1940 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 70

NOTULEN DER

VERGADERING

GEHOUDEN

OP

ZATERDAG

J A N U A R I 1940 I N H O T E L D E S P A Y S B A S T E

6

UTRECHT

Deze vergadering w o r d t geopend door den Voorzitter D r } F Reitsma met gebed en de voorlezing van een gedeelte uit Colossensen 1 Hij spreekt een woord van welkom tot Prof Dooyeweerd en de aanwezige leden Als nieuw lid wordt gekozen Ir H van Riessen Bloemendaalscheweg 133, Bloemendaal Bedankt \ o o r het lidmaatschap der vereenigmg hebben de H H W D van dei Heijde leeraar C h r H B S te A m s t e r d a m - W , D r D M Hoog land, dierenarts te Breukelen, D r W L Wolff te Heemstede Met kennisgeving is afwezig de heer Hummelen Hierna verkrijgt Prof D r H Dooyeweerd het woord teneinde zijn gedachten verder te ontwikkelen naar aanleiding der m de vorige v e i g a d e r m g gestelde vragen Hij begint met de opmerking dat enkele vragen beter h a d d e n kunnen worden gericht tot de vakgeleerden Terwijl hl] zich te dezen opzichte niet geheel bevoegd acht, zal hij toch m zooverre als deze vragen verband houden met de geponeerde stellingen trachten ze te beantwoorden W a t betreft de opmerking van D r H o o y k a a s , merkt Prof D op dat de wijsbegeerte voorzoover zij wordt gehandhaafd als wetenschap niet los komt van het typisch karakter van het wetenschappelijk denken, dat analyse en abstractie vereischt Hiertegen heeft hij dan ook geen bezwaar ingebracht, wel daartegen, dat men deze abstractie uitgeeft voor de volle werkelijkheid zooals b v het substantiebegrip Stelling V neemt hiertegen positie De naïeve ervaring w o r d t m deze wetenschapsbeschouwing ter zijde geschoven de wetenschap alleen zou ons kunnen leeren w a t de w a r e werkelijkheid is D e W d W stelt daartegen dat de wetenschap dit niet kan De structuur der dingen en concrete gebeurtenissen is wel rechtslieeks voor de naïeve ervaring toegankelijk voor de wetenschap niet Als de gangbare wijsbegeerte aldus deze concrete ervaring t e zijde stelt, handelt zij onjuist De W d W wil niet toelaten dat men de abstractie gaat uitgeven voor de w a r e werkelijkheid W a t betreft de tweede vraag van D r H hiermede is Prof D hel eens Aristoteles en T h o m a s hebben onder het begrip ziel ' niet alleen verstaan het intellect D e menschelijke ziel zegt A heeft een wezensvorm Het intellect (het denken) drukt hier uit het qualificeerend element O n d e r de redelijke zielsfuncties worden ook begrepen de sensitieve en de aesthetische waardeering T h o m a s begrijpt hier-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen