GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Zedelijkheid en recht - pagina 16

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zedelijkheid en recht - pagina 16

Rede, gehouden bij de overdracht van her Rectoraat der Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

12 en daarom praktische rede. Zij is niet van een vreemden, selbst nicht eines göttlichen Willens afkomstig, maar de wet van onze rede zelf, waarom ^ deze dan ook autonoom is. Deze innerlijke zedewet ' treedt voor ons op in den vorm van een gebod, van een onvoorwaardelijken niet hypothetischen, dochkategorischen imperatief. Het onvoorwaardelijk plichtsgebod gij zult! gebiedt echter niet wat, maar slechts hoè wij willen en handelen moeten; het gebiedt niets over den inhoud, maar alleen over den vorm. ^^) Die vorm is dan, alleen uit achting voor de zedewet, zoo te handelen, dat wij willen kunnen, dat de maximen of subjectieve gedragsregelen welke daarbij f voorzitten, tot algemeene wet worden. Nader omschrijft hij dit dan als een zóo handelen, dat daardoor eigen volkomenheid en vreemde gelukzaligheid wordt bevorderd. Alleen wie zóó handelt, is en handelt zedelijk en wijl daarbij dus alles aankomt op de voor anderen niet waarneembare gezindheid, is het zede-1 lijke niet anders dan Gesinnung. De juridische wetgeving daarentegen is uitwendig. Zij komt van buiten af tot ons, zij rust niet op de ethische wetgeving. Moet de mensch zich door gehoorzaamheid aan de laatste, innerlijke vrijheid verwerven, het doel der juridische wetgeving is slechts de uitwendige vrijheid, het eenig aangeboren recht van den mensch, mogelijk te maken. Als zinnelijke wezens toch, leveren de raenschen voor elkander, door de zinnelijke drijfveeren hunner handelingen, bij hun uitwendig saambestaan, gevaar op voor die vrijheid. Tegen dit gevaar van elkanders vrijheid te hinderen, \ te vernietigen, voorziet het recht. Vandaar dat Kant dan ook het recht omschrijft als het geheel der voor-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 oktober 1909

Rectorale redes | 122 Pagina's

Zedelijkheid en recht - pagina 16

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 oktober 1909

Rectorale redes | 122 Pagina's