1940 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 60
44 hoofd-thema's van de moderne critische en positivistische unjsbe geerte (Vgl Ernst Cassirer Substanzbegriff und Funkuonsbegrifl) XII D e WijsbegeeiLe dei W e t s i d e e heeft principieel met hel wijsgeerig substantiebegrip gebioken zonder daaibi) in de moderne veiabsokiteeimg van het functiebegiip te vervallen H a a r afuijzende houding tegenover het substantiebegrip is slechts te verstaan vanuit h a a r breuk met het uitgangspunt der gangbare wijsbegeerte de autonomie of innerlijke zelfgenoegzaamheid van het theoretisch denken m de wijsgeenge conceptie van de ervaiingsweikelijkheid V a n u i t dit uitgangspunt werd het substantiebegrip sinds de middeleeuwsche scholastiek gedefinieerd als een zaak die zoo bestaat dat zi) geen andere zaak vooi haar bestaan behoeft (Res quae ita existit ut nulla aha re mdiget ad existendum) D w z het karakter der zelfgenoegzaamheid w e r d van het theoretisch denken op zijn denk-product, het substantiebegrip overgedragen XIII H a a i uitgangspunt kiezend m het leligieuze centium van den kosmos ziet de W d W de onzelf genoegzaamheid, het met op zich zelve kunnen staan, als de zijnswijze van al het geschapene Deze onzelfgenoegzaamheid openbaart zich met slechts m de centrale religieuze afhankelijksheidsveihoudmg van al het crcTtuuilijke tot zijn O o r s p r o n g maar juist krachtens deze evenzeer m de immanente structuur der tijdelijke werkelijkheid XIV Deze immanente structuur vertoont ten mmste twee kos mische aanzichten die der modale aspecten en die der mdividualiieitsstructuren O n d e r de eerste verstaan wij de onderling onherleidbare functioneele wijzen of modaliteiten der tijdelijke werkelijkheid als getal ruimtelijkheid beweging organisch leven het gevoelsaspect, het logisch aspect het historisch aspect het aspect der symbolische be (eekenis dat van den omgang het economisch het aesthetisch he' juridisch het moreele en het geloofsaspect D e volle werkelijkheid fungeert m beginsel m al deze aspecten gelijkelijk 't 211 in subjectieve, 't zij m bloot-objectieve of voorwerpeliike functie Deze modale aspecten (m de W d W ook wetskringen" genoemd) zijn de grondleqgende gezichtspunten voor de afgrenzing der vakwetenschappen O n d e r de tweede (de mdividuahteits-stiucturen) verstaan wij de structuur-prmcipes der mdividueele totahteiten (dingen concrete gebeurtenissen samenlevmgsN'ormen) waarin de modale aspecten op typische wijze binnen een intern geheel gegroepeerd zi]n Deze mdividualiteits-structuren zijn de grondlegqende structuren waarm de naïeve ervaring de werkehjkheid vat
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1940
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 150 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1940
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 150 Pagina's