GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1967 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 189

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE PSYCHE TUSSEN WETEN EN BELEVEN

147

der psyche bij Pinel, wijs ik op zijn opvatting van de manie. Deze omvatte alle soorten opwindingstoestanden en aansluitend aan de localisatieleer van Plato zocht hij de sedes morbi onder de ribbenboog, zij het met een kleine modernisering van de oude leer, in zoverre niet zo zeer meer aan het hypochondrium en de maag dan wel aan ggl. coeliacum en de plexus solaris gedacht werd. Het idiotisme beschreef hij als de afwezigheid van alle geestelijke vermogens. De localisatie van deze ziekte moest in de hersenen gezocht worden. In deze benadering van de krankzinnigheid ligt een beeld van de psyche besloten, waarbij de ziel gelijkgesteld wordt aan het wezenlijke van organen: het autonome zenuwstelsel, de hersenen, het hart, enz. Dit beeld is in de Franse psychiatrie nooit meer losgelaten, tot in de organo-dynamische psychiatrie van Henri Ey en de farmacopsychiatrie van Jean Delay en Deniker toe. Louter omwille van het bestaande spraakgebruik wordt in deze denktrant van de ziel, resp. de geest en zijn vermogens gesproken, maar wetenschappelijk houdt men zich eigenlijk alleen bezig met wat het substraat van de ziel genoemd wordt: de lichaamsorganen en hun functies. In de Duitse psychiatrie is de gang van zaken wat ingewikkelder geweest. Daar won de spiritualistische opvatting van de ziel het aanvankelijk. Geestesziekten werden door de zgn. psychici opgevat als ziekten van de lichaamsloze ziel. In de heersende romantische denktrant werden door verschillende vooraanstaande medici ziekten opgevat als het gevolg van zonde. Op psychiatrisch gebied werd deze opvatting het duidelijkst vertolkt door Heinroth (1773-1843). Voor hem was geestesziekte in wezen onvrijheid. De zondaar was door God gestraft met het verlies van zijn wilsvrijheid. Erfelijke factoren in het ontstaan van geestesziekten konden volgens hem niet bestaan, omdat de ziel — overeenkomstig zijn creatianistische opvatting — voor ieder mens opnieuw door God geschapen wordt. De kenschets van geestesziekte als verlies van wilsvrijheid is een zaak, die tot op heden van grote betekenis gebleven is in de psychiatrie, met name in de forensische psychiatrie. ledere keer als een psychiater een rechtbankrapport moet maken, wordt hij voor de vraag gesteld of de delinquent ten tijde van zijn daad geacht moet worden in staat te zijn geweest zijn wil te bepalen. ledere empirisch-natuurwetenschappelijk denkende psychiater zou eigenlijk moeten weigeren, op deze metafysische vraag te antwoorden. Geeft hij er toch een antwoord op, dan springt hij duidelijk over op een ander beeld van de psyche, dat hij zich daartoe vormt. We krijgen hier weer te maken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1967

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 294 Pagina's

1967 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 189

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1967

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 294 Pagina's