GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De ethiek in de gereformeerde theologie - pagina 26

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De ethiek in de gereformeerde theologie - pagina 26

Rede bij de overdracht van het rectoraat der Vrije Universiteit te Amsterdam

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

24 in 1634 te Bazel een tweede druk verscheen.

In Duitschland geschiedde

dit door WENDELIN, den rector van het gymnasium te Zerbst, die in zijn ten jare 1665 verschenen C o m p e n d i u m de twee deelen der Theologie laat handelen de Dei agnitione et cultu. — Zoo was dan — en hierin ligt ook de groote encyclopaedische beteekenis van POLANUS — door zijn onderscheiding van credenda en facienda de juiste verhouding van de ethiek' tot de dogmatiek in de Gereformeerde Theologie aangewezen, en mitsdien de ethiek als wetenschap, d. w. z. als vraag naar de norm voor en het ontstaan, van de zedelijkheid, onder de leer der credenda en de ,,angewandte" ethiek naar de leer der facienda verwezen. Van niet minder beteekenis voor de ontwikkeling der ethiek was het yr' /

opkomen bij de Gereformeerden van de beoefeningsleer of de „ascetiek". Zeker valt ook hier op een voor-arbeid der vroegere generaties te wijzen,

^

doch de eere van onder de Gereformeerden tot de behandeling van dit onderdeel der ethische studie den stoot te hebben gegeven komt toe aan den Waalschen

predikant

en hofprediker

van

WILLEM

TAFKIN ' ) , wiens , , T r a i t é d e 1 ' A m e n d e m e n t verschenen,

VAN ORANJE, JEAN

d e V i e , " in 1594

de rij opent dier talrijke ascetische werken, waaraan de

Gereformeerde literatuur zoo rijk is. Op het voetspoor van TAFFIN, om hier van anderen niet te spreken, gaf de predikant van Zieriksee, UDEMANS, in 1612 zijn P r a k t i j c k e V-

•• en twintig jaar later zijn H e m e l s-B e l e g h , het laatste naar Matth.

^--•'ïi

: 12.

En eindelijk komt ook thans een ander onderdeel van de ethiek tot zijn recht en wel de ,,casuïstiek".

Met zekere voorliefde door de Room-

schen in hun ,,libri casuum conscientiae" en later onder hen vooral door de Jezuïeten behandeld, was de Reformatie aanvankelijk van de casuïstiek afkerig.

CALVIJN laat er zich in de Institutie, B. IV c. 10, zeer ongunstig

over uit en MELANCHTHON klaagt: „onerata est resi)ublica christiana theologastrorum sententiis de conscientiae casibus inextricabilibus, ubi nunquam non ex quaestione quaestio oritur."

Zeker zijn er van Protestantsche zijde

bedenkingen te maken tegen de Roomsche casuïstiek, doch daarmee was

1) Vg). over ÏAFFix; D R . SEPI', B i b l i o t h e e k v ; i n N e d e r l a n i l s c l i e K e r l c g o s c h l e d e n i s , p. 281, eii ,Drie Evangelietlienaren uit den tijd der Hervorming", Leiden, E. J . B K I L I , ,

1879.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 oktober 1897

Rectorale redes | 92 Pagina's

De ethiek in de gereformeerde theologie - pagina 26

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 oktober 1897

Rectorale redes | 92 Pagina's