1946 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 216

204 wissenschaftlichen Z u s a m m e n a r b e i t " (Mei 1940) is o.a. door Freiherr von V e r s c h u e r een buitengewoon belangrijk referaat gehouden, n a a r aanleiding van het feit, dat de bevolking in de stad langer en sneller in groei is etc. en in de stad zelf zijn nog weer het langst en het snelst in groei de sociaal hooger levende groepen! H o e komt dat? D a t komt, zegt V o n Verschuer, doordat er een zekere selectie is. D e begaafde, levendige, intelligentere typen zijn naar de stad getrokken, de minderen, de trageren van geest, zijn gebleven. ''). Voorbeeld : scholen in Kassei. V o n V e r s c h u e r baseert zijn meening op een nauwkeurig onderzoek van Quehl, die het materiaal van alle openbare scholen in de Kreis Fritzlar bij Kassei heeft bewerkt. Dit materiaal bestaat uit 8692 scholieren, die tusschen 1910 en 1930 de school verlieten; 20,2 % van deze zijn naar Kassei verhuisd. Hij heeft ze verdeeld in zulke met : goede rapporten 34,6 % voldoende rapporten 51,5 % onvoldoende rapporten 14 % D e naar de groote stad verhuisden bleken in deze klassen als volgt te compareeren : goede 47,5 % dus bijna de helft ! voldoende 43,3 % onvoldoende 9,2 % A n d e r e auteurs kwamen tot dezelfde slotsom. Die begaafdheid en levendigheid etc. zien wij bij kinderen verrassend vaak, zoo niet altijd, samengaan met een bepaalde gevoeligheid van het vegetatieve zenuwstelsel. H e t grootestads kind van thans is dus meer gevoelig voor allerlei prikkels van het milieu. E n zoo zou min of meer te verklaren zijn het ,.acceleratie type", dat deze kinderen vertoonen (via de endocrine organen, zie tabel 1 , 2 , 3 ) . D a t de sociaal beter gesitueerden een grootere acceleratie vertoonen, is te verklaren doordat de meest begaafden het verder op de maatschappelijke ladder brengen. H e t bewijs voor een dergelijke stelling is niet zoo gemakkelijk te leveren. M a a r vast staat : 1. de levendigsten, begaafdsten gaan n a a r de stad; 2. de begaafden zijn ook de vroegrijpen (met uitzonderingen). D a t deze trek van het platteland n a a r de stad niet denkbeeldig is. leeren U de cijfers. In Duitschland woonden in 1872 ^j^, van alle inwoners in een dorp, in 1925 nog maar ^j^^. In N e d e r l a n d vlak voor den oorlog 65 % der bevolking in de grootere steden, 35 i% op het platteland. W a t zijn nu de gevolgen van deze trek n a a r de groote stad? Vooraf : Ik neem aan, dat men het met mij eens is, w a n n e e r ik zeg, dat de begaafdheid een bij uitstek erfelijke eigenschap is. D a n is het dus zoo dat : Erf aanleg voor goede begaving voortdurend van het land verhuist naar de stad.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen