GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De noodzakelijkheid eener christelijke logica - pagina 59

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De noodzakelijkheid eener christelijke logica - pagina 59

Rede ter gelegenheid van den 52sten Dies Natalis der Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

49 bijzondere en individueele hier slechts functioneele beteekenis hebben — 't genetische dat hen in de Analytica posteriora kenmerkte is er uit! — en de definitie hier zoo groote rol speelt 93). Ook op dit punt strookt — om even op de conclusie vooruit te grijpen —^het resultaat van m'n onderzoek met het zijne 94). Wat toch is het geval? Bij de uiteenzetting van het principium exclusi tertii, die we hier aantreffen, komt een nieuwe beperking inzake de geldigheid daarvan voor, en deze beperking past geheel bij wat bekend is omtrent het latere dualisme van ARISTOTELES. De nieuwe beperking raakt nl. het toevallige, althans inzooverre het toekomstig is. ARISTOTELES gaat hier dus uit van de correlatie eenerzij ds tusschen waarheid en noodwendigheid en anderzijds tusschen waarschijnlijkheid en toevalligheid. Het toevallige is alleen zeker te kennen voorzoover het reeds is geschied of op 't oogenblik plaats vindt: dan immers kunnen herinnering en waarneming zich doen gelden. Daar echter deze twee ons inzake de toekomst van het toevallige in den steek moeten laten valt deze — dit ten eerste — niet met zekerheid te weten. Maar bovendien is 't, gezien het feit, dat men hier met het toevallige te maken heeft, niet mogelijk om met behulp van twee contradictoire oordeelen omtrent het toekomstige op dit gebied iets te zeggen dat waar of valsch is. M.a.w. het principium exclusi tertii gaat voor oordeelen die zien op de toekomst van het toevallige niet door 95). Het hoofdmotief van deze beperking ligt ten diepste niet in ons weten — dan moest dezelfde onzekerheid gelden inzake de „hemelsche" wereld der astronomen —, maar elders, nl. in de toevalligheid van het obj eet en in het correlaat-stellen van waarheid met noodwendigheid 96). Want, zoo zegt hij, indien zulk een oordeel waar zou zijn, dan Chr. logica 4

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1932

Rectorale redes | 124 Pagina's

De noodzakelijkheid eener christelijke logica - pagina 59

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1932

Rectorale redes | 124 Pagina's