aanname, dat elk vermogen het product is van een stukje nersenschors, zooals vroeger wel gedacht werd. We zeggen liever, dat bij de beschadiging samenhangen verloren gaan, ook die van psychische met somatische process2n, waardoor een bepaald proces ergens gestopt wordt. Zoo moeten wij ons OOK net werk der chromosomen voorstellen als van centrale organen, die in wisselwerking staan rnet de geheele cel en die bij hun beschadiging of wijziging sterke uiterlijke veranderingen van het geheel veroorzaken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1929

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 98 Pagina's

1929 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 66

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1929

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 98 Pagina's