Zedelijkheid en recht - pagina 114

110 , 24) Stahl a. w, p. 218 das Recht ist positiv; aber es hat an den Gedanken und Geboten der Weltordnnng Gottes ein höheres Gesetz, dem es entsprechen soil, nach welchem es die Menschen festsetzen sollen. So steht dem posüiven Recht ein Gottgébotenes, Oerechtes, Vernünftiges gegenüber. Dieses Vernünftige, die Gedanken und Gebote der Weltordnnng Gottes sind jedoch nicht selbst ein Recht — ein sogenanntes Naturrecht oder Vernunftrecht, denn das Wesen des Rechts ist es ja gerade, selbstandig menschliche Lebensordnung, sohin positives Recht z\x sein. 25) Stahl a. w. p. 220. Aber dennoch haben die Gedanken und Gebote der göttlichen Weltordnung kein rechtliches (auszerlich bindendes) Ansehen im menschlichen Gemeinleben, so lange und so weit nicht die menschliche Gemeinschaft sie zu Gebote ihrer Ordnung gemacht hat. Erst dadurch werden sie zu geitenden Normen — zum Rechte. 26) Vergl. zijn rectorale oratie van 21 October 1895. ^onde ew Bec/i^. Leiden. D. Donner. p. 28 en p. 29. ,Het recht is dus volgens Stahl geheel menschelijk en positief, al bestaan daarvoor ook geboden Gods, en is, wat den inhoud betreft, slechts voor een deel in Zijne wereldorde gegrond. Stuit men, wat nu het laatste betreft, hier niet op eene Deïstische opvatting? Alsof de Heere slechts, eens voor altijd, een zeker plan ontwierp, dat echter geen rekening houdt met de bijzondere gesteldheid van plaats en tijd, en daarom zich tot hoofdtrekken bepaalt, terwijl de mensch het heeft uit te werken en aan te vullen naar de eischen van het bont geschakeerde en telkens wisselende leven." „Geen Pantheïsme in het recht, maar ook geen Deïsme". 27) Victor Cathrein S. J. Moralphilosophie. Eine wissenschaftliche Darlegung der sittlichen, einschlieszlich der rechtlichen Ordnung. Ier Band. Allgemeine Moralphilosophie. 8es Buch, Die Lehre vom Recht. Ik gebruikte de 2e uitgave. Preiburg 1893. 28) Harald Höffding, Professor an der üniversitat Kopenhagen. Ethik. 2e Aufl. der Deutschen Ausgabe, Leipzig 1901. XXXVII. Das Recht und die Moral, p. 522—587. 29) Rudolf Stammler, Die Lehre von dem Richtigen Rechte. Berlin 1902 en Dr. Rudolf Stammler, Wii-tschaft und Bec/?i nach der materialistischen Geschichtsauffassung. Eine sozialphilosophische üntersuchung, 2e Auflage. Leipzig 1906. SO) Vgl, Die Lehre van dem Richtigen Rechte. Das erste Buch. Begriff des richtigen Rechtes. 1 er Abschnitt, Richtiges Recht und gesetztes Recht en 2er Abschnitt, Richtiges Recht und sittliche Lehre. 31) Wirtschaft und Recht p. 488. Und hiernach gebeich, ein Jurist, die Definition zu unserem Begriffe vom Rechte: Recht ist die ihrem Sinne nach unverletzbar geilende Zwangsregelung menschlichen Zusammenlébens. 32) Dr. jur, Fritz Berolzheimer. System dsr Rechts-und Wirtschafts-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen